MediablOg

Balkjes en splinters.


De Belastingrechter erkent nu ook discriminatie door de Belastingdienst.(oktober 2023)


Verongelijkt zat de fiscus de afgelopen weken in het verdachtenbankje van de enquettecommissie en beantwoordde vragen van kamerleden die doorgaans zijn belastingwetten vertroebelen met amendementen en uitzonderingsgevallen. In afwachting van het zoveelste onderzoeksrapport blijft hij met een balkje voor -  en een grotere balk in zijn ogen zoeken naar splinters bij de belastingplichtigen. De op basis van - deels etnische - risicoprofielen samengestelde Fraude Signalseringsvoorziening (FSV) mag hij daarbij sinds 2020 niet meer gebruiken. Een nieuwe versie, de Tijdelijke Signaleringsvoorziening is ook afgekeurd door de Autoriteit Persoonsgegevens. Voorlopig heeft de fiscus zijn handen vol aan lopende bezwaren en beroepen van de kwart miljoen burgers die op de oude zwarte lijst staan. Toeslagenouders, maar ook mensen die door zorg- of studiekosten, giften of omzetbelasting, en dat dan vaak in combinatie met een dubbele nationaliteit, op de fraudelijst terecht kwamen. Ze kregen een excuusbrief en kunnen €375 compensatie krijgen, maar de navorderingen blijven gewoon geïnd worden.

    Touria Khidous en Najat Idrissi van het Rotterdamse Actis Advocaten staan een aantal gedupeerden bij, maar de praktijk is weerbarstig. ‘De Hoge Raad heeft de lat erg hoog gelegd’, zegt Khidous, ‘dat je op de zwarte lijst staat, wil niet zeggen dat je gediscrimineerd bent. Dat moet je als eiser goed motiveren. Dat was tot nu toe nog niemand gelukt.’ Waar het kabinet vorig jaar institutioneel racisme toegaf en de Raad van State gehakt maakte van de eigen Toeslagen-jurisprudentie, lijken de Belastingkamers gewoon op de oude voet door te willen. Duizenden FSV gedupeerden zagen hun beroepen ongegrond verklaard. Dubbele nationaliteit, aftrekposten aannemelijk onderbouwd, geen zweem van fraude, maar toch vangen ze bot bij de rechter.     ‘Individuele discriminatie is altijd moeilijk te bewijzen’, zegt Khidous, ‘terwijl het FSV systeem en de gebruikte algoritmes het in veel gevalllen wel aannemelijk maken. Daarom zijn we ook zo blij met de unieke uitspraak die we in augustus kregen.’ Aanleiding vormde een gift van een donateur aan de roemruchte Haagse As Soennah moskee. Tijdens het ‘derden-onderzoek’ vond de inspecteur dat de boekhouding van de stichting ‘niet al te zorgvuldig is bijgehouden’. Het moskeebestuur reageert niet tijdig op het conceptrapport en dus werd de ANBI status in 2018 met terugwerkende kracht ingetrokken.

    ‘Voor de moskee deden we uitvoerig onderzoek’, zegt Khidous, ‘door het Toeslagenschandaal zijn er veel interne stukken vrijgegeven van het CAF-team, dat behalve kinderopvangcentra ook Islamitische instellingen profileerde. Nadat wat oplichters betrapt waren met valse moskeekwitanties, kregen alle moskeeën een rood vlaggetje van het algoritme, zo bleek. Met de interne beleidsdocumenten konden we aantonen dat onze cliënt vanwege de religieuze achtergrond was geselecteerd voor controle. Onze cliënt krijgt van de rechtbank de ANBI status terug.’ (ECLI:NL:RBDHA:2023:11856  De procedure nam jaren in beslag en Khidous vindt het jammer dat de tegenpartij niet met een verweer kwam. ‘De Rechtbank gaf de belastingdienst opdracht  openheid van zaken te geven. Maar ze hebben geen stukken ingediend. Waarom niet? Liggen er nog meer lijken in de kast?’

        Ze hoopt dat ze met dit precedent ook andere cliënten kan helpen. ‘Het gaat vaak om kleinere bedragen dan bij kinderopvangtoeslag. Maar ik vind het een principiële kwestie, dat je wordt geselecteerd op basis van nationaliteit of geloof.’ Alleen zal het bewijs daarvan moeilijk blijven. Voor deze zaak konden ze putten uit wob-stukken, voor particuliere cliënten hebben ze persoonsdossiers nodig. ‘De Belastingdienst is verplicht om alle stukken in te brengen, maar kan dat naar eigen inzicht invullen. Het is niet transparant. Niemand controleert of het compleet is. Werkt het rechtssysteem dan wel in dit soort zaken? Dat vind ik zorgwekkend.´

 

SyRI 2.0 speurt naar ‘verwonderadressen’.
 

Gemeenten blijven knutselen aan algoritmes. Hoe controleer je een influencer in de bijstand? (juni 2023)


Het gevaar van kunstmatige inteliigemtie is niet dat machines steeds meer als mensen gaan denken, maar dat mensen steeds meer als machines gaan denken’, waarschuwde ICT-wetenschapper Joseph Weizenbaum ooit. Op korte termijn vinden overheidsinstellingen het wel makkelijk dat de ambtenaar zijn taak routinematig uitvoert, als een verlengstuk van het softwarepakket. Maar sinds het Toeslagenschandaal worden algoritmes overal kritisch tegen het licht gehouden. Dat was in ieder geval de bedoeling. Zo trok de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) haar handen af van de FraudeScorekaart, een algoritme dat sinds 2003 bijstandsgerechtigden in 160 gemeenten profileerde op basis van deels onduidelijke en deels etnische criteria. Zeventien jaar fraudejacht heeft opmerkelijk genoeg maar tot één vermelding in een gepubliceerde uitspraak geleid, Al in 2011, toen de ellende bij de Belastingdienst nog moest beginnen, kreeg advocaat Marcel Mes uit Hoorn gelijk van de Centrale Raad van Beroep. Zijn cliënte had nooit op basis van een onduidelijk algoritme een huisbezoek mogen krijgen en haar bijstand had niet mogen worden afgewezen. Het algoritme vond het verdacht dat ze met zeven andereren stond ingeschreven op hetzelfde adres. Maar ze huurde een kamer bij een gezin met vier kinderen.

   ‘Die profielen bleef ik de jaren daarna steeds tegenkomen ’, zegt Mes, ‘Kamerverhuur. Alleenstaande ouders. Per definitie verdacht. Sociale rechercheurs gaan op zoek naar verzwegen relaties.’ Sinds 2020 ziet hij wel een omslag.  ‘Er komt een nieuwe Participatiewet, met meer ruimte voor de menselijke maat. Het doenvermogen wordt meer aan de mensen zelf overgelaten, de terugvordering wordt beperkt. Er komt weer ruimte voor een waarschuwing. En daar wordt al op geanticipeerd.’
    Maar het wetsvoorstel zegt niets over de inzet van AI. Onderzoeksjournalisten van Lighthouse Reports betrapten zeker vijf gemeenten die nog altijd met de Fraudescorekaart werkten. En via de Wet Open Overheid kregen ze ook voor het eerst een nieuw, zelflerend algoritme in handen, dat gebruikt wordt in Rotterdam en andere gemeenten. Op basis van tientallen datapunten profileert dit algoritme weer alleenstaand moeders en mensen met een slechte beheersing van de Nederlandse taal.
    In het officiële algoritmeregister van de overheid staan applicaties die bijstandsaanvragen beoordelen, mensen aan het werk moeten helpen en ook een  fraudealgoritme. Overigens is het register verre van volledig. Alleen Amsterdam, Den Haag en Utrecht hebben iets ingevuld.
     Bij een meldpunt van FNV kwamen ruim 150 klachten binnen van bijstandsgerechtigden. Ze voelen zich onterecht en onheus gecontroleerd door zogenaamde interventieteams, waarschijnlijk op basis van een risiciprofiel.  De SyRI-coalitie van FNV en andere maatschappelijke organisaties, maakt zich grote zorgen over uitwisseling van data en profielen in de Landelijke Stuurgroep Interventieteams. In 2020 liet de groep het experimentele SyRI-algoritme door de rechter verbieden, nu verzamelt men munitie voor een nieuwe rechtzaak. Zo bestempelen in kaart gebrachte algoritmes alle werkloze kappers of bouwvakkers als verdacht. Ook door postcode, achternaam of het bezit van hond of aanhangwagen kun je op een lijst met ‘verwonderadressen’ belanden. Dan krijg je huisbezoek van zo’n interventieteam, waarin de gemeente samenwerkt met Belastingdienst, OM en IND. Doel van de aanpak is niet alleen fraudebestrijding, reageert de VNG, maar ook preventie en bemoeizorg.
    Marcel Mes signaleert juist minder huisbezoeken. ‘Rechercheurs doen hun werk steeds meer online. Post een bijstandsgerechrigde foto’s van een niet gemelde vakantie? Misschien zelfs samen met een nieuwe liefde? En bijverdiensten via crypto, online gokken of als influencer. Zo werd de uikering stopgezet van mijn vloggende cliënte met wereldwijd 200.000 volgers. Daar zal ze wel geld mee verdienen, stelt de dienst Werk en Inkomen. Maar zij ontkent dat. ’

Maatwerk lukt niet meer.

 


Frustratie op de werkvloer van de UHT (april 2023). 

’Ik heb een hekel gekregen aan toeslagenouders’, zegt een gefrustreerde medewerker van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). De aversie is niet persoonlijk, want hij heeft geen contact met de gedupeerden. Wel is hij klaar met hun vluchtige schaduwen die opdoemen uit dossiers en databanken, die hij moet helpen én wantrouwen en waar hij nooit grip op krijgt.
    Het algoritme liet de goeden onder de kwaden lijden, en de UHT moest met een ‘lichte toets’ voorkomen dat teveel fraudeurs profiteren van de Catshuisregeling van december 2020. ‘Het idee was dat de meeste gedupeerden met die €30.000 ruimhartig en snel geholpen zouden zijn’, verzucht de medewerker, ’maar toch moeten wij iedereen adviseren om met een advocaat op overheidskosten door te procederen voor de Werkelijke Schade’. Anderhalf jaar geleden begon de ervaren verzekeringsjurist gemotiveerd aan het oplossen van een misstand. Nu neemt hij gedesillusioneerd ontslag.  
     De ouders zelf zijn minstens zo gefrustreerd of zelfs wanhopig, omdat het nog ruim tien jaar kan duren voordat iedereen gecompenseerd is. Omdat sommigen weer tegen een muur aanlopen en nog altijd financieel aan de grond zitten. En hun advocaten zegden dit voorjaar het ovcrleg met het UHT op. Ze klagen over wachttijden, onderbetaling, gebrekkige dossiers en slechte communicatie. ‘Wanneer je contact zoekt met de UHT krijg je veelvuldig het antwoord dat we maar in bezwaar moeten gaan’, zei een advocaat onlangs in dit blad. 
    Dus loopt de UHT vast in een stroom aan bezwaarprocedures. Nieuwsuur berichtte eerder over een angstcultuur bij die afdeling. Op de gewone werkvloer heerst vooral gelatenheid, vertelt de vertrekkende jurist. Het verloop is hoog, maar er zijn ook freelancers die traagheid en stroperigheid op uurtarief wel best vinden.
    Hoeveel geld is er destijds bespaard met het inzetten van risicoprofielen, het bezuinigen op bureacratie en het stopzetten en terugvorderen van toeslagen? De hersteloperatie kost in ieder geval vele malen meer, zeker zes miljard en onnoemelijk veel menselijk leed is nooit meer goed te maken. De roll back naar handmatige controle lijkt niet meer te lukken.  ‘Ik kan het woord maatwerk niet meer horen’, zegt de vertrekker, ’ik wil graag weten wat ik moet doen, en niet elke keer van die dubbele boodschappen. Empathie tonen, maar ook bewijsstukken eisen. Ik voelde me machteloos.’
   Hij noemt als voorbeeld een moeder die kinderopvang had tijdens een studie, maar geen bewijsstuk kan overleggen dat ze die studie destijds ook volgde. ‘Wat doe je dan? Daar wordt dan intern eindeloos over gedelibereerd. Ander voorbeeld: Er is veel post bij de Belastingdienst zoekgeraakt, dat is waar. Maar nu kan iedereen beweren dat dat ook met hun post is gebeurd. Ik kreeg soms het gevoel dat veel aanvragen fake waren, ook al heb ik daar geen aanwijzingen voor.’
   En zo blijven de ambtelijke molens haperen.  De UHT gaat nu zelfs commerciële bedrijven inzetten om meer dossiers af te wikkelen. De pilot hiervoor was een flop, meldde Nieuwsuur. Want de vaststellingsovereenkomsten die de externen hadden uitonderhandeld, bleven toch weer steken op de afdelingen, om te worden nagevlooid en afgevinkt.
   En het algoritme dat deze malaise medeveroorzaakte? Dat is al een tijdje op non-actief. Het wordt doorgezaagd door ethische commissies en geupdate door ICT-ers. Het is zich aan het klaarstomen voor de volgende ronde, met meer en betere data en meer zelflerende AI. Misschien gluurt het vanuit de oude, krakende  systemen stiekem een beetje mee hoe de medewerkers voortploeteren in de kantoortuinen. Dan verkneukelt het zich. Want het kan niet anders, of ze hebben het straks weer keihard nodig.

 

Eén ouder en één grote broer.

(column Advocaat&Algoritme, december 2022)

 Kunnen algoritmes probleemgezinnen identificeren en hun kinderen op het rechte pad houden?   

Het algoritme ProKids+ rangschikt Amsterdamse kinderen vanaf 12 jaar op de Top400 van potentiële boefjes, zo bleek onlangs uit de spraakmakende NPO-documentaire ‘Moeders’. Ze hoeven daarvoor nog niets misdaan te hebben. Een van de jongens had een blikje cola gejat en een ander belde 112 als getuige van een schietpartij. Ook dat telt als contact met de politie en dus vinkte ProKids+ de standaard risicofactoren af: alleenstaande, arme moeder, achterstandsbuurt.
      Het valt niet mee om daar op straat op te groeien, zo blijkt maar weer uit het infringende relaas van de vier moeders. Hun zonen komen er relatief goed doorheen, is de hoopvolle conclusie van de film. Maar is dat dankzij of ondanks het stigma van de Top400-aanpak met intensieve aandacht van politie en bemoeihulp vanuit
het Actiecentrum Veiligheid en Zorg?
    Bij nogal wat kinderen werkt de preventieve aanpak helaas niet. Zij stromen door naar de Top 600 van jongvolwassen veelplegers van high impact crimes, waarvoor ook een zorgtraject klaarstaat. Tientallen top400 tieners moeten het afgelopen jaar voor de strafrechter hebben gestaan, zo valt op te maken uit gepubliceerde jurisprudentie. Er zitten inbraken tussen,  een liquidatie, vuurwapenbezit, afpersing, diefstal met geweld. ‘Het effect van de zorg is gering’, reageert een advocaat die niet bij naam genoemd wil worden, maar onlangs wel twee Top400-verdachten bijstond. ‘Deze jongens willen vaak helemaal niet geholpen willen worden. Ze kiezen bewust voor geld verdienen in de misdaad.’
     Een positieve ervaring had de Hilversumse advocaat David Rutten. Hij stond een geradicaliseerde Top400-puber bij, die op Telegram
opruiende IS-video’s en teksten was gaan verspreiden. ‘Het gaat weer heel goed met hem. Hij kreeg een voorwaardelijke taakstraf, gaat weer naar school en heeft geleerd over zijn gevoelens te praten.’
   
Ondanks kritiek werkt de korpsleiding aan een doorontwikkeld alerteringssysteem, Prokid 23-, om  risicokinderen landelijk te gaan profileren. In het sociale domein experimenteren jeugdzorginstellingen met vergelijkbare algoritmes om probleemkinderen preventief op te sporen en te begeleiden. Zo zette het CBS de afgelopen jaren in 12 grote gemeentes een Urban Data Center op. Met een bundeling van anonieme data worden risicobuurten gesignaleerd, met veel alleenstaande ouders, lage inkomens of ouders met psychische problemen. De meerwaarde van de datacenters, aldus een manager in een promofilmpje, ‘is dat we beleid niet meer baseren op onderbuikgevoelens, maar op cijfers en feiten.’
  
Gemeenten in Noord-Brabant en elders werken met het programma Smart Start van zorgaanbieder Sterk Huis en Universiteit Tilburg. De site heeft het over ‘de kansen van big data voor kinderen’. Ook hier komen uit de data geen wereldschokkende inzichten: Problemen als huiselijk geweld gaan vaak van generatie op generatie. Preventieve hulp zou escalatie moeten voorkomen. Maar de praktijk werkt vaak anders. Voor de echte probleemgezinnen is er geen preventie maar juist een wachtlijst.
     De jeugdzorg-crisis wordt mede veroorzaakt door het slordige databeheer, signaleert Tom Knijp, die zich als docent bij advocatenopleiding LLM Legal in het onderwerp verdiepte.  ‘Samenwerkingsverbanden zoals de Veiligheidshuizen wisselen in hun systemen op grote schaal data uit. Gemeenten, politie en belastingdienst delen met elkaar en ook met private ketenpartners in de jeugdbescherming. Die praktijk wordt gelegaliseerd met het omstreden wetsvoorstel Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS). De uitgewisselde data zijn niet altijd geverifieerd en gaan een eigen leven leiden, met alle risico’s van dien. Ook advocaten zouden daar kritischer op moeten zijn.’
     Mede daarom begint hij nu zelf als advocaat. ‘Ik blijf lesgeven, maar ga daarnaast ouders bijstaan, die de overheid aansprakelijk willen stellen voor een uithuisplaatsing op basis van foute data.’ 

December 2022 - De renovatie van Studio  Ondergrond heeft, na een voortvarende start, een moeizaam jaar achter de rug. Eind 2021 nam betonbouwer P. van't Wout het stokje over van grondwerker Schijf. Ze waren tot mei bezig om een mooie kelderbak te storten in de diepe bouwput. Het had sneller gekund, maar als het eenmaal af is, ben je de ergernissen over vertraging ook snel weer vergeten.
 mariusz rafal marynowski  Daarna zouden Mariusz Marynowski en Andrzej Gadzala van M.A.G. Aannemersbedrijf de nieuwe verdiepingsvloeren met balklagen gaan maken en daarop de badkamers voor de BnB. Op de foto's zijn ze bezig met de maten en specificaties, maar na een veelbelovend begin zagen we de heren st
andrzej gadzalaeeds minder en stuurden ze hooguit nog een mannetje voor een halve dag per week, die dan vooral kwam om hier te eten en bier te drinken. Net als de mediawereld hangt de bouw van zzp-ers aan elkaar, maar de uitkomsten zijn heel verschillend. Anders dan journalisten hebben sommige bouwvakkers - en zeker die uit Oost-Europa, sturing nodig, een opzichter die alles in goede banen leidt. Anders worden er fouten gemaakt of daalt het werktempo naar 0.
   Omdat er op een gegeven moment helemaal niets meer gebeurde, heb ik een termijn gesteld en de overeenkomst uiteindelijk ontbonden. Door research had ik inmiddels geleerd dat dit een patroon was van deze mannen, geld pakken en dan een project als een nachtkaars uit laten gaan. Marynowski is daarvoor zelfs failliet verklaard en de curator heeft aangifte tegen hem gedaan, reden waarom hij nu met en via de stroman Gadzala opereert . Mijn advocaat probeert het voorschot terug te krijgen, en ondertussem bereid ik een doorstart van de renovatie door met nieuw geld en andere bedrijven. Het zijn geraffineerde oplichters, die gedupeerden soms jaren aan het lijntje weten te houden  en ze helemaal leegzuigen. Wat dat betreft ben ik er nog redelijk mee weg gekomen.

Twintig miljoen keer advocaat.

(column Advocaat&Algoritme, november 2022)


Iedereen wil door klanten gevonden worden. Maar hoe kom je van een slechte beoordeling af

Wie googlet op de zoekterm ‘advocaat’ krijgt binnen 0,52 seconden 20,2 miljoen hits. Bovenaan de eerste pagina staan de adverterende advocatenkantoren in de buurt. Of dat sociale advocaten zijn of juist dure, hangt van de zoeker af. ‘Iedere gebruiker heeft een profiel’, legt de Google-Ads helpdesk uit, ‘gebaseerd op zoekgeschiedenis, cookies, mobiele data, eventueel Gmail-account, noem maar op.’ Klikken op een advertentie kost de adverteerder afhankeljk van tijd, lokatie  en ranking een paar dubbeltjes tot tientallen euro’s. Het bedrag wordt in die 0,51 seconde bepaald door het aantal ‘bieders’ op het adword op dat moment.
       De mogelijkheden voor gepersonaliseerd adverteren via Google en andere platforms zijn eindeloos en ondoorgrondelijk.
Dat leidt natuurlijk tot conflicten. Zo zijn er sites die weer betaald krijgen voor kliks op banners en pop ups  die Google namens haar klanten  bij hen plaatst. Dat lokt misbruik uit, maniertjes om bijvoorbeeld trollen zinloos op de ads te laten klikken. Bij het geringste signaal wordt zo’n site geblokkeerd en moet de eigenaar naar de rechter om aannemelijk te maken dat hij géén oplichter is.
      
Er zijn ook regelmatig rechtszaken over wie recht heeft op welk adword. Het is niet op voorhand verboden andermans naam te gebruiken. Het adword wordt immers niet openbaar gemaakt. Zo betaalde Multi Tank Card Google om mensen die zochten op ‘travelcard’  naar hun eigen site te leiden. Travelcard stapte naar de rechter. Die bepaalde dat de merknaam niet langer als adword mocht worden gebruikt door de concurrent, maar de losse woorden ‘travel card’ mag nog wel. En dit jaar stonden twee Rotterdamse rondvaartrederijen voor de rechter, omdat de een de naam van de ander onzichtbaar maar evengoed onrechtmatig als adword hanteerde.
       Kliks leiden tot klanten en die krijgen na hun bezoek aan advocaat, tankstation of rondvaartboot vaak een verzoek voor een beoordeling. Van het bedrijf zelf, maar via een android telefoon ook van Google. Zo krijgt de Maas zelf 4,7 sterren van Google, op basis van 869 reviews (‘Prachtig zo’n stroom’), terwijl de adword-kaper met 4,4 sterren (‘Op de boot zijn ze snel met een hapje of een borrel’) een fractie hoger scoort dan zijn rivaal.
      Maar het kan ook negatief uitpakken. ‘Op Google en social media worden steeds vaker neprecensies geplaatst onder een valse naam of pseudoniem’, vertelt Hub Dohmen. Namens een octrooibureau vorderde hij van Google het IP-adres van een onbekende
recensent. Die gaf het octrooibureau maar één ster (‘Inhoudelijk matig, slechte communicatie’). De Rechtbank Tilburg (3,5 sterren, ‘niet al te vrolijke medewerkers’) vond de recensie niet ‘onnodig grievend’ en Google hoefde de betrouwbaarheid van het account niet te controleren.
   ‘Afhankelijk van de branche kun je veel last hebben van negatieve recensies’, zegt Paul Tjiam (Simmons&Simmons LLP). Hij voerde drie procedures voor een kinderdagverblijf dat door verschillende nepprofielen werd afgekraakt (’Ze hebben onze zoon ruim 40 minuten in zijn bedje laten huilen. Alles ondergespuugd’). De posts waren evident onjuist en dus moest Google ze van de rechtbank verwijderen en het bijbehorend IP-adres verstrekken. De provider kwam pas een paar dagen voor de zitting met de bijbehorende personalia over de brug. De recensent bleek nooit  klant te zijn geweest van de creche, maar was privé gebrouilleerd  met de eigenaren. In een derde rechtzaak moest hij door het stof en schadevergoeding betalen. ‘Mensen denken dat ze online alles kunnen spuien’, is de ervaring van Tjiam, ‘maar liegen mag niet.
Ik zou willen dat recensieplatforms een KYC hanteren zodat ze bij onrechtmatigheid beschikken over de identiteit van de recensent.'

        

De muren hebben ogen (column Advocaat&Algoritme, oktober 2022)

Verkeerscamera’s worden steeds slimmer. Heb je nog privacy in je auto?   

 Dankzij slimme camera’s kon de vluchtauto met de vermoedelijke moordenaars van  Peter R. de Vries binnen het uur worden klemgereden op de A4. Automatische nummerplaatherkenning (ANPR)-camera’s waren ooit bedoeld om openstaande boetes te innen, maar ze zien veel meer. NRC onthulde dat de nieuwste modellen zelfs inzittenden vastleggen. Die foto’s bleken zonder wettelijke grondslag in meerdere strafzaken gebruikt. 
       Het is een knap staaltje AI: een bewegend kenteken vanuit een lastige hoek in split second detecteren, scannen, zelfs bij regen of mist. En daok nog zoeken naar een match met gezochte voertuigen op de server.
  
Toch gaan de honderden gepubliceerde uitspraken over ANPR niet over de betrouwbaarheid van de match, maar over het rechtmatig gebruik ervan bij opsporing van uiteenlopende misdrijven, zoals drugs, autodiefstal, brandstichting en bankovervallen. De camera’s komen vaak van pas en de rechter is coulant, al zijn er grenzen. Zo liet de gemeente Kampen het kenteken van een uitkeringsgerechtigde maandenlang tracken, na een tip over zwartwerken als taxichauffeur. Dat vond de Centrale Raad van Beroep te ver gaan. Pas nadat de steunfraude was overgedragen aan het Openbaar Ministerie mocht het verdachte kenteken worden gevolgd. ‘Ik lees die uitspraak als een inperking’, reageert advocaat H.A. van der Kleij, ‘uitkeringsinstanties mogen dit middel dus zelf niet inzetten.’
       De technische mogelijkheden en experimenten lopen al jaren op de regelgeving vooruit. In 2019 begon een proef van 3 jaar. De politie mag álle ANPR-beelden, dus niet alleen de matches, 28 dagen bewaren. ‘Wij vinden het prima dat de camera’s worden ingezet bij opsporing van verdachten’, zegt Vincent Böhre van Privacy First, ‘er is geen ergere privacyschending dan bijvoorbeeld mishandeling, ontvoering of inbraak. Maar massasurveillance, het opslaan van miljoenen kentekenbewegingen, dat moet stoppen.’ Zijn stichting verloor in december een kort geding hierover. De proefperiode werd verlengd. Een bodemprocedure tegen ANPR wordt eind dit jaar verwacht.
       De camera’s kunnen ook worden ingezet voor ‘preventive policing’. De populaire winkelstad Roermond werd in 2018 volgehangen met scanners en sensoren. Op basis van kentekens en 16 andere datapunten werden Oosteuropese (Roma) potentiële winkeldieven en zakkenrollers geprofileerd. ‘Op het moment dat die data voldoet aan een profiel van een bandiet, gaat er een alarm naar de meldkamer’, vertelde een trotse woordvoerder bij de lancering. Amnesty rapporteerde kritisch en tijdens corona stierf de pilot een stille dood. De gemeente heeft geen idee hoeveel boefjes dankzij de camera’s zijn gesnapt of afgeschrikt.
        Nummerbordherkenning maakt ook automatische parkeercontrole mogelijk. Totdat een paar nerds bedachten dat je algoritmes in de wielen kunt rijden met eigen algoritmes. Ze lanceerden de Parkeerwekker, een dashboardcamera die scanauto’s herkent als ze de auto passeren. De zwartparkeerder krijgt een seintje via de app en heeft nog 5 minuten om alsnog en zonder boete te betalen.
      De gemeente Amsterdam stapte naar de rechter. ‘Flitsmelders mogen ook, dus waarom deze service niet?’, zo verweerde advocaat Yuri Benjamins namens Parkeerwekker. Maar de rechter bevond de gadget onrechtmatig. Toch is de slimme camera via de website nog altijd te koop en operationeel in diverse steden. Ook hier houd je de techniek misschien niet tegen als die voorhanden is.
       De volgende stap is natuurlijk de camera achter het stuur. Gaat de zelfrijdende auto zich straks netjes aan snelheidslimieten en parkeertarieven houden? Of krijgen we te maken met gehackte en opgevoerde sjoemelsoftware en blijft - al dan niet geautomatiseerde - handhaving nodig? En wie is er verantwoordelijk voor wat er misgaat? De inzittende, de fabrikant of de programmeur? Nieuwe vragen, terwijl we nog niet klaar zijn met bestaande dillema’s.

 

App of arbeidscontract? (column Advocaat & Algoritme, september 2022 in Advocatenblad)

 Platforms als Uber wanen zich ‘über’ de wet, maar Europa slaat terug.  

Deze zomer bleek dat het taxiplatform niet alleen aan de touwtjes van vijf miljoen chauffeurs trekt, maar ook aan die van invloedrijke bestuurders zoals Neelie Kroes. Tegen de regels lobbyde de oud EU-commissaris al tijdens haar afkoelperiode voor de taxi-cowboys bij Rutte en andere bewindspersonen. ‘Wat willen we dat Neelie hierna doet?’ brainstormt de Uber-top in - via diverse media gelekte - documenten.
    ‘Please hit the kill switch ASAP…’ zo mailde Uber-oprichter Travis Kalanick in maart 2015. Controleurs van de gemeente Amsterdam rammelden die ochtend aan de poort van zijn Europese hoofdkantoor. De app ging offline en Netwerk-Neelie werd erop uit gestuurd om de wederspannige filiaalchef uit de politiecel te kletsen. Kalanick bedankte onze oud-minister van Verkeer en Waterstaat omstandig voor haar nog onbezoldigde ijver.
    Als EU-commissaris Mededinging deelde Kroes miljarden-boetes uit aan Windows en Intel. Ze zal in die tijd zijn ingepakt door veelbelovende pitches van Uber en andere platforms. Hoe ze met ‘disruptie’ monopolies gingen breken, waarna iedereen met zijn eigen auto, fiets, luchtbed, zelfgebakken pizza of cryptomunt kon concurreren op de platte wereldmarkt. Maar in 2015, tijdens de inval, waren de platforms zelf al dominant geworden. Ze zorgen voor meer in plaats van minder ongelijkheid. De fietskoeriers, pop-chauffeurs en cateraars betalen steeds hogere commissie aan het platform, maar kunnen niet meer zonder.
    Kroes beweert dat ze in 2015 in het kader van een nevenfunctie lobbyde voor jonge, frisse startups van eigen bodem. Soms ging het in die gesprekken toevallig ook even over dat miljardenbedrijf, bij wie ze een dag na haar afkoelperiode op de loonlijst kwam. ‘Zwak’, oordeelt advocaat Jan Hein Mastenbroek, die namens de FNV procedeert tegen Uber, ‘geef dan gewoon toe dat je betrapt bent. Dit overtuigt niet.’

Maar sportief toegeven is niet de stijl van de taxi-gigant, weet hij uit eigen ervaring. Deze zomer kwam Uber weer even boven te liggen. Het Gerechtshof Amsterdam wees een dwangsom van €100.000 per dag af, die Mastenbroek namens de vakbond had geëist. Want Uber behandelt zijn 4000 Nederlandse chauffeurs nog altijd niet als werknemer, terwijl ze dat wel zijn, zo oordeelde de rechtbank vorig jaar. Uber ging in hoger beroep en hoeft van het Hof in afwachting van het arrest nog niets te veranderen. ‘De einduitspraak verwacht ik volgend voorjaar’, zegt Mastenbroek, ‘jammer dat we de dwangsom niet kunnen gebruiken, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het Hof uiteindelijk tot eenzelfde oordeel zal komen als de rechtbank, net als bij Deliveroo.’
      Rechters in heel Europa hebben het druk met arbeidszaken tegen platforms. Mogen ze onder het minimumloon betalen? Wat als een opgejaagde maaltijdkoerier een ongeluk krijgt of ziek wordt? Mag een chauffeur zonder uitleg van het platform worden gegooid, als het algoritme bepaalt dat hij niet voldoende rendeert?
     
Die vragen hebben ook de volle aandacht van de opvolgers van Kroes in Brussel. Er ligt nu een richtlijn Platform-werk bij het Europees Parlement, dat platform-werkers beter gaat beschermen. De criteria uit ons Burgerlijk Wetboek zijn aangevuld met 5 kenmerken: Het platform bepaalt de hoogte van de vergoeding, de dienstkleding, het toezicht (via de app) op kwaliteit en omzet, het rooster en eventuele boetes. Een vijfde aanwijzing is als de medewerker wordt belemmerd om zelf klanten te werven. Bij 2 van de 5 criteria  is er sprake van schijnzelfstandigheid.
    Ondertussen onderzoekt de commissie de affaire Kroes. Als straf overwegen ze het pensioen van hun nu 81-jarige oud-collega in te trekken. De pensioenen voor platform-werkers zijn - ook met de nieuwe richtlijn - nog lang niet geregeld.

 

Samenzwering der wappies

Dankzij sociale media vinden complotdenkers hun volgers. Diezelfde platforms willen nepnieuws bestrijden.  (coiumn juni 2022 Advocaat & Algoritme in Advocatenblad)


Algoritmes hebben een slechte naam. Ze werden misbruikt voor het ronselen van Syriëgangers, het beïnvloeden van verkiezingen en de come back van antisemitische agitprop, met alle gevolgen van dien. Sinds Cambridge Analytica en Pizzagate proberen de platforms nepnieuws en trollen te bestrijden. Niet altijd afdoende, bleek vorig jaar nog bij de bestorming van het Capitool. Facebook had, zo onthulde een klokkenluider, preventiemaatregelen uitgeschakeld om meer te verdienen.
   Sociale media voelen zich medeverantwoordelijk, maar worden voor zover bekend nog nergens juridisch aansprakelijk gesteld voor schade door dit soort incidenten. Er is juist wel veel geprocedeerd tégen de aanpak van nepnieuws. In Nederland vooral door coronasceptici, van wie de accounts of video’s uit naam van de Volksgezondheid werden gedelete. Maar volgens de rechter hebben LinkedIn of Youtube geen plicht om alles door te geven en was de vrijheid van meningsuiting niet in het geding.
     ‘Ik blijf vinden dat online alles gezegd mag worden, zolang je niet aanzet tot geweld’, zegt Max Vermeij, advocaat van complotdenker Wouter R., veroordeeld voor posts over satanisch ritueel misbruik en kindermoord in Bodegraven. De aantijgingen van R. tegen viroloog Van Dissel zijn enkel gebaseerd op ‘hervonden herinneringen’ van een medeverdachte. ‘Start als overheid dan een onderzoek’, vindt Vermeij, ‘dan voorkom je ophef. Nu wordt alles onderdrukt. Dat lijkt al snel op een doofpot.’ De civiele rechter bepaalde onlangs dat zijn  cliënt moet meebetalen aan de beveiliging van een begraafplaats, waar honderden volgers rondbanjeren op zoek naar kindergraven. ‘Die mensen leggen bloemen’, relativeert Vermeij, 'geen bommen.'
   Vroeger hield je extreme denkbeelden wijselijk voor je, om niet door familie of collega’s voor gek te worden versleten. Maar algoritmes verenigen gelijkgestemde wappies aller landen, die daardoor bevestigd worden in hun waan. De dodelijke mythes van QAnon verspreidden zich zo via de yogamatjes van ‘Wellness-rechts’ tot in onze Tweede Kamer. Ook een soort wereldwijde samenzwering eigenlijk, bekokstoofd door computers.
     ‘De mainstream zit evengoed in een bubble’, reageert Vermeij, ‘als je naar het journaal kijkt, word je ook bevestigd in je eigen gelijk. Mensen zoeken nu eenmaal geestverwanten. De grens ligt bij geweld.’

Maar waar begint geweld? Minister Kaag voelde zich bedreigd toen begin dit jaar een man met een fakkel ’s avonds stond te schreeuwen voor haar woning. Alexander Gerbrandij was advocaat van de vrouw die de fakkelactie streamde. ‘Het was vreedzaam’, betoogde hij voor de politierechter, die toch pittige straffen oplegde. Politici moeten kunnen incasseren, vindt hij nu. Krijgen ze tegenwoordig vooral onlinehaat over zich heen, vroeger moesten ze veel vaker op straat de confrontatie aan. ‘In het klassieke Athene had men geen geblindeerde dienstwagen om zich voor het volk in te verschuilen. Soms kreeg je op weg naar de senaat  iets naar je hoofd en moest je rennen.’
    Hij maakte als kind zelf spannende momenten mee, toen rellende krakers langs zijn ouderlijk huis trokken. Zijn vader, rechter,  noemden ze ‘de beul van Amsterdam’. ‘Ze wisten waar wij woonden. Ga maar niet te dicht bij het raam staan, zeiden mijn ouders toen.’
    Hij memoreert hoe de krakersradiozender, die vanaf de barricades de veldslagen hielp coördineren, in die tijd gewoon in de lucht bleef. ‘Dat werd toen gezien als journalistiek. Maar mijn streamende cliënte geldt als medeplichtige. In de middeleeuwen werden pamfletten over hekserij verspreid. En geruchten gaan ook razendsnel van mond op mond. Het zit hem niet in het medium. Het zit in de mensen zelf.’
   Dat mag zo zijn. Maar toch wordt een verwarde fakkelman, ergens in een woonwijk, pas een nationaal dingetje als hij, geholpen door hashtags, live opduikt in onze tijdlijn.

Collectieve actie tegen Asociale reuzen.

Komen sociale media weg met privacy schending? Of gaan ze gebruikers betalen voor hun data? (column Advocaat & Algoritme, mei 2022 Advocatenblad)


Gezelligheid en privacy gaan moeilijk samen. Op een feestje of in een bomvol café komen persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit al snel in het gedrang. En willen we online iets leuks delen, dan grabbelen sociale media in onze camerabeelden, gesprekken, contacten en locatiegegevens.
   Daarmee kunnen ze in theorie van alles opslaan en verwerken: Muisbewegingen, verkeersbewegingen, oogbewegingen, gezichtsherkenning, spraakherkenning, zoekgeschiedenis, bestelgedrag, vingerafdruk en biometrie, hartslag en bloeddruk via een smartwatch. In theorie vallen de platforms onder onze privacywetgeving. Maar het toezicht op de meeste tech-reuzen is sinds de inwerkingtreding van de AVG in 2018 uitbesteed aan de Ierse privacywaakhond, waar veel tech-bedrijven hun Europese zetel hebben. Daar lopen allerlei onderzoeken waar we weinig over horen. Toen de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens vorig jaar Tiktok met €750.000 beboette wegens schending van kinderprivacy, verkaste die ook snel naar Dublin. 
 
Waar overheden schoorvoeten, rest de individuele burger de dagtaak om zich door profielinstellingen, advanced settings, eindeloze algemene voorwaarden en cookievoorkeuren heen te klikken. Of om af te haken en de gezelligheid weer in de analoge wereld te zoeken. Maar er is nog een optie, want het recht kent ook een soort sociaal platform: de massaclaim.
   Sinds invoering van de nieuwe Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Actie in 2020 zijn de mogelijkheden nog wat verder verruimd en wordt de een na de andere claim tegen tech-reuzen aangekondigd. Apple, Google, AirBnB, Oracle, ze komen allemaal aan de beurt. Tegen TikTok zijn zelfs al 3 claimstichtingen bezig.
 
Het verst gevorderd is een claim tegen Facebook van de Consumentenbond, de Data Privacy Stichting en 200.000 aangesloten gebruikers. Dit najaar zal de zaak inhoudelijk behandeld worden door de rechtbank in Amsterdam en het vonnis komt volgend voorjaar, zo verwacht advocaat Flip Wijers van het Amsterdamse kantoor Lemstra Van der Korst, dat namens de eisers optreedt. ‘Facebook presenteert zich als gratis, maar gebruikers betalen met hun data, en het is niet transparant wat Facebook daarmee doet.’
   Ter onderbouwing van de claim wordt verwezen naar het harde oordeel van de Autoriteit Persoonsgegevens uit 2017. De rechtszaak loopt sinds eind 2019. ‘Onze claim valt nog net onder de oude wet’, legt Wijers uit, ‘maar de rechtbank ziet het als een benchmark voor al die privacy-claims die sindsdien zijn aangekondigd. Een unieke zaak, ook binnen Europa.’
   
Mocht de rechter beslissen dat Facebook inderdaad onrechtmatig heeft gehandeld, dan zouden tien miljoen Nederlandse gebruikers zich kunnen melden voor schadevergoeding. ‘Het kan ook dat Facebook voor die tijd wil schikken’, zegt Wijers, ‘de deur staat altijd open’. Massaclaims in andere Europese landen zijn afgekocht door Meta – zoals het bedrijf achter Facebook zich tegenwoordig noemt – , maar in de Nederlandse claim moet er ook echt compensatie komen voor de aangesloten gebruikers.
   Het is de wereld van het recht met zijn oeroude rituelen tegen Zuckerbergs Metaverse, ongrijpbaar en misschien ook onontkoombaar. Bijna als in de film, superhelden in toga tegen de Matrix. Alleen gaat de rechtszaak niet over goed tegen kwaad, maar over geld. Over miljardenwinsten en miljardenclaims. Het kwaad is al geschied. De privacy krijgen we niet terug. 

En hoeveel gedupeerden zouden een claimstichting vinden zonder Google Ads? Algoritmes dragen bij aan het succes van massaclaims. Want net zo makkelijk als mensen hun privacy wegvinken, vullen ze hun mailadres in bij de Consumentenbond om daarvoor gecompenseerd te worden. Maar dan moet de rechtbank nog wel even besluiten dat het verdienmodel van sociale media in Nederland niet langer opgaat

Onderbuik-ICT

Computers zijn ontstaan uit rekenmachines. Geknipt voor controle van aan- en toeslagen, zou je denken. (eerder verschenen in het Advocatenblad, april 2022 in de column Advocaat & Algoritme)

‘De Poort’: zo heet de digitale uitsmijter die de afgelopen jaren tienduizenden belastingbetalers de deur wees. Het algoritme scande bij binnenkomst alle ruim 10 miljoen aangiftes Inkomstenbelasting op afwijkende aftrekposten en dito afkomst, zo blijkt uit in maart verschenen onderzoek van PwC. Verder profileerde de - door de fiscus in Apeldoorn zelf geprogrammeerde - ‘weegmodule’ alle giften aan moskeeën, ook die mét ANBI-status. De door het algoritme ‘uitgeworpen’ aangiftes werden door een handvol analisten verder gefilterd op onder meer achternaam en postcode.
  Bij teveel verdachte vinkjes werden ze doorgestuurd naar ‘Intensief Toezicht’, waar ze – zo blijkt uit verhalen van gedupeerden, advocaten en  boekhouders – net zo vooringenomen en onzorgvuldig werden bejegend als de Toeslagenouders. Daarbij kwamen ze bij voorbaat in de Fraude Signalerings Voorziening (FSV) of op een andere zwarte lijst. Lang niet iedereen had de moed of de middelen om in beroep van de rechter alsnog gelijk te krijgen. Want de computer zat er vaak naast: Iemand met bovengemiddelde zorgkosten is meestal ziek, iemand met veel giften filantroop, of hij nu Achmed heet of Henk.

Op Belastingdienst.nl staan beelden van enorme oercomputers, ponskaartentypistes en aangiftediskettes. De fiscus begon al in 1949 te automatiseren. De hardware is met de tijd meegegaan, maar tientallen oude databanken doen nog altijd dienst. Bovenop de wet van de remmende voorsprong kwam in 2015 een ontspoorde afvloeiingsregeling die juist gebruikt werd door jongere nerds, terwijl de digibeten achterbleven.
    Het schandaal dat volgde blijkt nauwelijks te reconstrueren. Wat is er gebeurd en wie was verantwoordelijk? Er is heel veel zoek of vergeten: data, handleidingen, memo’s, poststromen met bewijsstukken verdwaald in stroomschema’s tussen vestigingen en afdelingen, met een stuwmeer van bezwaren als gevolg.
    Ook bij Inkomstenbelasting profileerden de onderbuik-algoritmes de HOTHOR’s (hoge teruggaaf met hoog risico). Maar anders dan voor de Toeslagenouders en fictief rendement-spaarders is er voor deze groep nog niets geregeld. Een kwart miljoen gedupeerden kreeg twee blauwe excuusbrieven, maar daarmee lijkt de kous niet af.
    ‘Wij krijgen dagelijks telefoontjes. En naast de FSV moeten er nog tientallen andere zwarte lijsten zijn’, schat Jits Berns van FT- Advocaten uit Nijmegen. ‘Ik werkte vroeger als inspecteur bij de Belastingdienst en kende ook lijstjes. Dat ontstaat vanzelf en belandt op de server. Zo kan dat gaan .’ Hij was dan ook blij dat de Haagse rechtbank onlangs oordeelde dat de fiscus een cliënt van zijn kantoor inzage moet geven in alle opgeslagen documentatie, niet alleen in de FSV.
     Voor de rest is de FSV-jurisprudentie terughoudend, signaleert hij. ‘De Hoge Raad heeft de lat erg hoog gelegd.’ Het arrest uit december [ECLI:NL:HR:2021:1748] omschrijft discriminatie door een algoritme nog als ‘uitzonderlijk’. 'Bewijs discriminatie dan maar eens'.
   Helaas lijken ook hier de meeste gedupeerden een laag inkomen te hebben en doen fiscalisten geen toevoegingen. De Toeslagenouders mogen sinds vorig jaar een gespecialiseerde advocaat uitzoeken op kosten van de staat, maar voor Inkomstenbelasting is het nog lang niet zover. ‘Ik maak me zorgen, want een goede belastingheffing is natuurlijk wel nodig voor de maatschappij’, vindt Berns. ’Al deze problemen leiden af van waar het om zou moeten gaan.’
   Ondertussen staat de Poort al twee jaar open. Het algoritme controleert alleen nog op kennelijke tik- en schrijffouten, maar laat de fraudedetectie tot nader order over aan handmatige steekproeven. Over drie jaar hoopt de Belastingdienst haar ICT blijkens een persbericht echt op orde te hebben. 

 

De roddeltantes SyRI en Siri (eerder verschenen als column in het Advocatenblad, maart 2022)

Zelflerend en efficiënt, maar ook rigide en onmenselijk. 

Zodra we ergens pinnen, op de snelweg geflitst worden, online iets bestellen of posten op sociale media: We krijgen continu te maken met algoritmes die ons gedrag opslaan en verwerken. We kunnen geen dag meer zonder Big Brother, maar wat hij allemaal precies in zijn schild voert willen we liever niet weten. Dat hij manipuleert en polariseert, vinden we eng of verdacht, maar ook technisch en saai.
   Advocaten krijgen ook beroepshalve regelmatig met algoritmes te maken. Een algoritme werkt als een wet of procedure, een verzameling regels die je kunt toepassen op een casus, met als doel beslissingen te nemen. Algoritmes komen overal van pas en lenen zich ook voor codificatie van stukjes recht in computertaal. Zo kunnen routineklussen goedkoop en precies worden uitgevoerd. Het algoritme vindt in milliseconden de speld in de databerg.
   De negende-eeuwse Perzische uitvinder Al Khwarismi had niet kunnen bevroeden dat de verbastering van zijn naam, Al-Goritme, ruim duizend jaar later een hype zou worden. Algoritmes produceren zelf soms ook ruis en misverstand.  Want hoe vertaal je ‘opzet’, ’grove schuld’ of ’redelijkheid en billijkheid’ naar enen en nullen? Waar juristen doorgaans niet kunnen programmeren, hebben ICT-ers die aan toepassingen knutselen weinig juridische bagage. En de administratieve krachten die de beslismachines voeden met data of de output omzetten in beschikkingen, hebben van beiden alleen oppervlakkige kennis. Automatisering is meestal een bezuiniging. De Toeslagenaffaire laat zien hoe fout dat kan gaan.
  Dat bleek ook al in 2018 bij een steekproef met het antifraude-algoritme Systeem Risico Indicatie (SyRI): Meer dan de helft van SyRI’s fraudemeldingen bleek bij nader onderzoek niet terecht. Het Public Interest Litigation Project (PILP) stapte samen met anderen naar de rechter en die oordeelde in 2020 dat SyRI teveel de privacy schond. ‘Als de overheid zoveel datasets verzamelt, dan is er al snel een dienst die op het idee komt er ook iets mee te gaan doen’, zegt PILP-advocaat Jelle Klaas.
   
Nu ligt de opvolger van SyRI, de Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS) bij de Eerste Kamer. NGO’s en de Autoriteit Persoonsgegevens waarschuwen voor ongelukken. ‘Als overheidsdiensten straks nog meer data, ook van bedrijven, mogen uitwisselen en koppelen, is er risico op een nieuwe Toeslagenaffaire’, zegt Klaas. ’De staat wil nooit openbaren hoe algoritmes werken. Dan heeft de burger het spelletje door, zo is de gedachte. Burgers moeten online steeds ingewikkelder data invoeren en door hoepels springen. Wanneer je dan een foutje maakt, wordt dat geframed als fraude.’

De zoekmachine van rechtspraak.nl turft 141 uitspraken met het trefwoord ‘algoritme’, allemaal vrij recent. Een fractie van het werkelijke aantal, want de SyRI-zaak zit er niet bij, geen Toeslagen-jurisprudentie of strafzaken tegen door algoritmes opgehitste wappies. Maar wel parkeerboetes, WOZ-waardes, lotingen voor scholen, een algoritme voor vingerafdruk-matches, gemeentes die procederen over verdeelsleutels en natuurlijk veel civiele zaken met en tussen tech-bedrijven.
   
In de Verenigde Staten loopt sinds een paar maanden een massaclaim tegen Siri, de Big Sister van Apple. Op papier zijn de privacyregels voor dit soort chatrobots de laatste jaren behoorlijk aangescherpt. Meeluisteren of opslaan op een server mag alleen met toestemming. Maar de eisers beweren dat die restricties niet werkten toen ze Siri per ongeluk aanriepen. Wanneer ze het bijvoorbeeld met iemand over Syrië hadden. Daarna kregen ze hele specifieke popups, bijvoorbeeld een vakantie naar Damascus. Siri had kennelijk niet alleen per ongeluk afgeluisterd, maar was ook ongevraagd gaan zoeken. Een datalek, tamelijk onschuldig, maar wat lekt er nog meer?

Januari  2022 - Door alle hectiek van de afgelopen maanden ben ik nog helemaal niet toegekomen om te bloggen over de renovatie die Studio Ondergrond na jaren vertraging eindelijk ondergaat. Eind augustus is de verbouwing begonnen en in 2022 hoop ik straks verder te kunnen met de combinatie van een Bed and Breakfast, een laagdrempelige galerie en natuurlijk met schrijven, journalistiek en mediaproduktie. De afgelopen jaren stond het allemaal wat op een laag pitje en schreef ik vooral veel voor mijzelf, maar dit nieuwe jaar hoop ik op alle vlakken te oogsten. Mijn literaire debuut, verder onderzoek naar de Belastingdienst samen met de Groene Amsterdammer en Eenvandaag, drie serieuze docu-plannen en daarnaast de covid-bestendige Bed and Breakfast op deze heerlijke plek  aan de  Amsterdamse grachten, waar ook de galerie een frisse doorstart gaat krijgen. Ik heb de lockdown gebruikt om straks beter uit de startblokken te komen. Het gaat allemaal niet makkelijk. Net als de afgelopen zes jaar zijn er veel juridische, financiële en bouwkundige hobbels te nemen en werken instanties en banken ouderwets tegen.  Maar inmiddels door de wol geverfd, geef ik niet op en vind tot nu toe steeds weer andere wegen. Eigenlijk net als in de onderzoeksjournalistiek: De hindernissen en obstructie maken je verhaal sterker en uiteindelijk meer de moeite waard.
    Dat ik niet heb geblogd, komt ook omdat ik sinds het begin van de verbouwing een wekelijkse vlog maak. Gewoon met mijn mobiel en gratis montagesoftware. Voor vrienden en familie op Facebook en Insta maar ook voor een community van meer dan duizend volgers op Tiktok, vaak bouwvakkers die het leuk vinden om hun werk eens belicht te zien door een tevreden en geinteresseerde klant. Mij leert het weer dat sociale media ook voor ouwe lullen als ik nog best een toegevoegde waarde kunnen hebben en dat de techniek het maken en verspreiden van mooie filmpjes wel makkelijk maakt. Ik zie dus vooral heel veel mogelijkheden, hoewel ik nooit rijk ga worden als influencer. Maar dat hoeft ook niet. Het jaaroverzicht van de verbouwing staat samen met de eerdere afleveringen hier op mijn Youtube kanaal.

November 2021 - Tijdens mijn research naar misstanden bij de Belastingdienst heb ik me verbaasd over de rol van voorlichters. Communicatie blijkt een belangrijk onderdeel van het probleem, schreef ook Pieter Omtzigt al in zijn boek. In Den Haag lopen 800 woordvoerders op de ministeries rond en landelijk zijn er tien PR-functionarissen voor elke journalist om langsheen te werken.
    Communicatieadviseurs zijn doorgaans onschadelijke lakeien. Je hebt er niets aan, hun persberichten zijn onleesbaar en de door hen georkestreerde fotomomenten, powerpoint prietpraat en spin-acties halen zelden de publieksmedia. Vervelender is dat ze er regelmatig wel in slagen echt (slecht) nieuws of interessante uitspraken van hun broodheren uit het nieuws te houden, maar blijkens de volle kranten en journaals elke dag glipt er nog genoeg door hun bemoeizucht heen.
       Maar de woordvoerder van de Belastingdienst maakte het wel erg bont de afgelopen maanden. Toen ik mijn eerste versie voor wederhoor liet lezen, wimpelde hij het verhaal van tolk Ahmed Abdi weg. Abdi is, vanwege vrijwilligerswerk voor mensen die hun aangifte niet zelf konden invullen, ten onrechte als fraudeur veroordeeld en raakte alles kwijt: geld, werk huis, toekomst. Vanwege privacy kon de voorlichter niet op details ingaan, maar mijn versie zat ‘vol ongerijmdheden’, smaalde hij.        
    
Door zijn dedain motiveerde hij me verder te graven en ook andere gedupeerden op te sporen, die hetzelfde bleken te hebben meegemaakt. De ellende speelt niet alleen bij de Kinderopvangtoeslagen, zo vond ik uit, maar ook bij de gewone Inkomstenbelasting. De poenerige term 'belastingadviseur' was verkeerd voor deze groep, vond ik, hoe moest ik ze in het stuk typeren? Het waren een soort mannetjes, bedacht ik, zoals je een mannetje hebt voor de apk of voor de tuin. Maar was dat eigenlijk wel een woord, belastingmannetje? Ik googlede het en bovenaan stond een persbericht van de Belastingdienst, over precies mijn onderwerp; de harde aanpak van frauderende belastingmannetjes.


Ik mag die wereldvreemde voorlichters dus wel dankbaar zijn. Niet alleen wakkerden ze met hun arrogantie mijn ijver aan, ook droegen ze - geen enkel gevoel voor beeldvorming en storytelling - onbedoeld de vergelijking aan van de aandoenlijke belastingmannetjes tegen die dementerende, digibete Goliath die de fiscus is.
    Toen ik mijn nieuwe versie nog eens liet lezen, stuurde de voorlichter hem terug met ‘25 feitelijke onjuistheden’ als rode strepen in de kantlijn. Op dit broddelwerk konden ze niet serieus reageren. ‘Niet onderbouwd en feitelijk onjuist’, stond er 25 keer, ’het ging niet om vooroordelen maar om feitelijke afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde’, zo werd het (etnisch) profileren goedgepraat. En ik moest van de Belastingdienst de eindredacteuren van de Groene Amsterdammer en Eenvandaag in de cc zetten, want zij moesten dit ook weten. Die eindredacteuren waren net zo verbaasd als ik. Als ze al twijfels hadden over mijn verhaal, dan waren die met deze annotaties weggenomen. Nu zagen ze zelf hoe diep het problem zat. Er was helemaal geen sprake van fouten, alleen van een ander perspectief. De voorlichter leek echt in de vooronderstelling dat ze bij de Belastingdienst de waarheid in pacht hadden. Alleen hun perceptie was juist. ‘Ze hebben dus niets geleerd van de eerdere schandalen’, concludeerde eindredacteur van de Groene.
   
De voorlichter bood nog wel een achtergrondgesprek met iemand van de afdeling. Daar was nog weken de tijd voor, maar na twee weken kwam hij met hangende pootjes terug. Ze wisten niet wie het moest doen, de een wees naar de ander, niemand was bereid de gang van zaken toe te lichten. Als ik nu een actuele versie van het verhaal kon mailen, zodat hij intern kon laten zien dat er wel degelijk rekening was gehouden met zijn 25 idiote aanmerkingen. Ik mailde hem de versie waarin een paar wat gekleurde woorden waren vervangen (‘thuis overvallen’ werd ‘onaangekondigd thuis bezocht’, ‘dreigbrief’ werd ‘vooraankondiging navordering’). Tegelijk had ik nieuwe bronnen verwerkt, die het stuk harder en nog beter onderbouwd maakten. Uiteindelijk liet de voorlichter weten dat niemand met mij wilde praten, omdat ze dachten dat mijn oordeel toch al vaststond.
    
Jammer, want nieuwe info had het beeld zeker veranderd, misschien in hun voordeel, waarschijnlijk niet. In feite werd mijn stuk net zo behandeld en gecorrigeerd als een verdachte belastingaangifte en menen zij een monopolie op de waarheid te hebben. Alleen hebben ze in de media en de publieke opinie niet (meer) het laatste woord en werkt hun arrogantie in hun nadeel. Nu worden zij zelf  gecorrigeerd en hoe langer ze dat blijven ontkennen, des te pijnlijker het nog gaat worden.   
    In een officIële schriftelijke reactie schrijft de voorlichter:  'De Belastingdienst betreurt dat de journalist en De Groene niet bereid zijn geweest om de onjuiste aannames en gevolgtrekkingen in het stuk te corrigeren. Hierdoor krijgen de lezers een verhaal aangeboden dat niet strookt met de werkelijkheid.'
   'Bedankt voor de reactie, die denk ik goed aansluit bij het beeld in het artikel zelf', mailde ik terug, 'het is overigens nooit mijn inzet geweest om mijn aannames of gevolgtrekkingen te laten checken door de Belastingdienst. Ik kan gelukkig goed zelf nadenken. Het ging me enkel om de feiten, en daar heb je geen fouten in gevonden.'
    Waarop de voorlichter weer reageerde met: 'Opnieuw een onjuiste gevolgtrekking: er staan wel degelijk feitelijke onjuistheden in het stuk. Ik heb je daar eerder op gewezen. Meer kan ik niet doen. Jij kiest ervoor om de feitelijke onjuistheden (die deels voortkomen uit onjuiste aannames en gevolgtrekkingen) te handhaven. Dat is jouw keuze.'   
   Eigenlijk zit alles hierin: feiten, aannames en gevolgtrekkingen worden door de Belastingdienst door elkaar gehaald. Terwijl aannames vaak subjectief of ideologisch zijn, gevolgtrekkingen al dan niet logisch te staven en alleen feiten onweerlegbaar zijn. Feiten volgen nooit uit aannames en  ook niet uit gevolgtrekkingen. Gevolgtrekkingen komen voort uit feiten en wie conclusies uit data wil trekken, moet helder kunnen redeneren. Daar is een demente moloch als de Belastingdienst niet toe in staat.


 

Juli 2021 - Was Peter R. de Vries een man van details, ik hou van grote verbanden en nu hij ons helaas is komen te ontvallen, hier zijn grandioze  loopbaan (inclusief mijn kleine aandeel) en de opmars van de Nederlandse drugsmisdaad in vogelvlucht.
    Peter brak door met de ‘kwajongensstreken’ van Cor van Hout en Willem Holleeder, zijn latere vriend respectievelijk vijand. De ontvoerde Freddy Heineken had, zo vertelde Peter mij eens, met zijn thuiskratjes niet alleen de vader van Holleeder, maar eigenlijk heel Nederland aan de drank gebracht.

En sinds de jaren tachtig gingen er ook nog eens miljarden om in softdrugs, dankzij het gedoogbeleid. De politiek werd wakker toen in 1991 drugsbaron  Klaas Bruinsma werd vermoord. Veel later zou Peter aannemelijk maken dat de hasjimporteur iets moois had beleefd met prinses Mabel. Maar eerst kwam er een groot, grensverleggend politieonderzoek naar de mafia-organisatie die Bruinsma zou hebben nagelaten. De recherche hield drugscontainers niet langer bij de grens tegen, maar probeerde transporten tot aan de voordeur te volgen en zette zelfs een coke-lijn op, om zo de topmannen in het vizier te krijgen. Alles tevergeefs, want de boeven speelden dubbelspel en konden ongehinderd hun zakken vullen, met de IRT-affaire als gevolg.
  Met die affaire werd misdaadnieuws mainstreamnieuws en als nieuwbakken redacteur probeerde ik Peter te motiveren om meer aandacht aan georganiseerde misdaad te besteden. Maar hij liet het meestal liggen. Hij wilde zich juist onderscheiden van andere media en waarschijnlijk was hij ook te goed ingevoerd en kon niet straffeloos uit de school klappen.
   
Wel vocht hij in die tijd met verborgen camera een fittie uit met die andere hasjboer Steve Brown, maar verder beperkte hij zich ook toen al tot moord, doodslag en verkrachtingen in de privé sfeer. Dat soort persoonlijke misdaad hield de mensen volgens hem meer bezig dan die abstracte drugsimperiums.
     Toch mocht ik een keer een item maken over de megazaak tegen de opvolger van Bruinsma. Er was een tip binnengekomen dat hasjtransporten die hem in de schoenen werden geschoven, ook door de politie doorgelaten waren en dus onrechtmatig bewijs. Ik zou ergens in de achterhoek met de bron gaan praten. Ik herinnerde me afgelopen week dat er vlak voor mijn vertrek opeens een soort bodyguard op de redactie verscheen, die mij begeleidde. Dat had Peter ongevraagd geregeld. Hij liet je niet zomaar alleen rondbanjeren in het criminele milieu. Terugblikkend vind ik dat ontroerend. Want wie regelde dat soort zaken ongevraagd voor hem?

De hasjcontainer bleek terecht te zijn gekomen ergens in een afgelegen boerderij. De stroman van de zogenaamde deltaorganisatie bleek een gemoedelijke hobbyboer, als in de serie Hollands Hoop. Hij vertelde dat hij in de container sloffen Marlboro had aangetroffen, de doosjes in werkelijkheid gevuld met plakken Pakistaanse hasj, precies zoals de parlementaire IRT-commissie had beschreven.
    Een paar dagen na de uitzending ging de Officier van Justitie in de megazaak uitvoerig op het nieuws in. Maar de verdachte topman van Delta werd evengoed veroordeeld tot een paar jaar cel.

Maar ondertussen waren hasj en coke toen al lang weer ingehaald door XTC en andere designerdrugs. Nederland verbouwde nu niet alleen zijn eigen, doorgefokte nederwiet, maar exporteerde ook partypillen die over de hele wereld net zo in trek waren als de bijbehorende, hier gefabriceerde elektronische klompendance, die stadions vol slikkende, snuivende tieners nog altijd in chemische extase weet te brengen. Cor van Hout en Holleeder waren allang weer vrij en terug aan de top, nu als bijna respectabele vastgoedbonzen die hun belangen in narcotica, gokken en prostitutie professioneel hadden afgedekt.
   In 2003 werd Van Hout omgelegd, andere kopstukken volgden en een hele generatie boeven verdween voortijdig onder de groene zoden, terwijl ook de nieuwe lichting gangsters zich niet onbetuigd liet. Maar Peter bleef zich grotendeels beperken tot huis, tuin en keuken moorden, familiedrama’s en persoonlijk leed. Toch deinsde hij niet terug voor de confrontatie tussen de zussen Holleeder met hun broer of de tweespalt van kroongetuige Nabil B., die zijn broer verloor. Zo raakte hij – misschien tegen wil en dank - toch betrokken bij het nieuws over georganiseerde criminaliteit. Het ging hem om rechtvaardigheid in persoonlijke verhoudingen, maar het gaat de mafia om miljarden winsten, reputatiebeheer en concurrentie met andere bendes.
  Hij kende de risico’s en bleef trouw aan zijn keuzes. Daar kun je alleen maar respect voor hebben. Hij had niet de illusie dat je drugsmisdaad effectief kunt terugdringen, maar deed wel alles om nabestaanden van persoonlijke misdaad genoegdoening te geven.  En inderdaad zijn de IRT-affaire en andere mega-processen stoffige geschiedenis geworden, terwijl de verhalen over Nicky Verstappen of Tanja Groen tijdloos blijven. Het maakt niet uit hoe lang geleden, de doden worden niet ouder, blijven jong, de wonden vers en het feit dat hun moordenaars vrij rondlopen onaanvaardbaar, zolang iemand over ze blijft vertellen. Net zoals het onaanvaardbaar is dat Peter R. de Vries er niet meer is om dat te doen.

Juni 2021 - Beeldvorming in de politiek kan soms alle kanten uit schieten. Vaak gaat het niet eens om wat we zien, maar om wat we denken dat anderen ervan maken. Niet om je eigen opinie maar om die zogenaamde ‘publieke’ opinie. Rutte won de verkiezingen, maar door blunders van Ollongren en hemzelf stond hij opeens te kijk als intrigant die Omtzigt weg wilde promoveren.  
   De oppositie hakte op hem in, Kaag met haar Nieuw Leiderschap en Hoekstra die zelf met Omtzigt in zijn maag zit, trapten vals nog wat na en de Christenunie gaf hem een dag later, op goede vrijdag de Judaskus. Rutte verscheen ontredderd met mutsje en fiets in het Journaal, als een wankelende dictator op de vlucht. Zijn tijd was voorbij, concludeerde de parlementaire pers.
   Maar twee maanden later is het beeld weer gekanteld, zit Rutte weer ferm op het fietszadel en kan kiezen wie hij de komende jaren achterop neemt, met hun hangende pootjes: Ploumen en Klaver of toch weer Segers? Ik weet niet of hij zelf heeft bedisseld dat de notulen van de ministerraad via RTL Nieuws uitlekten, maar daaruit bleek dat niet hij maar juist ministers van CDA, CU en D66 klaagden over Omtzigt. 
  
En eigenlijk wisten we dit allemaal best. Het was natuurlijk leuk om teflon Rutte een paar weken lang af te branden en de man heeft ook ongetwijfeld fouten, maar achterbaksheid kun je hem moeilijk verwijten. Dan zou hij nooit tien jaar hebben kunnen regeren met links en rechts zonder ook maar één vijand te maken. Hij handhaaft zich niet door politieke spelletjes, maar werkt op basis van vertrouwen, en vertrouwen is makkelijker als er ook vertrouwelijkheid is, beslotenheid, intimiteit.  Binnenskamers gedragen we ons informeler en losser dan in de openbaarheid. Deals sluit je liever achter gesloten deuren. In het openbaar gaat onderhandelen stroef en ligt gezichtsverlies op de loer. Je houdt je kaarten tegen de borst en een compromis vereist moed. Dat heeft niets met Rutte te maken. Het zal ook niet wezenlijk gaan veranderen met een open bestuursstijl. De huidige formatie impasse, weken om de hete brei dansen, dat is het nieuwe besturen in de praktijk.
  Rutte is juist altijd een tamelijk open leider geweest, die ook overweg kan met minderheidscoalities en gedoogconstructies. Hij is in al die jaren nooit echt met meel in de mond gaan praten, geeft antwoord waar dat kan en legt uit waarom hij op sommige vragen nog geen antwoord kan geven. Misschien heeft die transparantie als keerzijde dat hij een enkele keer in het landsbelang iets moet ‘vergeten’. Liever dat dan een politicus die overal omheen lult, zodat hij nooit ergens op gepakt kan worden.
  
Op dit moment is Rutte volgens mij de beste leider die we hebben, effectiever dan de steile Kaag of de hoekige Whopper. Ondertussen kan zijn opvolger zich warmlopen. Met al het gedoe kan het imago van de overspannen Omtzigt niet meer stuk. Hier ligt een buitengewone politieke kans. Als hij de komende twee jaar zich verder profileert met de enquêtes die Rutte een waardige aftocht zullen gaan bezorgen, dan kan hij de volgende verkiezingen winnen en de premiershamer overnemen. Omtzigt is meer dan de zoveelste populistische eendagsvlieg. Hij heeft, getuige zijn boek, verstand van besturen en kijkt voorbij de onderbuik, de waan van de dag, de randstad en de landsgrenzen. Hij lijkt me een populist van de goede soort. Een outsider, maar wel met kennis van zaken en gericht op resultaten. Hij spreekt ook kiezers aan die hun vertrouwen in de politiek zijn verloren en heeft bewezen te beschikken over het doorzettingsvermogen om veranderingen af te dwingen. Na decennia van pragmatische polderaars krijgen we straks misschien een Man met een Missie in het torentje.

Maart 2021 - Ons land, onze luchtwegen en onze gesprekken worden nu al een jaar in beslag genomen door het virus. Eerst waren er nog wel mensen die meenden dat Covid 19 ons iets wilde vertellen, maar nu probeert zelfs Hugo de Jonge zich niet meer te verplaatsen in de strategie van de vijand. Ondertussen verplaatst het virus zich wel in ons. Hoewel niet positief getest en verder zonder klachten deed ik wel een poging om het virus een stem te geven: 


BRIEF VAN COVID 19

Beste mensen.

 Nee, wij zijn niet uit op wereldheerschappij. Jullie mogen de baas blijven spelen, wij liften gewoon een poosje met jullie mee. We passen onze databestanden voortdurend aan, zodat het nog beter tussen ons klikt. Net zoals jullie willen wij niets anders dan onze in nucleïnezuur versleutelde informatie doorgeven naar de toekomst. Dat is alles. En jullie helpen een handje daarbij.
       Zoogdieren dansen, paren, baren en verzorgen de nieuwe genetische files, totdat die worden gereproduceerd in een volgende generatie. En zodra dieren tegen elkaar aan schurken, kunnen wij, virussen, ook verder met de verspreiding van óngenen. We zijn gegevensdragers, zakjes DNA, net zo goed als jullie. Het ene DNA is niet beter of belangrijker dan het andere. Het wil allemaal overleven, mee bljven tellen in de optelsom van eigenschappen, de verscheidenheid aan kleuren, vormen en leefwijzen. Van mug tot olifant, van alg tot aap.
    In alle bescheidenheid zijn wij misschien wel de meest efficiënte vorm van evolutie. We eten niet en worden niet gegeten. We zijn totaal nutteloos, kunnen alleen delen en muteren. Daarbij worden we niet afgeleid door zintuigen of zelfbewustzijn. Toch schieten ook wij soms wat door in levenslust en wordt onze gastheer ziek. Maar dat was dan niet de bedoeling, zoals ook jullie je habitat, de aarde, niet opzettelijk verzieken.       
    Als onze gastheer onverhoopt sterft, springen we over op een ander. Daarvoor hebben we geen liefde nodig, geen restaurants of theaters, geen festivals of vliegvakanties, hoewel die dingen wel helpen bij onze vermenigvuldiging.
    
Ook met vaccins kunnen we leven. Prima als jullie straks minder ziek worden en het openbare leven wordt hervat. Hoestend en handenschuddend zullen jullie onze data blijven verspreiden, zonder dramatiek en quarantaines. Jullie zullen ons vergeten, maar onze genetische broncode zal niet worden vergeten. Ons verhaal gaat gewoon verder, ook al haakt het publiek af.
  Jullie gooien straks alle remmen los? Wij hebben de lusten en niet de lasten. Want als er over een paar eeuwen nauwelijks mensen meer zijn, hebben wij ons allang genesteld in andere leefvormen. Wij bestaan al miljoenen jaren, ter land, ter zee en in de lucht.  
  Onze genen zijn eigenlijk een soort brieven, net zoals die van jullie. Verhalen over het leven zelf. Maar waarom worden  die brieven al honderden miljoenen jaren herschreven en doorgegeven, als niemand ze kan lezen? Jullie proberen de geheimtaal van het DNA stukje bij beetje te decoderen. Maar ontcijferen is kennelijk wat anders dan begrijpen: Soorten hebben elkaar gewoon nodig. In wezen zijn jullie net zo aanhankelijk als wij.

Oktober 2020 - Eind jaren negentig maakte Nederland kennis met het eufemisme ‘preventief ruimen’. Voor het eerst werden in naam van virusbestrijding miljoenen varkens, koeien en kippen gedood en vernietigd. Die virussen waren er altijd al. Maar door de intensieve veeteelt in een dichtbevolkt land, waren nu opeens draconische maatregelen nodig. Nieuwsbeelden van dode dieren die met een grijperbak als vuilnis in containers werden gekieperd (zoals op deze foto van omroep Gelderland) veroorzaakten schok en woede.  Varkens in Nood demonstreerde op het Binnenhof en boeren hingen uit protest dode varkens aan bomen. De foodie trend vind zijn oorsprong in deze periode. Toch zijn we sindsdien de methode van stamping out normaal gaan vinden. Elk jaar worden wel een paar keer boerderijen geruimd. Nertsen, geiten, eenden. We kijken er niet meer van op.
   Ik zocht het destijds uit en het paardenmiddel kwam uit een obscure Brusselse circulaire. Een keer in de dertig jaar een deel van de veestapel ruimen zou goedkoper uitpakken dan andere manieren van ziektebestrijding. Toen al vertelden deskundigen in mijn reportage dat die rekensom achterhaald was. Preventief ruimen is niet alleen dieronvriendelijk maar ook duur.

Dit jaar maken we kennis met de ophokplicht voor mensen. Thuiswerken, mondkapjes, een verbod op alle dingen die het leven leuk maken zoals uitgaan en feestjes, een app die onze laatste contactmomenten vastlegt. Net als toen komen de regels niet van een duistere mastermind, maar van stuntelende wetenschappers en medicijnmannen die met de beste bedoelingen ook maar wat doen. En na Covid 19 doemen de volgende nieuwe virussen al op. Gaan we straks elk griepseizoen in ‘intelligente lockdown’? Gaan we elk gemuteerd virus monitoren en ‘gericht bestrijden’?
     Het probleem is niet dit relatief onschuldige virus, maar ons versnipperde zorgstelsel, waar de combinatie van marktwerking en strenge quota zorgt voor veel bureaucratie, verwarring en fouten. De zorg zou nu gouden tijden moeten beleven, want er is een enorme zorgvraag.  Had al die miljarden gestopt in meer IC-bedden en het omscholen van tienduizenden werklozen als verpleegassistent. Het is vreemd dat we nu, na een half jaar, weer allemaal dicht moeten zodat de zorg deels open kan blijven.
     We leven sinds maart in een medicocratie, waar falende virologen de dienst uit maken. Maar artsen zijn niet opgeleid als  managers. Ze worden geleid door smetvrees en maken ons nu al maanden bang voor kansberekening, voor wat er zou kunnen gebeuren als we niet luisteren naar de dokter. De zorg zou de oplossing moeten zijn, en niet het probleem. En het is een slecht idee om het landsbestuur uit te besteden aan zorgmanagers die hun eigen winkel niet op orde hebben.
    Wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart’, schreef Prediker: We kunnen niet alles doorgronden over de miljoenen microben die in en om ons krioelen.  Ik heb de corona-app geïnstalleerd, zal vooraan de rij staan voor een vaccin, maar hoop dat we de corona aanpak straks kunnen beschouwen als een vergissing, een middel dat erger bleek dan de kwaal. Laten we alle nieuwe varianten gewoon weer griep noemen, te bestrijden met hoestdrank, thee met honing en vers citrusfruit en natuurlijk voldoende IC-bedden voor de enkeling die het echt te pakken heeft. En als ik zelf ooit mocht bezwijken aan een toekomstig achterneefje van Covid19, dan lijkt me dat een betrekkelijk mild en menswaardig einde.

Juni 2020 - Begin dit jaar schreef iemand in een opinieartikel in de Volkskrant over het gevaar van een infodemie. Corona was nog een onschuldig dan wel verdacht griepje in het verre Wuhan, waarover we in de nieuwsarme periode rond de feestdagen vrijblijvend konden schamperen dan wel griezelen. Twee maanden later had het virus alle nieuwsuitzendingen en krantenpagina´s geïnfecteerd en sindsdien gaat het nergens anders meer over.
       Dankzij de crisis kreeg de journalistiek officieel de status van vitale sector, net zo belangrijk als de zorg, de supermarkten en de schoonmaakbranche. En dus zijn we nieuws gaan maken, veel nieuws, non stop. De honger naar informatie is onstilbaar bij het thuiszittende publiek en bij gebrek aan feiten moet de kijker het vaak doen met eindeloos speculeren en oeverloos discussiëren. We weten niet wat het beste werkt. De virologen kunnen pas definitieve conclusies trekken wanneer het voorbij is.
         V
an onschuldige verkoudheid werd Covid19  bijna van de ene op de andere dag opgepompt tot die dodelijke pandemie waarvoor rampenfilms ons al die jaren hadden gewaarschuwd. Het eencellige wezentje met zijn aandoenlijke zuignapjes werd in de beeldvorming een bloeddorstig vampiertje, de 21e eeuwse versie van de zwarte dood. Het is oorlog en televisie heeft weer iets van Radio Oranje met veel ‘eendracht’, ‘samen’ en ‘verbinding’, ook in de galmende reclameblokken. De werkelijkheid op straat en in de supermarkt voelt anders. Overal hangt de nervositeit van de tandarts of de security check op de luchthaven. De strijd tegen het virus maakt ons niet solidair, maar juist bang voor elkaar. Handen schudden werd handen wassen, de omhelzing anderhalve meter. De gemeenschappelijke vijand heeft het gezicht van de ander.
     Een toch al gepolariseerde samenleving drijft zo - alle mooie woorden ten spijt -  nog wat verder uit elkaar. Eindelijk was het boerkaverbod in het openbaar vervoer een feit, maar nu moet iedereen zijn gezicht bedekken. Oud en jong, flex en vast touwtrekken over de regeltjes van het nieuwe fatsoen en de rekening voor de onvermijdelijke recessie.
       Corona zelf is niet zo bijzonder, maar de bestrijding ervan lijkt me uniek in de wereldgeschiedenis. Zelfs tijdens gruwelijke oorlogen gaat het leven door, nu ligt alles maandenlang stil. Tijdens pest-uitbraken in de zeventiende eeuw droegen alleen de dokters gezichtsmaskers in de vorm van een vogelkop. Veel besmettelijke ziekten zijn dodelijker dan Corona. Malaria, aids, tbc, cholera, ebola, typhus en veel andere ziektes steken regelmatig ergens de kop op of maken bepaalde gebieden permanent minder veilig. Toch hebben we ermee leren leven.Het grootste gevaar van Covid19 is zijn onschuld. De meeste geïnfecteerden worden niet of nauwelijks ziek maar kunnen wel anderen besmetten. Vandaar de paniek en de maatregelen in maart, na de eerste Nederlandse sterfgevallen.
       Het angstbeeld van uitpuilende wachtkamers vol doodzieke mensen was effectief om iedereen drie maanden thuis te houden en deze golf van besmettingen te smoren. Maar nu dat is gelukt komen de maatregelen overtrokken voor. Het middel was erger dan de kwaal.

Historici zullen straks misschien op de corona terugkijken als een wereldwijde massapsychose. De lockdown was in december bedoeld om het virus in Wuhan in te dammen. Toen dat mislukte, werd het middel overgenomen door andere landen. Symboolpolitiek, omdat containment al geen zin meer had. In veel arme landen is nauwelijks corona, maar zitten mensen al maanden hongerig in hun hutjes, alleen omdat hun regering niet achter wil blijven.
       Rutte beloofde eerst een muur van immuniteit, later werd het doel flattening the curve. Maar groepsimmuniteit is nog lang niet bereikt, juist omdat de piek laag, steil en kort bleef.
      Uit allerlei onderzoeken blijkt nog geen heldere relatie tussen aanpak en effect. Helemaal niets doen en laten uitrazen was geen optie, maar nu de ziekenhuizen weer leeg zijn, kun je concluderen dat het hele land stil leggen onnodig was.
        We zouden vooral kwetsbare mensen moeten beschermen. Triest dat de verpleegtehuizen tot voor kort niet eens mondkapjes kregen. Alles ging naar de ziekenhuizen. Tijdens de piek lagen daar 1200 zieken op de IC. Dat is nauwelijks een epidemie te noemen en zou voor een land als Nederland geen capaciteitsprobleem mogen vormen.
        Er zullen vast nieuwe, plaatselijke uitbraken komen. Ik hoop dat de media tegen die tijd uitgekeken zijn op het onderwerp en het afdoen met een item halverwege het journaal. Dat we in het ergste geval onze mondkapjes uit de kast halen, maar wel gewoon naar werk, school, restaurant of theater blijven gaan. Tegen die tijd is er vast weer een ander thema om je druk over te maken. Hoe gaat het eigenlijk met de Brexit, waarvoor we ook jaren bang zijn gemaakt? Staat de EU straks weer eens op springen vanwege de corona-schulden? Of zullen we het hebben over de diepere oorzaken van deze pandemie? Te veel vlees eten en vliegen? Laten we een fractie van de coronahysterie bewaren voor duurzaamheid en klimaat.
        Media blazen de waan van de dag graag op tot historische proportie, terwijl ze geen aandacht hebben voor structurele veranderingen. Hoe vaak hebben we de afgelopen decennia na een incident niet beweerd dat de wereld nooit meer hetzelfde zou worden?
       Maar na eerdere epidemieën (gekke koeien, Q koorts, varkenspest, vogelgriep) werden dieren nog verder opgehokt in steriele quarantaine. Op 9/11 en IS reageerden we met laffe bombardementen op onschuldige burgers en steun aan misdadige regimes. Na de schuldencrisis trokken de oude banken zich verder terug in hun ivoren torens. De eurocrisis werd opgelost door de geldpers permanent te laten draaien, ook de komende jaren weer. Elke keer gaan we, zodra het weer kan, op de oude voet verder en zetten zelfs nog een tandje bij. De geschiedenis leert dat de meeste mensen er weinig van leren.

 

Maart 2020 - Uit de veelbesproken talkshow oorlog is wat mij betreft een grote winnaar tevoorschijn gekomen, waar je niet zoveel over hoort. Dat is de geloofwaardigheid van de journalistiek. En die kan in deze tijden van nepnieuws en complot denken wel een succesje gebruiken.
    Nog maar twee maanden geleden gaf niemand een cent voor de publieke omroep. Jinek had zich laten wegkopen door RTL en Jeroen Pauw vertrok, volgens NRC omdat hij nog meer wilde verdienen dan hij al deed.
       Hoongelach alom toen NPO aankondigde de twee Late Night sterren te vervangen door vijf presentatiekoppels met relatief of volslagen onbekende gezichten. Wat een zwaktebod, smaalden de commentatoren. Wat een armoede! Moeten deze nobody’s het opnemen tegen diva Jinek? Moeten deze losers de trotse Pauw doen vergeten? Maar vanaf de eerste uitzending bleek dat heel goed te gaan. De nieuwkomers scoren zelfs structureel beter dan de ervaren Jinek. Ze hebben vaak betere gasten, de duo presentatie zorgt voor een prettige sfeer en het zijn bijna allemaal ervaren, inhoudelijk sterke journalisten. Met zijn tienen zijn ze zeker aan Jinek gewaagd, en het is gelukkig ook weer niet zo dat alle kijkers Jinek nu links laten liggen. Ik denk dat de meeste kijkers net als ik heen en weer zappen op zoek naar de interessantste gasten en verhalen en dat de presentatie weer bijzaak is geworden. Daarom een overwinning van de inhoud.
       Ondertussen zie je tussen de tien nieuwe gezichten de toptalenten al schitteren. Hugo Logtenberg en Erik Dijkstra zouden zomaar uit kunnen groeien tot de nieuwe Pauw of zelfs de nieuwe Matthijs. Maar het is de vraag of zij straks met evenveel gemak een topsalaris kunnen eisen. Als het succes van OP1 iets duidelijk maakt, is dat talent helemaal niet zo dun gezaaid is. En bijna iedereen heeft een personality. Als je presentatoren maar laat groeien en de kijkers aan ze kunnen wennen, dan is er genoeg potentieel. Het is onzin om een vedette tot ver voorbij zijn uiterste houdbaarheidsdatum een topsalaris uit te keren, alleen omdat hij in een ver verleden een kans heeft gehad en gegrepen. Dan is het veel slimmer van de publieke omroep om nieuwe gezichten een kans te geven. Het gaat tenslotte om belastinggeld en de kijker wil ook wel weer eens een ander gezicht en geluid.
      Het gaat aan de talkshowtafels ook regelmatig over topsalarissen. Het was altijd ongemakkelijk om zo’n grootverdiener te zien fulmineren tegen bonussen en graaicultuur bij de banken of woningcorporaties. Goed, het vraagt misschien meer talent, lef en kennis om een talkshow te presenteren, dan om een suffe aandeelhoudersvergadering of raad van bestuur voor te zitten, maar toch voelde het altijd als boter op het hoofd van de kritische talkshow host. Maar als het thema topsalarissen straks langskomt bij Op1, dan kunnen de presentatoren van dienst zonder blikken of blozen hun modale loonstrookje op tafel leggen.

September 2019 – Volgens sommige journalisten is de waarde van een verhaal af te meten aan de maatschappelijke impact die het heeft. Zo’n journalist heeft een missie. Hij wil de wereld veranderen en zijn verhaal is een middel. Zelf heb ik me nooit aangetrokken gevoeld tot actiejournalistiek, noch van links noch van rechts. Natuurlijk vindt een journalist van alles, maar zijn meerwaarde ligt in onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Hij is alleen maar toeschouwer en juist daarom geloofwaardig. Zijn verslag, het verhaal kan de wereld soms wel veranderen, maar dan moet de verteller niet in de weg staan.
     Ik heb dus nooit ministers ten val gebracht of bedrijven doen wankelen. Toch hebben mijn verhalen ook wel invloed gehad. Zo zie ik mezelf graag als geestelijk vader van de Keuringsdienst van Waarde. Voor EenVandaag maakte in eind jaren negentig een serie reportages over voedselschandalen. Het was de tijd van varkenspest, gekke koeien en vogelgriep. Ik ging met de camera de voedselfabrieken in, op zoek naar de oorsprong van kant en klaar maaltijden. Na twee afleveringen bloedde de serie dood. Er was weer ander nieuws en het bleek veel research te kosten.  Een jaar later startte de Keuringsdienst met hetzelfde format, maar dan veel beter uitgewerkt.
     Ik was inmiddels bezig met de zaak Guus Kouwenhoven, een Nederlandse houtmagnaat die verstrikt was geraakt in een gruwelijke Afrikaanse burgeroorlog. Na mijn primeur werd de man gearresteerd. Wat volgde was een van de langstlopende processen ooit. De strafzaak loopt al meer dan vijftien jaar en het einde is nog niet in zicht.
     Ook ben ik trots op mijn docu over de weduwe van Hans Janmaat. Ik portretteerde haar als eerste, Fons de Poel en Jeroen Pauw brachten ieder hetzelfde verhaal integraal twee keer op prime time, maar niet half zo goed.
     En vorig jaar schreef ik dit stuk over discriminatie in de advocatuur. Een groep zwarte vrouwen die zich op eigen kracht invecht in een wereld van witte mannen. Toevallig sprak ik onlangs een van de dames weer. Het verhaal had veel losgemaakt. Ze waren op de radio geweest, ontvangen door de deken van de orde van advocaten en hadden van een juridische uitgeverij gratis abonnementen gekregen. Maar op het warme bad volgde een koude douche, toen de vrouw vanwege een ruzie waar ze niets mee te maken had, werd geschorst en door de lokale orde werd gefileerd. Zelfs die allerlaatste loodjes in een onbeschrijflijk lange en moeilijke weg die ze moest gaan om haar achterstand in te halen, werden haar nog extra moeilijk gemaakt. Hadden de heren het stuk niet gelezen? Zagen ze in haar inzet en integriteit een bedreiging voor hun zakkenvullerskartel? Wie zal het zeggen. In ieder geval heeft ze het toch gehaald en is ze nu officieel advocaat. Als mijn stuk daar ook maar een millimeter aan heeft bijgedragen, dan is me dat meer waard dan een aftredende minister.

Augustus 2019 - Ik ben wel eens jaloers op geoefende bingewatchers die feilloos hun favoriete serie kunnen typeren en analyseren. Een sf wild west met robots als cowboys en een vleugje gothic. Een vampier thriller met humor, SM en een enkele verdwaalde zombie. Een streekroman met prachtige landschappen, zinderende incest, rivaliserende drugsbendes en een geheimzinnige zwervende predikant. De mediaconsument krijgt een breed menu voorgeschoteld met elke keer weer verrassende combinaties van vertrouwde elementen.
    Ik schrijf zelf fictie, maar ben wat minder goed met genrewetten. Ik heb weliswaar literatuurwetenschap gestudeerd, maar net in de verkeerde tijd. Eind jaren tachtig heerste het Modernisme nog op de universiteiten. Alles draaide om experiment, hermetische, onleesbare teksten, vervreemding, autonome kunst. Ik ben als het ware jarenlang gebrainwashed met atonale muziek. Mijn professoren beweerden dat de tijd van harmonie, klassieke vormen en leuke liedjes definitief voorbij was. Weliswaar had je nog de postmodernisten die toen al jongleerden met genres, maar dat was een hype, beweerde mijn neomarxistische hoogleraar, dat was een tijdelijke terugval. De toekomst was abstract, een stream of consciousness van klank en ritme zonder structuur of vaste betekenis. Hij had natuurlijk ongelijk. Het modernisme is geschiedenis, en het postmodernisme mainstream geworden.
     Alle genres –detective, science fiction, wild west, griezel, ridders, vampiers en zelfs de romkom- zijn uitgevonden in de negentiende eeuw, toen lezen bereikbaar werd voor de gewone man. De genres begonnen vaak met echte literatuur. Omdat de eerste boeken over  Frankenstein, Dracula, kapitein Nemo, Sherlock Holmes en Ivanhoe bestsellers werden, gingen pulpschrijvers het succes immiteren en dat doen ze eigenlijk nog altijd. Het woord cliché betekent letterlijk een drukplaat, een format.
    Mijn professoren hadden wel een beetje gelijk. Kunst en literatuur moeten altijd vernieuwen, origineel zijn, meer dan alleen maar een invuloefening of herhaling van een succesformule. Tegelijk kan geen enkel kunstwerk zonder conventies en regels en heeft onze smaak waarschijnlijk zelfs te maken met onze psychologie. Zoals we lekker vinden wat ons lichaam nodig heeft (suiker, zout, koolhydraten), zo geven goede verhalen ons de nodige houvast in het leven. Onder alle wendingen en variaties schuilt toch vaak nog iets van de oude moraalvertelling. De rampenfilm waarschuwt en vermaant, de feel good beloont en motiveert.
    De bingewatcher is zich van die impliciete moraal vaak niet bewust. Die klikt gewoon lekker verder naar de volgende aflevering, met een zak chips op de bank. De mediaconsument is handig met labels en typeringen, maar weet dus niet meer wat de labels betekenen. Het is alleen maar marketing, een manier om spullen te slijten door er een wervende sticker op te plakken. Ik ben zelf meer geïnteresseerd in kwaliteit. Een verhaal is namelijk niet alleen maar goed omdat er een astronaut in zit, of een rechercheur of een seriemoordenaar. Het verhaal moet boeien en verrassen, en dat zit hem toch meer in details, originaliteit en vakmanschap dan in het toepassen of slim combineren van oude genrewetten.

Juli 2019 - Bijna Iedereen boven de veertig herinnert zich het ijdele maar goedlachse typetje professor Akkermans (‘ik word genoemd’) uit Koot en Bie. Nu, zoveel jaar later, is Akkermans nog altijd professor, maar de lach is verdwenen en de eerzucht geradicaliseerd. De man heeft het nooit tot minister geschopt. Zijn naam wordt zelfs niet meer genoemd. De geleerde is een boze witte man geworden.
    Ik had hem benaderd voor een artikel over letselschade, want hij doceert tegenwoordig verzekeringsrecht aan de Vrije Universiteit. Ik had hem twee keer proberen te bellen en een beleefde mail gestuurd. Toen belde hij ongevraagd terug. Hij had hier eigenlijk geen tijd voor, zo dreinde hij, maar voelde zich toch verplicht het journaille te woord te staan. De wetenschap wordt betaald met belastinggeld en moet maatschappelijk dienstbaar zijn.
    Vervolgens begon Akkermans over de telefoon een warrig hoorcollege af te steken. Na drie kwartier werd mij duidelijk dat hij precies dezelfde analyse probeerde te geven, als drie eerder geraadpleegde bronnen, die dat in een paar zinnen hadden samengevat. Met een enorme aanloop trapte Akkermans in slow motion een open deur in. Vragen en interrupties van mij wimpelde hij af. Hij deed niet aan speculatie. Dit was zuivere wetenschap, bralde hij. Vervolgens begon hij geheel ongevraagd te oreren over vergezichten waarin wetenschappers aan de macht zouden zijn.
    Ik moest hem uiteindelijk beleefd maar beslist afkappen, omdat ik een andere afspraak had. Een week later mailde ik hem zoals afgesproken het concept artikel, waarin ik ook twee quotes van hem verwerkt had. Nog dezelfde avond mailde hij terug. Ik had hem goed geciteerd, er zaten geen fouten in het stuk, maar hij was laaiend over een jurist die ik in het stuk ook aan het woord liet (en die zelfs meer ruimte kreeg dan hij). Die jurist was fout, en ik had dat veel duidelijker moeten maken. Dit was slechte journalistiek, een schande om zo’n oplichter een platform te geven. Akkermans had echt werk van zijn mail gemaakt en mijn stuk geannoteerd met lange, manische voetnoten zoals: 'Dit mag niet gepubliceerd worden' en 'je laat toch ook geen pedofiel aan het woord?'
    Ook nu herhaalde de man met veel omhaal alleen maar wat ikzelf en anderen in het artikel ook al beweerden. De oplichter werd wel degelijk kritisch opgevoerd, maar subtiel en met wederhoor, zo schreef ik ook in mijn antwoord aan Akkermans, waarin ik hem bedankte voor zijn tips en feedback. Ik beloofde het stuk nog wat aan te scherpen, negeerde zijn tweede mail met dringende adviezen en maakte een betere versie van het artikel die ik inleverde bij de opdrachtgever. Toen hoorde ik dat Akkermans ook naar de redactie had gebeld om voor mij en mijn artikel te waarschuwen. Als journalist stuit je in probleemwijken soms op vervelende hangjongeren, ik kreeg meermalen advocaten op mij afgestuurd vanwege onwelgevallige feiten in verhalen, maar nooit eerder voelde ik me zo geïntimideerd als door deze lage acties van deze professor Akkermans. Waar bemoeide die man zich mee, die het verschil kennelijk niet begreep tussen feiten en opinie, tussen reportage en column? In een reportage neemt de verslaggever zelf in principe geen positie in. Hij kan alleen door de samenstelling van het stuk, de toon en selectie een evenwichtig en goed beeld geven. Ik kan niet iemand interviewen en tegelijk zeggen: deze man vind ik fout. In een column kan dat natuurlijk wel, en dat doe ik bij dezen. Een hoogleraar –zelfs in een pseudowetenschap als Rechten- zou beter moeten weten.
    Waar journalisten altijd op zoek moeten naar lezers of kijkers, kunnen wetenschappers zich hun hele carrière verschansen in hun eigen gelijk. Ze wanen zich koning in hun minuscule specialisme en worden goed betaald, omdat hun positie nu eenmaal beschermd is. Ze zijn gearriveerd en hoeven niet meer bang te zijn voor concurrentie. En waar geen concurrentie meer is, heersen middelmaat, orthodoxie en eigendunk.
    Ik heb Akkermans helemaal uit mijn artikel geschreven (ik had immers al 3 andere bronnen) en zal hem nooit meer raadplegen. Dat lijkt me de beste reactie op zijn achterbakse handelswijze. Het staat iedereen vrij om een andere mening of smaak te hebben en ik ben altijd bereid daarover te praten. Maar de pers je wil op proberen te leggen is censuur en dat gaat te ver. Wel zou ik het passend vinden als professor Akkermams door dit stukje misschien weer een enkele keer genoemd zal worden.

April 2019 - In al weer de tweede zuiveringsronde bij het jonge Forum voor Democratie moest medeoprichter Henk Otten het veld ruimen. Henk de Tank werd publiekelijk vernederd en afgeserveerd, omdat hij het had bestaan om in een interview wat kritiek te leveren op het narcisme van Baudet. De partijleider liet zijn in ongenade gevallen adjudant als straf omstandig geselen, maar verleende daarna gratie. Henk mag toch in de senaat. Het lijkt een slimme zet van Baudet. Het oogt lankmoedig, maar is misschien wel het toppunt van sadisme. De gemuilkorfde beer moet straks in de senaat dansen naar de pijpen van de Boreale Leider.
      Had de gewezen bankier maar een paar weken gewacht met zijn aanval, dan had hij als leider van de grootste Senaatsfractie zonder moeite kunnen uitgroeien tot het gezicht van zijn partij. De regering heeft geen meerderheid in de Eerste kamer en Otten had deals kunnen sluiten met Rutte 3. Zo zou hij het komisch duo Baudet in de Tweede kamer moeiteloos voorbij hebben gestreefd. Maar Otten kon niet wachten, liet zich kietelen door journalisten van NRC en bevestigt maar weer eens dat bankiers geen betrouwbare penningmeesters zijn, en nog minder benul hebben van strategie en hoe het er in de echte wereld aan toegaat, zo luiden de meeste commentaren.
         Maar misschien blijkt het toch anders te liggen, en is juist Baudets hoogmoed afgestraft. De inmiddels beruchte toespraak na de verkiezingszege was zijn coming out als racist. Je zag de overwinningsroes in zijn ogen, zijn altijd al gezwollen voordracht werd die avond nog potsierlijker: “Vrienden! De uil van Minerva…” Had hij tot nu toe een enkele keer stiekem op zijn hondenfluitje geblazen, nu draaide hij er niet langer omheen. De kiezer had immers gesproken? Nu kon hij eindelijk ook vrijuit spreken.     
      Er is veel gezegd over het racistische codewoordje ‘boreaal’. Maar los daarvan, bevatte de toespraak deze sleutelpassage: “Wij, beste vrienden, wij zijn het product van 300.000 jaar evolutie. Wij hebben meerdere ijstijden overleefd, wij hebben mammoeten gevloerd. Wij zijn dragers, wij zijn erfgenamen van de grootste beschaving die ooit heeft bestaan. Wij dragen een unieke kracht. (…) Iets wat in ons zit, wat nooit kan worden afgepakt.”
       Dat “iets, dat niet kan worden afgepakt”, die “unieke kracht”, daarmee bedoelt Baudet niet de westerse cultuur of traditie. Die kan immers wel worden afgepakt of afgezwakt en dat gebeurt ook in de visie van Baudet. Met “de unieke kracht” die in zijn toehoorders zou schuilen, kan Baudet niets anders bedoelen dan de genen, het DNA van een fictief, Arisch ras dat zich sinds het ontstaan van homo sapiens, in het koude noorden hoger zou hebben ontwikkeld (“ijstijden overleefd”) dan in andere gebieden, met de “grootste beschaving” als resultaat.
       Dit is onzin. De moderne mens stamt uit Afrika, de grootste beschavingen ontstonden niet in het Boreale noorden, maar net boven de evenaar: China, India, de Maya’s, Babel, Egypte, later de Grieken en Romeinen, allemaal Zuidelijke of Oosterse beschavingen die ‘groter’ waren en langer standhielden dan de moderne Westerse beschaving. Baudets ideeën voeren terug op negentiende eeuwse theosofische flauwekul, die ook nog eens is verbasterd door nepwetenschappers. Als er al zoiets is als een indo-europese bakermat, dan ligt die volgens archeologen ergens in de Kaukasus of het huidige Turkije. De enige Boreale beschaving is die van de Eskimo’s. Maar iglo’s en honden sleeën vindt Baudet juist inferieur.
           Daarbij is zijn beeld van de “grootste beschaving” veel te rooskleurig. De cultuurschatten waarmee hij dweept, gingen ten koste van niet alleen kolonies en slaven, maar ook van verreweg de meeste Europeanen uit die tijd. Negentig procent van de Nederlanders had helemaal geen weet van Mozart, Rembrandt of de grachtengordel. Die probeerde te overleven in een krot of plaggenhut. De gouden eeuw leverde schitterende monumenten op, maar het dagelijks leven was voor de meesten tot ver in de twintigste eeuw grauw en armoedig.
    Dat een in Leiden gepromoveerde jurist dit soort onzin serieus lijkt te geloven is curieus en extra zielig, omdat Baudet er zelf helemaal niet boreaal uitziet. Net zoals de geblondeerde indo waarvan hij de meeste zeteltjes afsnoept, probeert hij iemand te zijn die hij niet is.   
    
Maar is het gevaarlijk? Zijn fanatieke, jonge fans brainstormen op besloten partijdagen en app-groepen enthousiast over de beste manier om Nederland etnisch te gaan zuiveren. Daar klinkt gelukkig vooralsnog niets van door in de officiële partijstandpunten, die eigenlijk best redelijk en realistisch zijn. Een beetje VVD, een vleugje D66, een snufje PVV light. Allemaal binnen de grenzen van de wet. Zelfs de Nexit is al geschrapt.
      Maar na zijn overwinning meende Baudet die avond dat zijn kiezers in zijn private waanbeelden waren gaan geloven. Dat ze hem zouden volgen in zijn queeste tegen het partij-kartel, de linkse leraren, de klimaat-drammers en “immigratie die het straatbeeld vertekent”.
        Otten probeerde af te rekenen met de grootheidswaan van Baudet, en lijkt daar voor te moeten boeten. Maar als je beter naar de uitkomst van het conflict kijkt, dan wordt Otten misschien wel de winnaar en is juist Baudet gemuilkorfd. Baudet moest de beschuldiging van greep uit de kas inslikken, Otten werd geprezen om zijn inzet en bood alleen excuses aan voor de ontstane ophef. Tussen de regels door lees ik dat Otten helemaal geen genadebrood eet en nog lang niet is uitgespeeld. Baudet had hem gemakkelijk kunnen royeren. Dat hij er nog zit, betekent dat hij steun heeft in zijn fractie en de rest van de partij.
      Iedereen vergelijkt de ruzie met LPF-toestanden, maar mij doet het meer denken aan de breuk tussen Fortuyn en Leefbaar Nederland. Het gematigde Leefbaar probeerde de extraverte stemmentrekker in het gareel te houden. Dat lukte niet en Fortuyn moest vertrekken en begon zijn LPF. Of misschien kun je Baudet vergelijken met Steve Bannon, die na de overwinning door Trump werd gedumpt vanwege zijn ideeën over rassenstrijd. Er is ook een sterke parallel met de ruzie destijds tussen Rita Verdonk en haar twee steunpilaren, inclusief de valse verwijten over een “greep uit de kas”. Na die ruzie liep Trots op Nederland leeg als een ballonnetje lachgas. Dat zal FvD ook gebeuren, als deze tweespalt vaker gaat opspelen
       Vanaf nu bepalen senatoren en gedeputeerden de koers van FvD. Zij hebben wél politieke macht en weten dat ze pas meetellen, als ze compromissen sluiten over bijvoorbeeld klimaatbeleid. Hun kiezers zitten niet te wachten op een nieuwe PVV, die zich buitenspel zet. FvD zal zich de komende maanden en jaren moeten bewijzen als een serieuze partij, en nieuwe uitglijders van een ongeleid projectiel passen daar niet bij. Baudet heeft zijn dienst bewezen als aandachtstrekker, maar de vraag is of hij mee wil en kan groeien in de nieuwe fase van dit politieke avontuur. Ik denk het niet, want Baudet heeft niets met polderen. Zijn enige natte droom is om dit kikkerlandje straks blank en boreaal terug te kunnen geven aan de golven.

 

Maart 2019 – De verkeerde man in het foute format. Hoe kan het dat de hele wereld zag dat Twan Huys, RTL Late Night en hoge kijkcijfers elkaar nooit zouden gaan vinden in dit universum, terwijl zowel de RTL-top als Huys zelf met open ogen in een geboren mislukking stapten? Maakt ijdelheid zo stekeblind? Waren de bonzen dronken?
    De NPO mag een log vergadercircus zijn, de commerciëlen kunnen er ook wat van. Er gaapt een kloof tussen de werkvloer van een redactie en de executives die in de boardroom de strategie uitzetten samen met de poppetjes die daar wel of niet bij zouden passen. De beslissers hebben lang niet altijd verstand van televisie, maar denken in cijfers, marktaandelen en focusgroepen. Waar groot gedacht wordt, worden ook grote fouten gemaakt.
    Dus Tan ging en Twan kwam. Een kundige, maar misschien wat overschatte verslaggever en nieuwslezer. Niet bekend om zijn scoops, briljante vragen of originele inzichten, wel van een prijs voor een reportage die eigenlijk door zijn redactie was gemaakt en een studentenspreekuur waarvan hij de ‘bedenker’ en kleurloze moderator was. De moeilijke vragen voor Holleeder liet hij lekker over aan de bolleboosjes in de zaal.
    Maar dat is flauw. Huys is een betrouwbare, gedegen anchor, geknipt voor het journaal. Hij mist evenwel de charme van Humberto, de eloquentie van Van Nieuwkerk, de flair van Eva of het vilein van Jeroen Pauw. Daarbij werd de RTL talkshow in plaats van inhoudelijker, juist ondraaglijk licht. RTL leek te programmeren voor sadisten die avond aan avond puur leedvermaak kregen voorgeschoteld. Dit keer geen obesitas, daklozen, onhandige klussers of zingende kleuters, maar een verdwaalde hypotheekadviseur die zich manmoedig door een reeks kromme teksten en domme vragen heen glimlachte.
    Ondertussen deserteerde de hoogste RTL baas samen met bijna alle RTL sterren naar concurrent SBS van John de Mol en werd het late feestje op vier nog sneuer. Het leek de laatste weken op een soort ‘Koffietijd’ van de Limburgse regionale omroep, met veel zachte g’s en opgelegde jolijt.
    Ik ben zelf wel eens weggelokt bij de publieke omroep om als verslaggever te gaan werken bij een nieuwsuur van RTL, dagelijks vanaf 10 uur met nieuws, misdaadnieuws en sport. Het zou allemaal heel journalistiek worden, en het nieuws was dat ook wel, maar het misdaadblok werd toch vooral een dagelijkse dosis Peter R. de Vries, die, los van de actualiteit, zijn eigen verhalen over meerdere dagen uitserveerde. Niets mis mee, maar niet waar ik voor had getekend en het werd ook geen succes.
    RTL begon destijds met Barend en Van Dorp, de oerversie van Late Night. Toen die stopten namen Pauw en Witteman het stok je over. Humberto wist met een lichtere toets veel kijkers van het duo weg te kapen en werd zelf vervolgens leeggezogen door Eva Jinek, die op NPO1 met Jeroen Pauw ging afwisselen. Het lijkt de kijker niet zozeer om licht of zwaar te gaan, maar vooral om de toon en de afwisseling. Die waren bij Huys niet goed.
    Mislukkingen horen er in het zakenleven gewoon bij. De zender neemt zijn verlies en verzint een nieuw product. Maar het is natuurlijk heel vervelend wanneer jij de mislukking bent, als jij je ego hebt laten kietelen om mee te doen aan iets waarvan je zelf eigenlijk ook wel wist dat het niks zou worden. 
  

Februari 2019 – In alle stilte verscheen vorige maand het nieuwe boek van Mohamed Rasoel, ‘Melkkoe en Zondebok’. Toen ik hem vijf jaar geleden tevergeefs probeerde te interviewen voor mijn documentaire ‘Op zoek naar Rasoel’, kondigde hij het al aan. Zijn eerste boekje, “De Ondergang van Nederland” veroorzaakte in 1990 een enorme rel en meerdere strafzaken. Nu blijft het stil.      
    'De Ondergang van Nederland’ was een islamofoob en ook tamelijk racistisch pamflet dat al snel werd verboden. Rasoel verscheen een paar keer op TV met
pruik en zonnebril, bang voor represailles uit de moslimhoek. Er werd druk gespeculeerd over de ware identiteit van de vermomde schrijver met schuilnaam. Theo van Gogh? Gerrit Komrij? In mijn documentaire maak ik aannemelijk dat de ware schrijver toch die vermomde komediant was, Zoka van der A., een uit Pakistaan gevluchte hippie die in Nederland rondtrok als cover-artiest, een one man band voor feesten en partijen.
    Ik sprak met oude vrienden, buurtgenoten, kennissen en doodsbange ex-vrouwen van Zoka en reconstrueerde een portret van een paranoïde psychopaat die na de veroordeling voor het discriminaterende boekje verder was afgegleden en meerdere malen veroordeeld voor verkrachtingen en het maken van kinderporno. Hij bleek de belichaming van het gevaar waar hij de ‘naïeve’ Nederlanders in het ranzige boekje voor waarschuwde. Een man die met charme, provocerende meningen en desnoods een zielig verhaal mensen voor zich wist te winnen, maar ook wildvreemde vrouwen met een mes tot seks dwong of minderjarige daklozen drogeerde, verkrachtte en dat filmde. Zoka alias Mohamed Rasoel bleek met andere woorden Wilders’ worst nightmare. Het was extra pikant dat de PVV in 2012 met een motie zijn boekje gratis had willen verspreiden op alle middelbare scholen.
     In het nieuwe boek zet Rasoel de mystificatie onverdroten voort. ’Alhoewel hij tijdens zijn leven talloze vrouwen heeft proberen te verkrachten, omdat hij het flirten niet begreep’, zo schrijft het voorwoord: ‘was hij zeker niet Zoka van der A. en Gerrit Komrij was homofiel.’ Het voorwoord beweert dat Rasoel na alle commotie in 1990 is gevlucht naar Oost-Europa en dat hij onlangs overleed in een grot in Afghanistan. Dit boek zou zijn testament zijn, maar dat is onzin. Zoka verkeert voor zover ik weet in goede gezondheid en was vijf jaar terug niet te beroerd om een Zuidas-advocaat op de NTR af te sturen om een scene uit de documentaire te krijgen.
    Ik ga zijn nieuwe boek niet lezen en verwacht er verder weinig meer van. Het taboe is er af en zijn geluid is inmiddels helaas overal te vinden op internet. Misschien solliciteert Zoka naar een plek op de lijst van FvD als de nieuwe Ramautarsing. Ook daar zou vrees ik niemand zich meer druk over maken.

Januari 2019 - Sluipenderwijs maakt de politieke correctheid de afgelopen jaren een come back op TV en in de kolommen van de kwaliteitskranten. Ze is natuurlijk nooit helemaal weggeweest, maar in de debatten over #MeToo, White Privilege, klimaatverandering en de flauwiteiten van Derksen en Van der Gijp laat het vermanende PC-vingertje zich weer steeds vaker van haar meest onberispelijke en dus ook wel voorspelbare kant zien. Vooral de jongste generatie columnisten in Volkskrant en NRC laat zich zonder gene op haar correctste beentje voorstaan.
            Ondertussen zijn ouderen, en ook wel jongeren op sociale media en in het echte leven nog altijd druk doende de grenzen van het politiek onbetamelijke te verleggen, wat de brave PC borsten dan weer aanleiding geeft om nog eens te benadrukken hoe belangrijk het is om de rechten dan vrouwen, minder validen, LHBTIQRST-ers, Groningse aardbevingsgedupeerden, mensen met een migratieachtergrond, geachte reizigers en eigenlijk iedereen die ergens het slachtoffer van denkt te zijn geweest, zo omzichtig mogelijk te respecteren. Soms lijkt het er bij de kletsprogramma’s op TV en de opiniepagina’s bijna op alsof we allemaal weer ouderwets in het PC gareel zijn gemept, pal voor het kinderpardon en de warmtepomp. Maar dat is helaas niet zo, blijkt uit de peilingen. Integendeel, het populisme heeft er nog nooit zo florissant voorgestaan. We stevenen na de volgende kamerverkiezingen misschien wel af op een coalititie VVD-CDA-FVD met steun van PVV. Vreselijk!
           Politieke correctheid is een oud scheldwoord voor de moraal van de babyboomers. Die hadden sinds ’68 korte metten gemaakt met het fatsoen van hun ouders, maar vanaf de vroege jaren negentig werd hen door hun inmiddels volwassen kinderen zelf een spiegel voorgehouden. Hoezo alles moet kunnen? Waren die idealen niet een beetje naïef? Zat er vaak niet iets onder dat helemaal niet mooi was? PC was een knellende orthodoxie geworden. Tegenspraak werd niet geduld. Feiten die niet met de leer overeen kwamen, wilden we niet zien. Waar was de twijfel? Waar was het debat? Alleen met humor en ironie mochten schrijvers en cabaretiers in die tijd nog een beetje knabbelen aan onze vermeende consensus.
         PC werd uiteindelijk definitief verneukt door smeerlappen als Harvey Weinstein en Bill Cosby en graaiers in de sociale sector en de charitasindustrie. Links lullen, rechts vullen. Vooruitstrevendheid was ten onrechte een tijdje synoniem voor hypocriet. De goede beginselen waren misbruikt door hele foute types. Toch doet dat aan het ideaal natuurlijk niets af. Wie even  nadenkt, kan niet anders zijn dan feminist, antiracist en tegen discriminatie op welke grond dan ook. Maar ik hoef niet elke dag in mijn krant te lezen hoe een nieuwe generatie columnisten zich uitput in weldenkendheid. Het lijkt me ook niet verstandig om allang geaccepteere waarden er alsnog doorheen proberen te drammen. Dat komt zwak over en roept juist meer wrevel en ontkenning op. Je stelt je punt onwillekeurig opnieuw ter discussie.
    Ik heb dan ook niet zoveel met het pathos waarmee een nieuwe generatie het verre verleden oprakelt en de antieke ketenen met veel misbaar opnieuw van zich afwerpt. Maar goed, dat is nog altijd beter dan verdwaasde FVD bleekneusjes die al even antieke rassentheorieën omarmen. Wat ik wel mis in de krant en elders is ironie, distantie en humor. De cabaretiers en columnisten van nu mogen de grappen niet overlaten aan amateurs als Derksen, Van der Gijp en Geenstijl.

Augustus 2018 - Ik las ergens dat Stef Blok op Doug Stamper lijkt, en dat was mijzelf ook al opgevallen. Sterker nog: Stef Blok is Doug Stamper, het meelijwekkendste personage uit House of Cards. Hetzelfde kalende piekerhoofd, dezelfde zeurstem, sombere blik, licht gebogen tred en totaal gebrek aan uitstraling. Doug Stamper deed het vuile werk voor Frank Underwood, Blok is de loyale klusjesman van Rutte. Anders dan Stamper doet Blok  voor zover bekend geen politieke moorden, maar nette klussen die hij ook altijd onberispelijk heeft uitgevoerd. Zo was hij fractievoorzitter, onderhandelaar, campagneleider en invalminister.
    Het is helemaal niet zo vreemd dat Blok op Stamper lijkt. Wereldwijd moeten er tientallen miljoenen Stef Blokjes rondlopen, en ze hebben het vaak niet gemakkelijk. Klusjesmannen en onderknuppels doen ondankbaar werk. Nooit komen ze toe aan eigen visies of idealen. Ze zijn druk met het oplappen van gaten die er vallen in andermans dromen. Daar valt geen eer aan te behalen en die krijgen ze dus ook niet.
    Met Halbe Zijlstra viel er weer eens een VVDroom in duigen en dus werd Blok - die bekend staat om zijn hekel aan reizen - weer opgetrommeld van de reservebank, deze keer met als portefeuille de Grote Boze Buitenwereld. En zo kwam het dat een groep vaderlandse wereldverbeteraars bijeen kwam om te luisteren naar de kersverse opper-diplomaat. Blok, naar wie normaal nooit geluisterd wordt, wilde ze eens een beetje stangen. Een realistisch verhaal konden ze krijgen, met de beide benen op de grond. Zo moet hij het ongeveer bedoeld hebben, maar het kwam er heel anders uit. Misschien had hij eigenlijk nooit nagedacht hoe hij zelf eigenlijk was gaan denken over sommige dingen. Daar hebben meer mensen last van op een zekere leeftijd. Sadder and wiser. Realistischer. Conservatiever ook. Niets mis mee, Maar Blok gleed door richting feitenvrije PVV-retoriek, die hij in de maanden daarna niet terug heeft willen nemen.
    De relatie met landen als Suriname zal niet meer goedkomen. Mannen als Erdogan, Putin en Trump zullen in hem een geestverwant zien, iemand die hen begrijpt, ook al mist hij zelf het charisma om er politieke munt uit te slaan. Maar voor zijn werk In Den Haag en Brussel is Blok nu ongeloofwaardig en onhoudbaar gorden. Wat als de minister van Justitie zou verzuchten dat misdaad nu eenmaal loont? Of dat de minister van Volksgezondheid zou berusten in het feit dat we allemaal toch vroeg of laat dood gaan? Het is me wat en het valt allemaal niet mee,  maar het is aan een minister om daar met visie en beleid wat aan te doen.
    Anders dan Blok heb ik veel gereisd door brandhaarden en het valt me altijd op dat verreweg de meeste mensen er gewoon vreedzaam naast elkaar leven. Surinamers, Hutu’s, Bosnische Serviërs, Joden en Palestijnen: Hun genen vertellen dat een goede buur beter is dan een verre vriend. De conflicten ontstaan pas als foute politici de tegenstellingen gaan aanwakkeren.
    Zo’n politicus is Stef Blok gelukkig niet, en hij mag vinden en zeggen wat hij wil. maar van een minister verwacht je nu eenmaal meer ambitie dan van een klusjesman. Laat hij zijn portefeuille inleveren of wisselen met een andere minister.
    House of Cards werd vorig jaar gestaakt toen Underwood’s gewetenloze machtswellust niet alleen fictie maar ook werkelijkheid bleek te zijn. Stamper was al eerder gedumpt als nuttige idioot en uit de serie geschreven, lees ik nu. Zelf was ik als kijker na seizoen twee al afgehaakt. Zwarte humor en een gezonde dosis mensenhaat zijn prima op zijn tijd, maar liever niet in het Witte huis en ook niet in de Treves-zaal.
Augustus 2018 - Een paar jaar geleden bezocht ik het mythische Kisangani, een stad midden in de oerwouden van het enorme Congo-Kinshasa. De stad werd ooit gesticht door ontdekkingsreiziger Stanley, die in opdracht van de Belgische koning de Congo rivier was opgevaren, bijna tweeduizend kilometer de binnenlanden in. Het werd al snel een beruchte handelspost en stond model voor Heart of Darkness, de beroemde roman van Joseph Conrad die weer model stond voor de film Apocalyps now.
   Ook A Bend in the river, het meest bekende boek van de afgelopen weekend overleden schrijver V.S. Naipaul speelt in een stad die lijkt op Kisangani, gelegen aan een bocht in de congo rivier.
Naipaul was omstreden, een typische `donkerwitte` hindoestaan die worstelde met de koloniale erfenis. Ogenschijnlijk was hij Britser dan de Britten en hij liet zich in de jaren zeventig al laatdunkend uit over al die nieuwe, toen al half mislukte staten. Maar hij was ook de eerste die twintig jaar voor 9/11 schreef over de revival van het islamisme, over de ambitie van de Aziatische nieuwe industrielanden, over hoe westerse waarden als democratie zich moeizaam laten vertalen naar andere culturen. Hij was geen optimist of gemakzuchtige kosmopoliet, maar wel een hele goede, precieze observator met een mooie stijl.
   Zoals hij het fictieve Kisangani beschreef, de slaperigheid en stilstand, om de paar jaar wreed verstoord door plotselinge onlusten, onverklaarbare geweldsexplosies en daarachter het gekonkel en tribale gestook van krijgsheren en schimmige zakenmannen, allemaal door de ogen van Indiase winkeliers die zich daar ooit hadden gevestigd als burgers van een Empire dat niet meer bestond, maar er toch waren gebleven, al hoorden ze er niet thuis (volgens Naipaul, zelf geboren op Trinidad en overleden in Londen, en al even kritisch over zijn land van herkomst India).
  Toen ik in Kisangani arriveerde was het er doodkalm. Met een busje van de VN werd ik van de luchthaven naar een guesthouse gebracht. De voormalige rubberstad leek uitgestorven, op de blauwhelmen na. Ik liep een rondje door de buurt. Niets. Geen mensen, geen auto’s, alles en iedereen achter de muren van compounds. Ik at een broodje op een terras. Er kwamen gelijk twee mannen op me af met koffers vol houtsnijwerk. Ze achtervolgden me later zelfs tot in het hotel. Ik was de enige toerist. Ik moest wat kopen.
   Ik ben zo snel mogelijk weer vertrokken. Hier was niets te zien. Geen drama, geen hoofden op palen zoals bij Conrad, geen sporen van het oerwoud, geen bruisende markt zoals in andere Congolese steden. Naipaul had het goed beschreven: Dit was een kunstmatige stad aan een bocht in die machtige rivier, een soort vacuüm, een plek die je zonder omwegen vraagt wat je er eigenlijk komt doen.

5 maart 2017 - In deze wezenloze campagne is Wilders tot dusver de grote afwezige. Het cordon sanitaire heeft hem volgens de peilingen nauwelijks geraakt. Houdt Wilders zijn kruit droog voor de eindspurt, de debatten waar hij wel aan mee gaat doen? Of grijpt hij de problemen rond zijn beveiliging aan als excuus om straks als tweede of derde te eindigen? Misschien koerst hij aan op verlies, zodat hij kan blijven prijsschieten vanuit de oppositie?
    Ik ga niet op hem stemmen, maar toch hoop ik dat de PVV deze keer de grootste wordt. In dat geval zouden de andere partijen hun mislukte strategie beter kunnen heroverwegen. Want als de PVV de grootste wordt, biedt dat nieuwe kansen om de partij klein te krijgen. Al dertien jaar lang is Wilders een belofte, de eeuwige nieuwkomer die ons landje “weer groot gaat maken”. Als Wilders wint moet hij die belofte waar zien te maken. Ongetwijfeld weet hij als geen ander dat hij dit helemaal niet kan.
    Mijn onlangs gepubliceerde online documentaire “Wilders wilde haren” blikt terug op de tienerjaren van deze rebel zonder reden. Een dwarse puber die zijn wortels zocht in Israël en onder Joodse kolonisten inspiratie opdeed voor zijn latere kruistocht. Als het aan de inmiddels 53 jarige angry young man ligt, blijft hij ook de komende vier jaar onverminderd puberen in de oppositie. Niets wijst erop dat Wilders wil regeren. Hij heeft geen verkiezingsprogramma, hij heeft nooit moeite gedaan om een partijorganisatie op te bouwen en heeft geen kandidaten voor regeringsposten. Wilders is een control freak die de leiding over zijn eenmanszaak nooit zal willen delen met PVV-ministers, staatssecretarissen en fractievoorzitters. Geen LPF-toestanden, herhaalde hij vorige maand voor de Duitse televisie.
    De LPF mocht in 2002 na één overwinning gelijk meeregeren, en ging binnen een paar maanden ruziënd ten onder. Wilders kwam tot nu toe weg met een comfortabele rol als gedoger van het kabinet Rutte 1: Wel de lusten, niet de lasten van de macht.
    Stel dat hij nu de grootste wordt, dan ligt de bal bij hem. Hij zal het voortouw moeten nemen om andere partijen te verleiden tot een coalitie. In het WNL-interview van vorige maand liet hij doorschemeren dat hij zich daarbij weinig gelegen zal laten liggen aan de strijdkreten uit zijn verkiezings-A4’tje. Alles is voor hem bespreekbaar. Formateur Wilders zal zich coöperatief opstellen beweerde hij, in de wetenschap dat bijna iedereen hem al heeft uitgesloten.
    Het is voor al die andere partijen dus zaak om hun mislukte cordon zo snel mogelijk op te heffen. Ze zijn er veel meer bij gebaat om Wilders in de rest van de campagne en –mocht hij de grootste worden- na 16 maart zo ver mogelijk uit zijn tent te lokken en desnoods zelfs een tijdje met hem te gaan regeren, natuurlijk binnen de grenzen van de grondwet.
    Mocht de formatie van het kabinet Wilders I niet lukken dan zal er een andere coalitie zonder de PVV moet worden gesmeed. Maar Wilders op voorhand buitensluiten is hem in de kaart spelen. Hij zal het huidige cordon met beide handen aangrijpen als een excuus om in de oppositie verder te groeien. Voor zijn kiezers moet duidelijk worden dat het mislukken van een formatie te wijten is aan Wilders’ vooringenomenheid, niet die van de midden partijen.
    Zodra de kiezers doorkrijgen dat hun volksvertegenwoordiger eigenlijk helemaal niet wil regeren, zullen ze teleurgesteld afdruipen. Dat merkte de SP na de formatie van 2006. De partij had veel zetels gewonnen en mocht mee formeren. Maar na één gesprek liet Jan Marijnissen zich al gewillig afschepen door het CDA, zodat hij zich kon wijden aan het managen van een sterk gegroeide fractie. De SP heeft sindsdien nooit meer dat aantal zetels behaald.
    Hetzelfde kan de PVV overkomen. Daarom is het belangrijk dat de andere partijen een afwachtende houding aannemen. Natuurlijk moeten ze Wilders aanspreken op zijn onhaalbare standpunten en discriminerende uitlatingen, maar tegelijk de deur openhouden. Zo dagen ze Wilders uit om de stap te maken van een protestpartij naar een coalitie-kandidaat. Wat wil hij nu echt bereiken voor zijn achterban? Die zitten niet te wachten op symbool-politiek als een Koran-verbod. Heeft Wilders wel voeling met wat er onder zijn kiezers leeft? Kan hij hun reële zorgen vertalen naar haalbaar, uitvoerbaar beleid? Ik ben benieuwd waar hij mee komt als hij de grootste wordt. Na dertien jaar mag de PVV het dan eindelijk waar maken.
    Laat Wilders straks maar zwoegen in zijn nieuwe rol. Laat hem maar bruggen bouwen, compromissen aandragen (“mag het een onsje minder, minder zijn?”), eindelijk eens dat moeizame politieke handwerk verrichten waarvoor wij hem nu al dertien jaar betalen en beveiligen. En laat hem als onze eigen versie van Trump grandioos mislukken.

Februari 2017- Ik ontmoette hem toevallig in 2010, in de haven van Berbera, Somaliland. Jürgen Kantner, zeezeiler, zestiger, een ontzettend aardige, gewone man  die zijn rijtjeshuis had verkocht om op zijn oude dag een jongensdroom te vervullen: de wereldzeëen over in een klein zeiljacht. Op die manier genoot hij van zijn pensioentje. Het bewijs dat je geen miljonair hoeft te zijn voor het Zwitser-leven-gevoel.
   Maar toen was zijn scheepje geënterd door Somalische piraten en werden hij en zijn vrouw gevangen gehouden in de rimboe.
    En nu zat hij hier - na maanden wachten vrijgekocht- aan de verlaten kade in Berbera zijn zeilboot Rockall te repareren. Alles was geplunderd. Zelfs de motor was er door de piraten uitgesloopt. Hij vertelde erover voor mijn camera, wees de mast aan waaraan ze hem op hadden willen hangen, hoe hij en zijn vrouw uiteindelijk waren vrijgelaten nadat de piraten de dollarbiljetten van het losgeld één voor één met een geavanceerd apparaat op echtheid hadden gecontroleerd.
   Kantner wilde verder, vertelde hij toen. Hij sleutelde met somalische scheepsmonteurs aan een tweedehands motor, lapte zijn scheepje op voor een niewe reis. Zijn vrouw had er meer moeite mee, was getraumatiseerd. Maar hij hield van de zee en liet zich zijn droom niet afpakken.
   Ik verwerkte zijn verhaal in deze documentaire over piraterij en hield nog een tijdje contact per mail. Hij en zijn vrouw waren weer op wereldreis, van haven naar haven in hun eenvoudige jacht.
     Dit najaar ging het weer fout. Nu werd het stel overvallen door de Fillipijnse piraten van Abu Siyaf. Zijn vrouw Sabine, vastbesloten zich niet weer te laten gijzelen, kwam bij een vuurgevecht om het leven. Kantner werd overmeesterd en weggevoerd door de islamitische separatisten. Hij smeekte de afgelopen maanden  voor zijn leven, voor losgeld, in video's die ik niet hoef te zien. De Duitse regering weigert te onderhandelen met terroristen. En nu is hij dood, onthoofd. Ook die beelden schijnen online te staan. Zijn lijk is inmiddels teruggevonden. Een bescheiden, rustige man die geen problemen wilde, die niet voor niets het ruime sop verkoos boven het vaste land.  Een oude dag in het paradijs, samen genieten van de ondergaande zon: Hij kende de risico's en ik hoop dat de tussenliggende jaren mooi zijn geweest, dat hij geen spijt heeft gehad van zijn keuze. Ik had ze veel meer tijd gegund en een minder gruwelijk einde. Diep, diep triest. 
November 2016 - De zege van Donald Trump deed me in eerste instantie denken aan de roman "The Plot against America" van Philip Roth. Dit boek, gepubliceerd rond de herverkiezing van George W. Bush in 2004, is een verbeelding van wat er gebeurd zou kunnen zijn, als Amerika in de jaren veertig niet Roosevelt maar de fascist Charles  Lindbergh zou hebben verkozen als president.
     Maar daarna drong 
zich een ander boek aan me op: Het ultrarechtse cultboek  "Atlas shrugged" van Ayn Rand. Trump, die zich erop laat voostaan dat hij nooit boeken leest, is desalniettemin een bewonderaar van deze omstreden schrijfster en filosoof. Rand weet in dit boek de Amerikaanse droom om te turnen naar een fascistoïde nachtmerrie.
     "Atlas Shrugged" is een curieus boek, gepubliceerd in 1957.
Ik zie de dikke pil sinds jaar en dag liggen in luchthavenkiosken. De roman wordt op het omslag aangeprezen als het populairste boek na de Bijbel, maar het heeft weinig literaire status. Ik ben het uit nieuwsgierigheid maar eens gaan lezen en het blijkt een saaie ideëenroman waarin de schrijfster vooral een ideologisch antwoord wil geven op het communisme. Rand werd geboren in Sint Petersburg, onvluchtte de Russische revolutie en schetst in haar roman een karikatuur van socialisme en planeconomie. Ze was in de jaren vijftig,  op het hoogtepunt van de koude oorlog, bang dat ook haar nieuwe vaderland, de Verenigde Staten kapot zouden gaan aan middelmaat en bureaucratie: Bruggen die instorten, oogsten die mislukken  en treinen die  niet meer rijden, omdat niemand zich verantwoordelijk voelt en iedereen bang is om initiatief te nemen. Vergelijk haar fictie uit de jaren vijftig met de verouderde infrastructuur die Trump nu belooft aan te pakken!
    Het langdradige epos volgt een aantal bordkartonnen helden die zich verzetten tegen de middelmaat van het fictieve Amerikaanse socialisme. Deze eenlingen houden vast aan de traditionele Amerikaanse waarden van vrijheid en eigen initiatief. Maar ze maken van de deugd een dogma.
       Bij Rand zijn deze Amerikaanse helden veranderd tot groteske zeloten zoals we die kennen uit het werk van Dostojevski. Haar zakenmannen en uitvinders geloven in competitie en marktwerking tegen elke prijs. I
n de loop van het boek trekken deze  monomane strebers zich terug uit de instortende verzorgingstaat en beginnen een kapitalistische heilstaat voor de happy few.
   De Amerikaanse droom - een meritocratie waarin iedereen met hard werken, talent en een beetje geluk vooruit kan komen- wordt bij Rand een elitaire nachtmerrie waarin alleen plaats is voor enge übermensen die hun eigen moeder nog zouden verpatsen.
    Nu, zestig jaar later, is het communisme al lang tenonder gegaan aan de door Rand  voorspelde zwakheden. En het Amerikaanse kapitalisme heeft inderdaad wel wat trekken gekregen van deze als ideaal beschreven angstdroom.
      "Atlas shrugged" is natuurlijk vooral populair bij de de verkeerde mensen. Niet bij echte ondernemers zoals Bill Gates of Mark Zuckerberg, maar bij bankiers, traders en andere parasitaire beroepsgroepen: Zij spiegelen zich graag aan dit boek. Greed is good.
     Het is niet verwonderlijk dat ook opschepper Trump zich meent te herkennen in Rand's doorgedraaide superhelden. Hij is -in eigen ogen- ook zo'n succesvolle bikkel, zo'n meedogenloze self made man die het moest doen met een startkapitaal van  schamele miljoenen, geerfd van zijn louche vader.
      De roman geeft ook de naam aan een bekende anti Islam-site. "Atlas shrugs" is het populaire extreemrechtse blog van Pamela Geller, pleitbezorgster van Trump én van Geert Wilders.  In deze tijden van groeiende tweedeling en nieuwe scheidslijnen kan ik iedereen aanraden dit lijfboek voor de nieuwe elites te lezen, juist omdat het zo immoreel, dom, kortzichtig en slecht geschreven is.
September 2016 - Het was een koude, hete zomer die achter ons ligt. Koud qua temperatuur, heet van opwinding en geweld. Het dieptepunt was de derde week van juli, met bijna elke dag een nieuwe aanslag in Duitsland of Frankrijk. Gelukkig is het daarna weer rustig geworden. Het begon al bijna te wennen.
    Terrorisme went, en gewenning is waarschijnlijk het enige effectieve weermiddel. De aanslagen zullen misschien ophouden als we niet meer opkijken van een nieuwe aanslag. Maar misschien ook niet. In Kaboel en Mogadishu behoren aanslagen al jaren tot de orde van de dag. Idereen is eraan gewend. De angst is uitgewerkt, maar de explosies gaan gewoon door,
    Wat was het weer een verknipte serie van absurde horror verhalen. De homoseksuele afghaan die een Gay bar in Orlando schietend binnenvalt. De Iranier die geinspireerd door Breivik migrantenkinderen executeert in een MC Donalds in Munchen. De chauffeur in een scheiding die op de dag van de Franse revolutie met zijn vrachtwagen 86 mensen verplettert. Het is allemaal cultuurschok, identiteits crisis op het scherp van de snede, en in die bloederige botsingen zit ook nog heus de nodige islam, maar de restanten van de Islamitische Staat die wat propaganda goed kan gebruiken, lijkt de aanslagen met steeds minder kracht op te eisen.
      De geheime diensten staan machteloos tegen dit soort suicidale gekken. Iedereen kan een mes kopen, een auto huren, een wapen regelen. In de Verenigde Staten is er bijna elke dag wel ergens zo'n massale schietpartij. Bijna elke dag, jaar in jaar uit, is er wel iemand die op deze manier uit het leven stapt en zoveel mogelijk vreemden met zich meesleurt. Met Islam heeft het daar vrijwel nooit iets te maken. Het is kopieer gedrag en aandacht zoeken.
    Toen Goethe in 1774 zijn bestseller over de suicidale Werther publiceerde, leidde dat tot een golf van copy cats, jonge mannen die vanuit weltschmertz zich van het leven beroofden. Sinds die tijd berichten de media terughoudend over zelfmoordenaars. Maar over zelfmoord terroristen wordt juist heel veel gepubliceerd. En als de publieksmedia besluiten om namen en gezichten van de daders niet meer te tonen, zoals de Franse media deze zomer besloten, dan zet de terrorist zijn testament zelf wel online.
    Negeren is het beste. Aandacht voor de slachtoffers en de daders zoveel mogelijk doodzwijgen. Het zijn geen helden, zelfs geen martelaren. Martelaren offeren zich op. Deze laffe losers offeren anderen op aan hun waanzinnige egotrip.
 
Augustus 2016 - Ik heb laatst weer eens geprobeerd een aflevering Game of Thrones  uit te zitten, maar nee: De draken, de verzonnen koninkrijken en dynastieën zijn tot daaraantoe, maar ik kan niet tegen die premoderne eendimensionaliteit. Zelfs al lopen goed en kwaad soms in elkaar over, toch is alles vergeven van die epische uitvergroting, de als archetype verkochte clichés en het totale gebrek aan humor en relativering dat dit soort fantasy waarschijnljk juist zo aantrekkelijk maakt voor de fans. 
    Ook de Hobbit en In de ban van de ring hebben mij nooit kunnen boeien. Maar ik heb wel een keer een smakelijke hobbit gegeten.
    Dit is al weer twintig jaar geleden, op het platteland van Ierland. Ik was op doorreis in een afgelegen county, waar elk jaar  gedurende één week in october de jacht op hobbits wordt gedoogd. Ik wist hier niets van en bestelde nietsvermoedend het dagmenu in de plaatselijke herberg. Met een wat besmuikte blik zette de waard een dampend bord voor mij neer en daarmaast een glas roetzwart bier.
    De aardappels waren kruimig, de rapen waren gaar, maar de biefstuk had een oprmerkelijk zilte smaak. "Tournedos van de hobbit, een wat ouder exemplaar", legde de waard uit en haalde zijn schouders op: "Je moet er van houden. Het is onze traditie."
     Ik had toen nog nooit van hobbits gehoord. Volgens de gastheer waren het een soort kabouters die zich weinig lieten zien. Ik schrok  en legde mijn  mes neer. Was ik nu een kannibaal? Nee, dat leek me niet. Maar na mijn consumptie van gefrituurde chimpanseeoren, twee jaar eerder in het oerwoud van Liberia bleek ik wel een nieuwe grens gepasseerd. Ik schoof het bord van me af en hoorde bij een tweede glas bier de rest van het verhaal aan.
   Midden-aarde bleek in de nabijgeleden vallei te liggen. De hobbits veroorzaakten het hele jaar door veel overlast. Ze stalen 's nachts appels uit de boomgaarden, hadden een keer ingebroken bij een supermarkt en poepten het plantsoen onder. Het jachtseizoen was op het randje, zo gaf de waard toe, maar hobbits waren irritante etters. Volgens een eeuwenoud gebruik mochten
de dorpelingen één week per jaar hun gram halen. Of ik het aljeblieft niet verder wilde vertellen. Dat heb ik niet gedaan maar de recente opmars van de hobbit in de media laat me geen andere keus.

Juli 2016 - Bij Europa en euroscepsis moet ik wel eens terugdenken aan het huismerk Euroshopper, waarmee Albert Heijn jarenlang de supermarktoorlog probeerde te winnen. Tegen afbraakprijzen werd de eurotroep aangeboden in witte, uniforme zakken met rode letters. De inhoud van de zakken met een oostblok-achtige uitstraling voldeed ongetwijfeld aan alle strenge Brusselse voorschriften. Maar het smaakte elke keer nergens naar en deed verlangen naar rauwe melk, gekke koeien, blauwe kaas, rokende worsten en al die andere lekkernijen die Brussel verboden heeft.
   Het meest vervreemdend aan het merk waren nog de Engelse  opschriften. Kroepoek heette opeens "Prawn crackers", hagelslag werd aangeboden als "pure chocolate sprinkles" en onze oud hollandse speculaas werd aan de man gebracht als "Dutch spiced cookies." Je kreeg toch een beetje het gevoel dat met Euroshopper onze eigen cultuur in de uitverkoop was gedaan.
   Ongetwijfeld bevatten de producten de minimaal voorgeschreven  hoeveelheid visafval of kaneel-surrogaat, maar Euroshopper gaf geen prettig vertrouwd gevoel. Dan toch liever de normale marketing leugens van ambachtelijke houtovens, met zorg geselecteerde ingrediënten en grootmoeders geheime recepten. 
     Het merk Euroshopper is drie jaar geleden vervangen en met Brexit is volgens sommigen ook de bijl aan de wortels van de Europese unie gelegd. Brussel is zo abstract dat het zich te gemakkelijk laat wegzetten als een karikatuur:  Bureaucraten die ons hun spijswetten opleggen, die in Brussel bepalen dat hier een glazenwasser niet meer op een ladder mag staan en dat wij achterin de auto opeens ook een gordel moeten dragen.
     En nu willen de Britten eruit. Al die ergenis over details en bedilzucht heeft ertoe geleid dat niemand meer pleit voor meer Europa. Als we het al niet eens worden over de inhoud van een zak koekjes, dan gaan we toch helemaal niet ons buitenlandbeleid  in Brussel laten harmoniseren?
    Toch zouden we dat juist wel moeten doen. Europa moet zich juist ver houden van het lokale -wat we eten, hoe we werken, van onze culturele verscheidenheid- en zou zich moeten beperken tot een sterk, gemeenschappelijk buitenlandbeleid. Een vuist naar onze boze buren Poetin en Erdogan. Een immigratiebeleid dat eindelijk eens gewoon goed geregeld is, met asiel- en visumprocedures in de landen van herkomst. Denk aan de Verenigde Staten: Elke staat heeft zijn eigen  wetgeving, zijn  eigen cultuur en gebruiken. De federale overheid gaat vooral over een paar gemeenschappelijke taken: defensie, buitenland, de grondwet en de munt. Geen eenheidsworst, wel een wereldmacht.

21 juni 2016 - Deze week overleed de journalist van de vorige eeuw. Ik kreeg ooit een persoonlijke brief van H.J.A Hofland, die ik al die jaren bewaard heb en die ik vandaag  opzocht in mijn knipselmappen. In 1994 recenseerde ik twee van zijn romans, die net waren verschenen: "Het Diepste Punt van Nederland" over de wederopbouw van Rotterdam en "Man van zijn Eeuw", over de jaren negentig. De economie zat ook in 1994 in een dipje en ik maakte de vergelijking met "een troosteloos pretpark dat betere tijden heeft gekend. "De draaimolen is afgebladderd, de ballentent gesloten en de politiek kan er maar weinig aan doen."
   Ik prees Hofland om zijn eloquente maatschappijkritiek die me erg aansprak. Ik was toen 28, net begonnen als journalist, Hofland was 66, net gepensioneerd. In zijn brief bedankte hij me voor de lovende woorden. "Het was werkelijk een opluchting om een kritiek te lezen waaruit bleek dat de schrijver had begrepen wat ik met die verhalen heb bedoeld", schreef hij en ik was natuurlijk onzettend trots op dat compliment.
    Maar in dezelfde brief wees hij me terecht. Hij was niet, zoals ik had geschreven, een "oud-journalist". Hij was weliswaar met pensioen, maar zou zeker door blijven werken, zo voorspelde hij. En dat is hij blijven doen, letterlijk tot zijn laatste snik.
    Ik zag hem wel eens lopen in Amsterdam, heb hem ook wel een keer gebeld voor een TV interview. Dat weigerde hij, vriendelijk maar beslist. Hij was bang om op straat of in de tram nog vaker herkend te worden. Maar hij bleef dus wel schrijven.
     Hij was niet bang om in zijn columns soms de plank mis te slaan, voorzag na de moord op Fortuyn een staatsgreep maar had de Fortuyn-revolte zelf wel goed voorspeld ("De Elite verongelukt" uit 1995!). In alle necrologieen van deze week mis ik aandacht voor zijn zes romans (waaronder vier thrillers) die ik allemaal heb verslonden, en die ik binnenkort eens ga herlezen. Te beginnen met het vlijmscherpe "Man van zijn eeuw", geschreven door de journalist van zijn eeuw!  
Maart 2016 - Met hangen en wurgen heeft Sander Dekker zijn omstreden mediawet nu gedeeltelijk door de eerste kamer gekregen. Er was nogal wat rumoer over. Minder macht voor de omroepen, meer voor het centrale bestuur van wat al weer een tijdje NPO heet. Een soort BBC model, maar dan zonder garantie voor onafhankelijkheid. Het lijkt een beetje spijkers op laag water zoeken van de eerste kamer. Haagse censuur? Polder propaganda? Politieke benoemingen? Dat zal toch allemaal wel loslopen?
    Waar de eerste kamer zich druk maakt over politieke benoemingen en inmenging, zeg maar het Berlusconi effect, lopen de omroepen vooral te hoop tegen het verbod op amusement. Ze willen eigenlijk juist meer Berlusconi, minder ingewikkelde onderwerpen en lastige vragen en meer bakkende boeren, nog meer paling en bananasplit.
     De centrale sturing van de NPO ten koste van al die omroepen heeft de afgelopen jaren goed uitgepakt. Nederland 1 (die naamsverandering blijft een vergissing) is de best bekeken zender van het land, met mooie programma's voor een groot publiek. Nederland 2 heeft elke avond goede documentaires op prime time. Jongerenzender 3  mag nog een stuk gedurfder, maar de balans is positief: Meer drama, meer informatie en debat. Actualiteitenrubrieken die niet meer allemaal hetzelfde doen, maar elkaar aanvullen. Reden voor een feestje, dus.
     Ook de NOS vierde onlangs feest. Het journaal bestaat 60 jaar en bewierookte zichzelf als vlaggeschip van de publieke omroep. Maar dat is de NOS zeker niet.
    Aan de NOS kun je zien dat politieke invloed op de omroep toch een heikel punt is en kan leiden tot kleurloosheid. De NOS is politiek neutraal en je zou kunnen zeggen dat het journaal zich verschuilt achter neutraliteit. De grootste nieuwsorganisatie van Nederland is gedegen maar ook verlegen, doet als geen andere nieuwsorganisatie aan fact dubbelchecking en weegt zijn woorden, maar is daarmee ook tandeloos en overbodig. Heel wat anders dan de BBC.
      Wat minder positief geformuleerd: De NOS is een vergaderclub van journalisten met een wat ambtelijke taakopvatting die veel en lang nadenken over hun "grote maatschappelijke verantwoordelijkheid" en ondertussen bijna alleen agenda-nieuws brengen, nauwelijks aan eigen nieuwsgaring doen en daarom weinig voeling met de samenleving hebben. Onderzoeksjournalistiek,  zelf op zoek naar nieuws gaan, kost veel tijd en vraagt een andere houding: Kritisch, nieuwsgierig, gedreven in plaats van vermoeid, volgzaam van negen tot vijf als een soort boekhouders de nieuwsstroom verwerken.
   En als ze bij de NOS dan een keer uit hun onkreukbare kramp schieten, dan gaan ze vaak onderuit, het zoals oud-premier Balkenende op een skateboard. Dan drommen ze bij mensen in de voortuin op zoek naar een dood kind of een ontsnapte oehoe. Regioverslaggevers interviewen in nauwelijks verstaanbare accenten gewone mensen gewoon op straat. Het is Lucky TV - werken bij de NOS. Amateuristisch dieptepunt was de gijzelingsactie door Tarik, vorig jaar. De NOS sloeg keihard terug. De verwarde jongen met zijn neppistool werd voluit, zonder balkje aan het volk getoond.
     Koudwatervrees, onzekerheid, angstvallige politieke correctheid en stijfheid die zomaar kunnen omslaan in stampvoeten en valse noten. Laat de politiek daar alsjeblieft verre van blijven. 
Februari 2016 - Ooit genoot ik van De Naam van de Roos en De Slinger van Foucault en nu de maker van die schitterende puzzels deze maand op 84 jarige leeftijd is overleden, heb ik ook zijn laatste roman gelezen: Het vorig jaar verschenen boek "Het  Nulnummer" trok in alle In Memoriams mijn aandacht. De novelle gaat namelijk over journalistiek, over een nieuw tijdschrift dat wordt opgezet in het Italië van de vroege jaren negentig, de tijd dat Berlusconi aan zijn opmars bezig is. Het boek zit vol complottheorieën, zoals we van Eco gewend zijn, en speelt in 1992, een jaar waarin ik zelf veel door Italie gereisd heb, schrijvend over de waargebeurde schandalen die Eco in dit boek oprakelt.
    Het was het jaar van de zogenaamde "Operatie Vuile Handen", de frontale botsing tussen onder- en bovenwereld die begon met een affaire van niets, een corrupte sociaaldemocraat in Milaan, een directeur van een bejaardentehuis die betrapt werd op het aannemen van steekpenningen. Binnen de kortste keren werden steeds meer corrupte politici ontmaskerd en gingen ook maffiosi elkaar verlinken. Maar Cosa Nostra gaf zich niet zomaar gewonnen. Onderzoeksrechters werden opgeblazen. Het was een smerige sneeuwbal van geweld en verraad met als hoogtepunt een met een kus bezegeld pact tussen de eeuwige premier Andreotti en de mafia-baas aller bazen Toto Riina.
     De "Operatie Vuile Handen" veroorzaakte vooral een politieke aardverschuiving. De christen democraten en de Socialistenen verdwenen van het toneel en maakten plaats voor nieuwe partijen zoals de Lega Nord en Berlusconi's Forza Italia. Ik betwijfel of de mafia veel terrein heeft moeten prijsgeven, maar de politiek heeft in die tijd een gedaantewisseling ondergaan waar we in Nederland nu al vijftien jaar over doen. 
    Terwijl die periode Italie nog geen vijfentwintig jaar geleden onherkenbaar heeft veranderd, constateert het boekje van Eco dat alles inmiddels al
lang weer vergeten is. In de kleine roman wil een louche journalist van allerlei verbanden onthullen, maar uiteindelijk blijkt niemand echt geinteresseerd.
    In Italië hebben ze er een woord voor: Dietrologia, de kunst om overal iets achter te zoeken, de theorie van het complot.
    Zelf herinner ik me uit dat jaar een interview met  Agostino Cordova in het stadje Palmi, diep in het zuiden van Italië. Daar zat de onderzoeksrechter
in het afbladderende Paleis van Justitie een sigaar te roken achter een bureau vol vergeelde paperassen . Cordova onderzocht een nieuwe samenzwering in de toch al intens verstrengelde Italiaanse slangenkuil. Volgens hem speelde de vrijmetselarij weer een sleutelrol, net als in de jaren tachtig ten tijde van de rode brigades, contraterreur en bloedige aanslagen.
    Ik knikte, stelde in mijn beste Italiaans een paar vragen, ging naar huis en schreef er een spannend stuk over in Trouw. Daarna werd het stil. Ik hoorde nooit meer iets van de man.
    Nu, zoveel jaar later is er google en blijkt de inmiddels 80 jarige magistraat een facebook pagina te hebben. Zijn onderzoek heeft nooit tot veroordelingen geleid. Wel werd hij de meest gehate en gevreesde rechter van Italië. Van de president ontving hij op een dag een intimiderend pakket, zo klaagde hij later voor het Europese hof: In de doos bleken een  
stokpaard en een driewieler te zitten. Zo liet het staatshoofd aan de aanklager weten dat hij hem maar een kinderachtige drammer vond.
Januari 2016 - Lang hoopte ik dat David Bowie zou eindigen als crooner. Dat hij zijn mooiste liedjes zou gaan zingen, gehuld in een fout glitterpak voor een solide bigband. Zijn ontelbare stemmige ballads zoals Life on Mars, Lady Grinning Soul en Rock´n´Roll Suicide, maar ook een nummer als Heroes teruggebracht tot de smartlap die het eigenlijk is, de riffs uit Rebel Rebel en Cracked Actor vertolkt door stuiterend koper. Als een superieure Las Vegas act had de gewezen rockster zijn in het slop geraakte carriere op een waardige manier kunnen afsluiten, als een soort nieuwe Sinatra of Elvis.
    In de jaren zeventig en tachtig had Bowie zichzelf een paar keer indrukwekkend opnieuw uitgevonden. De singer songwriter was glamrocker geworden, had daarna de soul en funk omarmd, was in Berlijn gaan experimenteren met new wave en krautrock en had tenslotte zijn grootste hits gescoord met disco en pop.
    Na het megasucces van Let´s dance en Tonight was de kameleon definitief zichzelf  kwijt geraakt, alsof de man daadwerkelijk zijn zieltje had verkocht aan de discoduivel. Alles wat Bowie nadien probeerde, mislukte en werd door de critici afgebrand. Altijd had hij de toon gezet, maar nu leek hij wel zo´n zielige fashion victim geworden, die hij in een van zijn oude hits op de hak had genomen: Een veertiger en daarna vijftiger die koste wat kost hip en happening wilde blijven, maar elke keer de plank missloeg. Bowie ging dance maken en jungle, ging dan weer obligaat en postmodern zichzelf citeren, werd zelfs zanger in een suffe gitaarband of ging maar weer eens experimenteren met electronica. Ik bleef hem als trouw fan volgen en op bijna elke plaat stonden wel weer een paar mooie nummers, maar trendsetter of avant garde was hij al lang niet meer. Uiteindelijk werd het stil rond Bowie na een hartaanval in 2004. Was hij met pensioen? Was hij ziek? Hij liet zijn fans tien jaar in onzekerheid.
     En toen was hij ineens terug, in 2013, met de ´grootste come back aller tijden´. Toen het stof van de stunt weer was neergedaald bleek de nieuwe plaat bij nader inzien eigenlijk niet beter of slechter dan al die andere platen die Bowie in de jaren negentig had laten verschijnen. Best aardig en poppy, maar niet memorabel.
    Maar twee jaar later, in de loop van 2015. verschenen er nieuwe nummers met een ander geluid, en toen was daar begin januari opeens dat hele album, Black Star, dat twee dagen werd bejubeld en toen opeens zijn zwanenzang bleek te zijn geweest.
    En deze plaat is wel een blijvertje.  Wat een prachtig afscheid, wat een geslaagde mengeling van rock en jazz. Blackstar is zonder enige twijfel Bowies beste plaat sinds Scary Monsters uit 1980. Het laat een man horen die eindelijk weer eens als niemand anders klinkt, die muziek maakt die nergens op lijkt en daarom vernieuwend is. De  plaat ademt spontaniteit, klinkt fris, direct, bijna live en er is veel ruimte voor lyrische solo´s en een heerlijke jazzy ritme sectie. In de teksten zinspeelt Bowie voortdurend op de dood, maar toch is Blackstar geen sombere plaat. Steeds weer refereert Bowie aan een leven na de dood, zoals van de astronaut wiens schedel in de clip Black Star wordt aanbeden, of zoals het voor zijn musical geschreven Lazarus, de bijbelfiguur die herrees uit de dood. Bijna elk nummer geeft stof voor de  onvermijdelijk op internet al circulerende theorie dat Bowies dood een hoax is zoals  zinnen als `I´m dying to (...) fool them all again` en `I know something´s very wrong, the pulse returns´. Ongetwijfeld zijn er al mensen die hem op een bankje in Central park hebben zien zitten, samen met Elvis.
      En zo heeft de levende legende ook van zijn dood een bron voor mythevorming gemaakt. Bowie heeft de wereld zeker beet genomen, voor een laatste keer op het verkeerde been gezet, maar vooral verrast met een plaat die leeft en bruist, En eigenlijk maakt hij mijn wens waar, om als crooner voor een fantastische jazzband tijdloze en onthechte muziek te maken, een muzikale wederopstanding waar we nog lang van kunnen genieten.
     

December 2015 - Het jaar begon en eindigde met een aanslag in Parijs. De tweede, op 13 november, leek al op routine. Een gruwelijke routine, maar toch routine. De marathon uitzendingen en herdenkingen op tv, de pagina's in kranten. De waxine lichtjes, de knuffels, de holle woorden van de leiders. Opblaastaal en lege rituelen. Het was allemaal deja vu.  
   Charlie Hebdo, MH17, Breivik: De media zijn dol op de dood. Die massale omarming van het slachtofferschap krijgt soms de trekken van een morbide cultus. Zou het in de kern dezelfde fascinatie voor destructie zijn die ook zelfmoord terroristen drijft? Je zou bijna gaan verlangen naar de grimmige ongenaakbaarheid waarmee we in de toekomst zullen reageren op de zoveelste aanslag, net zoals mensen in Bagdad en Kaboel dat doen. Net zoals Spanjaarden en Britten deden toen Eta en Ira nog bommen lieten afgaan in Madrid en Londen. Het zal de terreur niet stoppen, maar maakt het nog net wat zinlozer dan het nu al is.
    Terreur. Het woord is ook verbonden met de Franse revolutie, Parijs 1799. Die begon met vrijheid, gelijkheid en broederschap maar vloog daarna net zo uit de bocht als al die arabische lentes van deze tijd. Ook toen waren er onthoofdingen, was er een populist die zich ontpopte als dictator en aan het einde van het liedje werd alles weer teruggedraaid. Toch bleven de idealen van de revolutie levend. Ze werden verwerkt in grondwetten, in steeds meer democratieën en vormde  de basis voor wat we het vrije westen gingen noemen. Het vrije westen dat nu een nieuw ijzeren gordijn optrekt.
   Toch blijven die kernwaarden bestaan: Vrijheid, de vrijheid om bijvoorbeeld een hoofddoek te dragen, of juist niet. Gelijkheid, wat niet betekent dat we allemaal hetzelfde hoeven te zijn. Juist niet. Er zijn heel veel verschillen tussen mensen, tussen rijk en arm bijvoorbeeld, geprivilegieerd en achtergesteld. Toch kunnen we doen alsof die verschillen er niet toe doen. We kunnen en moeten elkaar een kans geven en gunnen. We behandelen elkaar alsof we gelijk zijn en daarmee zijn we niet gelijk, maar wel gelijkwaardig.
    En broederschap. Het lijkt soms ver te zoeken in onze propvolle leventjes die vooral om onszelf draaien. En toch is het overal om ons heen, in al die miljoenen interacties op straat, hoe vluchtig ook, in het verkeer, op het werk, in de winkels. Ook in Bagdad en Parijs gaat het gewone leven altijd weer verder, met al het alledaagse vertrouwen dat daarvoor onmisbaar is. Het is te weinig, te oppervlakkig en onbewust, loopt vaak krassen en deuken op, maar is niet kapot te krijgen.

November 2015 - Wat is het geheim achter het succes van Joris Luyendijk, die vorige week andermaal de NS publieksprijs kreeg? Ik overwon mijn scepsis en besloot "Dit kan niet waar zijn" zelf te lezen. En voelde me naderhand bekocht. Het bleek inderdaad niet waar. Het boekje biedt geen nieuwe inzichten. Het is niet mooi of meeslepend geschreven. Het is een alledaags verslag van kennelijk vrij saaie gesprekken met willekeurige bankmedewerkers uit de City. Anonieme bronnen die zichzelf voor een interview hadden opgegeven. De belangrijkste conclusie is dat ook bankiers net mensen zijn. En dat een crisis weer kan gebeuren, maar ook dat wisten we al.
     Er zijn veel boeken en documentaires over de bankencrisis die spannender zijn, die meer onthullen en verhelderen. Daarbij vergeleken lijkt de bekroonde bestseller van Luyendijk een gehypt niemendalletje, met al dat opgeklopte gezeur over de bancaire omertá. Luyendijk gaat wel heel ver mee in de koudwatervrees van de angsthazen die bij hem komen biechten. Niemand klapt in het boek uit de school, dus er is eigenlijk ook geen journalistieke rechtvaardiging voor de anonimiteit van de bronnen. En als er wel nieuwswaardige feiten in hadden gestaan, dan was er over die anonieme bronnen veel meer discussie gekomen. Maar nu blijft het bij een tamelijk fletse zedenschets van de Londense  kantoortuinen.
    Of beoordeel ik het boekje nu met de maatstaven van de gangbare journalistiek, die Luyendijk in zijn vorige bestseller "Het zijn net mensen" bekritiseerde? Is het juist de verdienste van Luyendijk dat hij de honger naar sensatie en hapklare brokken negeert, ons niet manipuleert met stijl en beeldende taal, ons niet intimideert met vertoon van feitenkennis, ons niet aan het lachen of aan het huilen probeert te maken, maar laconiek en luchtig verslag doet van het zoveelste kopje koffie met de zoveelste deepthroat met een aardappel erin. Hij doet zich niet groter voor dan hij is, hangt niet de deskundige uit met makkelijke generalisaties en overhaaste conclusies. Hij heeft gewoon met tweehonderd mensen gesproken, en van zijn veldonderzoek doet hij verslag.
    Luyendijk past zijn eigen methode toe en het grote publiek waardeert dat. Zijn timing is perfect. Dit jaar is precies het moment om een aantal open deuren over het bankwezen in te trappen. Kennelijk is er een behoefte aan dit soort journalistieke duiding; transparant, toegankeljk, degelijk en betrouwbaar. Maar van mij mag het wel wat spannender en met wat meer verhaal en context.
    
Oktober 2015 - Ik heb altijd al een haat liefde verhouding gehad met het medium waar ik het meest voor werk: De televisie.  Het begon alemaal toen ik een jaar of vijf was, met een hartstochtelijke verliefdheid. Ik was niet weg te slaan voor die wonderlijke kijkdoos. Kindertelevisie was er alleen nog maar op de woensdagmiddag en elke dag even voor bedtijd. De fabeltjeskrant, Barbapapa,Tita Tovenaar,de Bereboot. Ik vond het allemaal prachtig.
   Tijdens de puberjaren bekoelde de verhouding. Het blauwe oog in het centrum van de huiskamer begon me te ergeren. Het schotelde ons avond na avond dezelfde prak voor. Amusement voor het hele gezin. Het tijdperk Ted de Braak. "Er is geen bal op de TV". zong ik mee met Doemaar.
      Bijna dagelijks werden er familieruzies uitgevochten
over het karige rantsoen op de twee zenders. Voetbal of nieuws? Kwis of Toppop? Dallas of Zeg ´ns A? Levensgrote kwesties, temeer daar alles maar één keer werd  uitgezonden. Wie een aflevering miste, was reddeloos verloren. En net toen wij thuis over al die dillemma's een broos bestand hadden gesloten, werd de afstandsbediening uitgevonden. Met dit nieuwe wapen in de hand laaide de strijd nog feller op.
      Toen ik op kamers ging, nam ik dan ook geen verrekijk mee. Ik ging liever naar de bioscoop. Ik heb zeven jaar nauwelijks televisie gekeken en heb het geen moment gemist.
    Toch kwam ik er na mijn studie voor te werken. Er waren inmiddels commercië
le zenders bijgekomen. De TV ontwikkelde zich van gaarkeuken tot fastfood restaurant.  Maar het bleef daarmee toch een kwestie van weinig keus en steeds meer van hetzelfde. Ik sloot een verstandshuwelijk met Hilversum. Ik werkte er met plezier, maar keek er weinig naar en dan nog bij gebrek aan beter.
    Gelukkig is er sinds die tijd veel veranderd. De oude beeldbuis is een Smart TV geworden, met steeds meer content die je kunt bekijken wanneer je wilt. Het scherm is van de huiskamer verplaatst naar de jaszak, en televisiekijken doe je tegenwoordig vaak alleen, net als lezen. En je kijkt wat je echt wilt zien, niet wat er toevallig langskomt. Er is veel meer keuze en kwaliteit dan vroeger: Drama, documentaires, talkshows, reality, het aanbod is overweldigend en gevarieerd.
      Zenders moeten harder knokken voor de kijker en dus concurreren ze ook op kwaliteit. En terwijl de TV steeds meer opgeslokt
wordt door internet, beleeft het oude medium zo een prachtige levensavond. Hoewel  het omslagpunt hier en daar al wel zichtbaar is.
    Ik vind dat ik die afbladdering ook nog mee moet maken. Televisie
als een vervallen pretpark, als een noodlijdend circus waar de laatste Bekende Nederlanders hun kunstjes staan te vertonen voor het hoogbejaard publiek. Ik zal er dan ook bij zitten en blijven kijken tot het bittere eind. Het zal me weemoedig stemmen, omdat het waarschijnlijk weer net zo vertrouwd zal smaken en ruiken als de lauwe prak waarmee ik ben opgegroeid.

       
September 2015 - Daar was ie weer, in KRO Reporter, Volkert van der Graaf, beter bekend als Volkert van der Gé, vijftien jaar ouder, maar nog altijd dezelfde irritante veganistische betweter. Ik zag hem voor het eerst de dag nadat hij Fortuyn had vermoord, enkele meters van mijn toenmalige werkplek. Hij was er bijna ook nog mee weg gekomen. Doodgemoedereerd en ongezien was het stuk Asperger van de plaats delict weggewandeld richting zijn autootje.  Als Hans Smolders er niet was geweest hadden we misschien wel nooit geweten wie Fortuyn had omgelegd.
    De volgende dag had ik de twijfelachtige eer om Volkert aan het volk voor te mogen stellen. Dat kon met een bewerking van een portret dat een Eenvandaag-collega eerder over zijn milieuwerk had gemaakt en dat nu ook weer werd herhaald in Reporter. Daarna kwamen de rechtzaak, de obligate commissierapporten over de moord, een mooie biografie van Johan Faber en toen werd het stil.
    Maar vorig jaar kwam Volkert na veel gedoe vrij en nu kon hij op een terrasje triomfantelijk vertellen over zijn luizeleven in Apeldoorn. Voorheen was Volkert milieuactivist
met behoud van uitkering, nu doet hij met behoud van uitkering lekker helemaal niets meer. En misschien is dat ook maar het beste. Ik vertrouw hem niet met een papierprikker.
      De ophef ontstond over de Volkert-foto's die kort na zijn vrijlating in de Telegraaf waren verschenen. Volgens Reporter een overtreding van het mediaverbod en daarom het meest relevante nieuwsfeit uit de met verborgen camera vastgelegde ontboezemingen. De advocaat van Volkert reageerde met een kort geding om de uitzending tegen te houden, toenmalig staatssecretaris Teeven zei van niets te weten. Het verhaal leek dus rond, met als mogelijk gevolg dat Volkert alsnog de rest van zijn straf zou moeten gaan uitzitten. Maar al snel bleek eerst de advocaat, toen de reclassering en tenslotte ook de top van het Openbaar Ministerie van te voren op de hoogte te zijn geweest van de fotoshoot. Het was zelfs een idee van justitie geweest om zo de mediadruk van de ketel te halen. Niks schending van het mediaverbod. Het was eerder andersom. Veel commotie, politici in het nauw, maar in feite was het een zeperd voor de KRO. Had Reporter dit niet beter van tevoren kunnen uitzoeken?
      Waarschijnlijk wilden ze hun nieuwspuntje niet doodchecken. Ze hadden het nodig om de inzet van de verborgen camera mee te rechtvaardigen. Of wist Reporter van te voren dondersgoed hoe het zat en zette de rubriek een ingenieuze val voor de brekebenen van Veiligheid en Justitie? Zoals eerder Nieuwsuur al deed? Is hier misschien sprake van een nieuwe trend in de onderzoeksjournalistiek?
    Er zijn in Nederland tien voorlichters voor elke journalist. Hun dagelijkse werk is de media tegenwerken en bestoken met propaganda prietpraat. De door hen bekokstoofde fotomomentjes, opzetjes en one liners halen maar zelden het nieuws. Maar ze slagen er wel vaak in het echte nieuws tegen te werken.
     Hoeveel uur zal er de afgelopen weken zijn vergaderd op het departement? Koortsachtige sessies waarbij koppen rollen en iedereen elkaar de eh... gouden piet toespeelt. Zo werd een klein nieuwtje tot een flinke rel, net als eerder dit jaar de bonnetjes affaire over de Teeven deal. Deze keer heeft de minister het wel overleefd, maar het was weer spannend en ontluisterend. Als Reporter de ware toedracht van tevoren wist of vermoedde, dan zou je het kunnen zien als de wraak van de journalistiek op de voorlichting. Laat ze zich maar weer eens goed verslikken in hun leugens! Nieuws als booby trap. Nieuws als bermbom.
    Nog even verder denkend zou ook de hele Reporter uitzending doorgestoken kaart kunnen zijn, een vooropgezette strategie om Volkert zo eindelijk eens zijn verhaal te laten vertellen zonder het media verbod te schenden. Volkert weet gewoon dat hij wordt gefilmd vanaf het andere tafeltje. Het kort geding was om de schijn op te houden. Ik geef toe, dit is niet erg waarschijnlijk. Anders dan voorlichters mogen journalisten namelijk niet liegen.
     Ondertussen had Justitie al die tijd wel gewoon gelijk. Het was een goed idee om Volkert te laten fotograferen door de Telegraaf.  Mede daardoor kan deze vervelende man gewoon vrij rond lopen in Apeldoorn. Niet opgejaagd door paparazzi en daardoor ook veiliger voor wraakzuchtige malloten. Eigenlijk zijn we nog best een beschaafd landje. Volkert leeft nog lang en gelukkig en hoeft dus ook niet terug naar de gevangenis.  We kunnen hem nu maar het beste weer snel vergeten. Goed bedacht dus van justitie, maar rampzalig slecht gecommuniceerd.

PS 12 okt: Vandaag werd bekend dat het hoofd voorlichting van het ministerie V en J vertrekt.
29 augustus 2015 - Ooit gold het als aanbeveling als je "van onbesproken gedrag" was. Tegenwoordig kun je in het belang van je carriere maar beter stevig over de tong gaan. Neem Bram Moszkowicz. De spraakmaker gaat nu toch 35.000 euro terugbetalen aan hell's angel Donald Groen, meldt de Volkskrant vandaag. De geplaagde oud-pleiter ontkende tot nu toe in alle toonaarden dat hij geld van afperser Groen had geleend. Maar hij betaalt nu toch. Heeft Moszkowicz weer eens gelogen of wordt de prille politicus nu zelf ook met succes afgeperst door zijn oud client? Welke optie zou eigenlijk erger zijn? En bij optie 2, waarmee wordt Moszkowics dan wel niet gechanteerd? Allemaal lastige vragen voor een lijsttrekker.
    Ik volg de aanstormende showpoliticus al meer dan twintig jaar. Midden jaren negentig zag ik hem door zijn vader op het schild worden gehezen tijdens het grote Hakkelaar-proces, daarna was hij kind aan huis op de redactie van Peter R. de Vries toen ik daar werkte, en de afgelopen jaren zag ik hem vooral op tv. Maar ook, eerlijk is eerlijk, bij een onbekende mensenhandelzaak die de tv nooit heeft gehaald. Het is een meeslepende familie saga van Auschwitz naar jetset, en via de goot is hij inmiddels dus aan een nieuw hoofdstuk begonnen.
   Het geschorste 'mafiamaatje' loopt zich warm in de Haagse wandelgangen. Daar zal hij nog meer opvallen dan tussen de excentrieke toga's. Moszkowicz is van een beproefd type, dat de Nederlandse huiskamers al jaren weet te vermaken. Het typetje van de blaaskaak, ooit ontsnapt uit romans van Charles Dickens. duikt steeds weer op in een nieuwe gedaante.
Archaische mooipraters van ouderwetse snit, causeurs die zichzelf graag horen oreren, liefst met een sigaar in het hoofd, horlogeketting op de vaak omvangrijke pens. Denk aan het bloemrijke geouwehoer van Wiegel en Van Agt, maar ook Bomans en Gerard Reve met hun ironische volzinnen. Het oertype in Nederland is wellicht Ollie B. Bommel, ook weer fraai vertolkt door kasteelheer en minister Ard van der Steur.
     Moszkowicz is een blaaskaak pur sang met zijn maatpakken en overdreven dictie. Zelfspot en parodie zit in het type ingebakken, ook als de vertolker dat zelf niet echt door heeft. Echte eloquentie is niet vereist. De blaaskaak hoeft alleen welsprekendheid voor te wenden. Zelfs Ivo Opstelten kon met zijn bronzen gestamel decennia lang voor een geloofwaardige blaaskaak doorgaan. Het gaat om de aanzet, de pose.  "Ik hoor het u zeggen..." Ik heb Moszkowicz nooit iets scherps of geestigs horen zeggen. Hij is clownesk en hoeft dus niet meer grappig uit de hoek te komen.
     Er is alleen een probleem: Het type blaaskaak verdraagt geen tegenspraak. Het hooggeëerd publiek moet het spel meespelen, net als bij de keizer zonder kleren. Moszkowicz gedeit bij  tv klapvee dat lekker wil lachen, maar het politieke debat in de kamer is andere koek. Wilders, ook geen groot debater, houdt zich daar maar net staande met zijn verzuurde mantra's. Maar van Moszkowicz verwachten we meer.
      De Grote Redenaar moet het juridisch rookgordijn nu verruilen voor een politiek  luchtkasteel, de ontkenning voor het vergezicht. Kon hij als advocaat af met halve waarheden, als politicus moet hij het hele verhaal verkopen. In een heel ander tempo dan in de rechtzaal. Het is de vraag of de man, die de afgelopen jaren de ene na de andere inschattingsfout maakte, erin slaagt zichzelf opnieuw uit te vinden. Mocht het niet lukken, dan wordt de come back een afgang.

 

28 juli 2015 (Dit opiniestuk werd eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad) - Verbijstering over celstraf voor een schietende agent. Dienders met pruiken op voor de rechtbank. Haagse wijkagent durft de straat niet meer op. Politie voorlichters maken deze week overuren om het beeld na de dood van Mitch Henriquez weer te doen kantelen. De agent speelt graag de slachtofferrol en wordt daarin aangemoedigd door de politiek.
        Maar is het niet deze reflex die de dood van Henriquez heeft veroorzaakt? Inderdaad, voor dienders wordt het er allemaal niet makkelijker op. Politiemensen krijgen veel over zich heen van assertieve burgers. Ze worden uitgescholden en soms zelfs bedreigd. Er wordt op ze in gereden bij verkeerscontroles en ze krijgen een enkele keer ook klappen. Het is voor een agent op straat heel moeilijk om voorbereid te zijn op agressie en tegelijk toch beleefd te blijven naar de gewone burgers. Dat gaat dan ook regelmatig fout.
        Al jaren is er een beleid om de agressie tegen agenten en andere publieke dienstverleners hard aan te pakken, het zogenaamde VPT beleid (Veilige Publieke Taak). Agressie tegen agenten, ambulance personeel en andere hulpverleners heeft hoge opsporingsprioriteit en wordt extra zwaar bestraft. Politieagenten zijn min of meer verplicht om van elk incident aangifte te doen. Ook van verbale agressie, zoals een belediging.
            Samen met twee collega's deed ik in 2013 een onderzoek naar de werking van het VPT beleid. We analyseerden honderden incidenten en spraken met tientallen daders en hulpverleners, waaronder veel politieagenten. In nogal wat onderzochte zaken bleek het VPT-beleid escalerend te werken. Een belediging wordt dan beantwoord met een gewelddadige aanhouding.
    Een van de onderzochte incidenten lijkt op het verhaal van Mitch Henriquez. In dit geval uit 2012 was het slachtoffer een blanke man van rond de vijftig. Hij was in Den Haag langdurig en onterecht ondervraagd. Daarna werd hij nogal bot weggestuurd (Oprotten!). Terwijl de man wegliep zei hij stelletje hufterstegen zijn zoon. Vervolgens sprongen er meer dan vier agenten boven op hem en werd hij overmeesterd met pepperspray. De man, die zelf geen geweld had gebruikt, hield er een paar gebroken ribben en een veroordeling voor belediging aan over. Zoals wel vaker werd dit incident destijds door de politie naar buiten gebracht als een typisch voorbeeld van geweld tégen de politie. Als slachtoffershadden de betrokken agenten zelfs de gebruikelijke bos bloemen van de korpsleiding gehad.
         In een ander onderzocht geval werden tientallen jongeren gebeten en geslagen, na een avondje stappen in een Brabants dorp. Een agent meende een scheldwoord te hebben opgevangen uit de mond van een dronken tiener.      
    Het VPT beleid speelt ook een rol in de zaak Mitch Henriquez. Maar welke? Waarom werd hij aangehouden? Er zijn eigenlijk maar twee scenarios: Belediging of bedreiging.
            Volgens ooggetuigen liep Mitch die avond langs een groepje agenten.Ik ben niet bang voor jullie. Ik heb ook een gun, zou Mitch hebben gezegd, waarbij hij naar zijn kruis greep. Een agent zou toen hebben geantwoord dat hij geen grappen moest maken over wapens. Ze lieten Mitch en zijn vrienden passeren. Mitch zou nog wat hebben teruggeroepen in de trant van wie denken jullie wel niet dat jullie zijn? en werd vervolgens besprongen.
            Als uit onderzoek straks blijkt dat de agent de grap van Mitch serieus nam en bang was voor een echt wapen, dan is de gewelddadige aanhouding te begrijpen. De politie probeert gevaarlijke arrestanten met overmacht aan te houden. Een korte worsteling verkleint de kans op letsel voor beide partijen. Daarbij mogen agenten ook de eerste klap uitdelen (pijnprikkel) of de nek klem gebruiken om het verzet zo snel mogelijk te breken. Dat dat hier helemaal fout is gegaan is pijnlijk, maar in het geval van bedreiging wellicht niet strafbaar. De agent die in 2012 de Haagse tiener Rishi doodschoot werd uiteindelijk vrijgesproken, omdat hij mocht aannemen dat Rishi een vuurwapen trok.
        Maar de ooggetuige verslagen in diverse media wijzen eerder in de richting van belediging. Henriquez had voor zover bekend geen motief voor geweld. Dat blijkt ook uit de reactie van de agent (geen grappen). Het ligt meer voor de hand dat de politie de grap in combinatie met het suggestieve gebaar ervoer als een opgestoken middelvinger. Een belediging dus, een provocatie.

Het VPT beleid maakt geen onderscheid tussen fysiek en verbaal geweld: Fysiek geweld wordt natuurlijk niet geaccepteerd, evenmin als bedreiging, mishandeling of belediging. Verdachten worden gelijk aangehouden, zo staat het op de website van de politie.
            Veel politiemensen denken dat ze met een streng beleid het respect op straat terug kunnen veroveren. De tijd dat je een politieman ongestraft voor rotte vis kon uitmaken is gelukkig voorbij. Maar een belediging van een ambtenaar in functie blijft toch heel wat anders dan (een bedreiging met) fysiek geweld. De politie zou een belediging zoveel mogelijk met woorden of met een bekeuring moeten oplossen. Gelukkig gebruiken de meeste agenten in de praktijk hun gezond verstand, maar volgens het VPT beleid zouden ze op alle slakken zout moeten leggen.
            En een foute grap van een aangeschoten feestganger kun je maar beter helemaal negeren. Uit diverse onderzoeken blijkt dat het meeste (fysieke en verbale) geweld tegen publieke dienstverleners wordt gepleegd door mensen onder invloed van drank, drugs of een psychische stoornis. Hier zijn andere maatregelen nodig, bijvoorbeeld betere en snellere opvang van verwarde personen.
     Uit de filmpjes van het incident wordt pijnlijk duidelijk wat het blijvende effect is van dit doorgeschoten beleid. De agenten die hannesen met het stervende lichaam van Henriquez worden uitgejouwd door de filmende omstanders. Goed gedaan. Helden!roepen ze. Is het een belediging of is hun cynisme op zijn plaats?

 
Juni 2015 - Regeringen wisselen elkaar in Nederland steeds sneller af, maar premiers blijven een stabiele factor. Mark Rutte zetelt al weer vijf jaar in het torentje, en hij lijkt nog lang niet uitgeregeerd. Daarvoor hadden we Balkenende, Kok en Lubbers. Elke tien jaar één. In de tijd van de verzuiling, tot de jaren zestig en zeventig wisselden premiers elkaar veel sneller af.
    De zwevende kiezer hecht zich meer aan personen dan aan partijen. Maar wat zien we eigenlijk in deze personen? Het is ontstellend hoe weinig onze leiders te melden hebben, Ze praten voortdurend, dat is hun beroep, maar zeggen eigenlijk niets. Dat hebben ze gemeen met boeven: Alles wat ze zeggen, kan tegen ze gebruikt worden.
   Lubbers was een woordkunstenaar, die in lange, meanderende zinnen minuten lang om een antwoord heen kon draaien. Hij deed dat zo behendig, dat het een plezier was om naar te luisteren. Maar van elf jaar Lubbers zijn weinig one liners blijven hangen. "Nederland is ziek", zei hij op het laatst. Dat was kernachtig.
   Daarmee had hij zijn zegje gedaan en liet het over aan zijn opvolger Kok om de WAO, vangnet voor al die zieken, te saneren. In éen moeite door schudde de sociaal democraat ook maar zijn andere "ideologische veren" af.
Die kromme metafoor werd zijn gevleugelde uitspraak, de enige die beklijfde uit het zuinige mondje dat ons door de paarse jaren negentig heen praatte.
    Daarna kwam Balkendende, die met zijn normen en waarden de Fortuyn-revolte pareerde. Onvermoeibaar bereed hij zijn stokpaardje over slecht gearticuleerde, kreupele zinnen die over elkaar heen buitelden zoals de moraalridder zelf over skateboards struikelde. "Fatsoen moet je doen", was zijn meest memorabele verwoording. 
    Rutte is de eerste premier sinds mensenheugenis die echt welsprekend is. Was  Lubbers zalvend, Kok zuur, en Balkendende droog, Rutte is een verademing voor journalisten. Hij beantwoordt vragen en als hij dat niet kan, zegt hij dat gewoon. Hij is grappig en adrem, direct en goed ingevoerd. Toch blijft ook van zijn woorden niet veel hangen. We moesten allemaal een auto kopen om de crisis te verhelpen. Onhandig, riepen de commentatoren. Rutte zou te veel lachen of ons juist de put in praten. Hij had eerst geen visie, Visie vond hij vies en gevaarlijk, meer voor collega's als Hitler en Stalin. Maar dit voorjaar hield hij opeens toch een preek over de "dikke ik". De man is populair, maar blijft ook mysterieus. Wat gaat er schuil achter de brede lach en vlotte babbel?
   Persoonlijk ben ik best bereid te geloven in dat beeld van de eeuwig studentikoze links liberaal met het hart op de goede plaats, die alleen zo nu en dan met wat harde taal extreem rechts moet afstoppen. Politiek heeft hij het nodige bereikt dankzij een knap spel met wisselende meerderheden. Een echte visie ontbreekt inderdaad, maar die hadden zijn voorgangers ook niet.
    Rutte staat eigenlijk in een lange traditie van atypische liberale leiders. Hij combineert de charme van de goedlachse Dijkstal en Zalm met het intellectuele overwicht van Bolkesteijn en Voorhoeve. Geen van deze leiders was representatief voor de achterban van "hardwerkende Nederlanders", die het afgelopen jaar steeds maar weer op een vervelende manier in het nieuws kwam. Bonnetjes die zoek waren, dure flessen wijn, foute aannemers, fraude en corruptie. Is de VVD een sjoemelend old boys netwerk van dikke ikken dat steeds maar het enige fatsoenlijke lid  naar voren schuift
als leider? Net zoals motor clubs dat doen? Is Rutte de roverhoofdman die zelf niet declareert? In dat geval zou zijn eeuwige lach er vooral éen van verlegenheid kunnen zijn. Hij kan er ook niets aan doen wat zijn partijleden achter zijn rug allemaal nu weer uitvreten.



Mei 2015  - En dan ligt er opeens een lijk op je stoep.... Het is kwart over twaalf 's nachts. Je bent net terug komen lopen vanaf het Museumplein, waar je een licht sculptuur hebt bewonderd. Je smeert een boterham in de keuken en hoort zeven, acht knallen vanaf het kruispunt, vijftig meter verderop. Het klinkt als hard vuurwerk, maar je twijfelt. Je luistert nog eens goed, maar hoort niets meer. Geen geschreeuw, geen  scheurende autobanden of sirenes. Loos alarm. Je eet je boterham op en ziet dan knipperlichten door het matglas van de voordeur. Je opent de deur: De straat is in tien minuten veranderd in een crime scene.
   Vier politiewagens en een ambulance. De calamiteitencontainer komt aanrijden. Een helicopter cirkelt over de buurt. Overal agenten die de straat afzetten en met zaklantaarns zoeken naar patronen.
    Iemand van de Village Lounge staat te praten met een agent. "Mijn klanten zijn helemaal in shock over wat ze gezien hebben", zegt hij: "Wanneer halen jullie het lichaam weg?" De lounge staat slecht bekend in de straat. Je kunt er tapas en waterpijpen consumeren staat er op de geblindeerde ramen, maar de meeste klanten lijken voor andere zaken te komen. Elke avond staat de stoep vol met dure scooters. De politie hing vorige week zonder toelichting een camera aan de overkant, maar dat heeft niet geholpen. Wel hebben we nu beelden van de vluchtende verdachten.
    De volgende ochtend zijn de agenten nog steeds bezig met onderzoek. De schutters kwamen waarschijnlijk naar de lounge om met iemand anders af te rekenen. Maar die was al weg. Toen ze met hun wapens onverichterzake naar buiten liepen, stond het slachtoffer daar in een auto te wachten voor het stoplicht. 
Deze toevallige passant is toevallig ook een bekende van de politie. Een raar verhaal, vindt de politie zelf ook. De verdachten zijn op een scooter gevlucht in de richting van De Hallen.
    De Hallen zijn een baken in de buurt, die officieel zelfs wordt omgedoopt tot "Hallenkwartier". Het hipster uitgaanscentrum serveert ook tapas, maar trekt natuurlijk een heel ander publiek.
Ook jong en ambitieus, maar in een andere loopbaan.
   Vorige maand werden de daders van een vorige wild west afrekening in de Staatsliedenbuurt veroordeeld tot levenslang. Ook dit lijkt een typische afrekening van de  "Mocro Mafia": roekeloos en rommelig.
    Vorig jaar viel er een dode bij een steekpartij bij een juwelier iets verder in de straat. Die zaak is nooit meer open gegaan. Ook de Village lounge zal nu wel sluiten en de buurt wordt weer rustig, zo hoopt iedereen.
    Ik voel me niet onveiliger dan gisteren. Ik vind het wel jammer dat ik niets kan doen met mijn journalistieke opwinding. Ik werk een dag achter afzet linten en zwarte schermen. Ik wordt gebeld door RTL maar heb niets gezien. Het nieuws ligt op straat onder een wit tentje, maar ik kan er vandaag helemaal niets mee, behalve het hier opschrijven.
      
April 2015 - Deze koningsdag maar eens de andere kant uitgelopen, weg van het overvolle, oranje gekleurde centrum, maar juist richting Amsterdam west. Ook op het anders zo desolate Plein 40-45, ver buiten de ring, is het volop vrijmarkt. Hoofddoeken en bontkraagjes zitten er tussen hun afdankertjes, net zoals in de rest van Nederland. Potten en pannen, speelgoed, hier en daar wat oranje. Prima geintegreerd dus, zou je zeggen.
   Misschien is er ook een andere verklaring voor het omarmen van deze 'Hollandse' traditie: Want in Marokko en Turkije is het eigenlijk elke dag vrijmarkt. Iedereen verkoopt er wat hij kwijt wil. De smalle steegjes van de bazaars en soukhs zijn bezaaid met koopwaar. 
   Een vrijmarkt is een voorbeeld van informele, 'grijze' economie. Bij ons beperkt tot die ene dag per jaar, in veel ontwikkelingslanden een wezenlijke bron van inkomen. Het is het type bedrijvigheid dat europese politici graag verdacht maken als zwartwerk, mensenhandel en moderne slavernij. Toch zou onze luchtbellen economie nog kwestbaarder zijn zonder een stevige, deels grijze basis. Landbouw, horeca, de bouw: hele sectoren kunnen niet zonder illegale arbeidsmigranten.
    Meer dan de helft van  de migranten die met gammele bootjes Europa proberen te enteren, komen hier om te werken. Ze investeren duizenden euro's familiekapitaal om hier misschien een paar tientjes per dag te kunnen verdienen. Dat is triest. Maar het is nog veel triester dat ze zelfs dat niet wordt gegund door de politiek.
    Afgelopen week werden -na de zoveelste bootramp- de muren van het fort Europa nog wat verder opgehoogd, om nog meer vluchtelingen tegen te houden. Tegelijkertijd werd afgesproken meer schepen te laten patrouilleren om de mensen uit het water te vissen. Zo schizofreen is het Europese asiel beleid. Het resultaat is een mens onterende zieligheidsindustrie die jaarlijks duizenden slachtoffers maakt. 
    Zou het niet veel beter zijn om te erkennen dat er een vraag is naar goedkope arbeidskrachten? Schoonmakers, tomatenplukkers en software programmeurs. Zet een normaal immigratiesysteem op voor deze mensen, met normale visa procedures bij europese ambassades over de hele wereld. Met quota en loterijen naar Amerikaans voorbeeld. Zodat de migrant die een visum heeft weten te bemachtigen, gewoon met het vliegtuig of de auto naar Europa kan komen. Voor eigen rekening en risico. Er is niets mis met gelukszoekers. En als we ze de ruimte geven, leveren ze zelfs een bijdrage aan onze welvaart. 
Maart 2015 - Drie jaar geleden ging er een gerucht door de somalische gemeenschap in Nederland. Een Somalische Nederlander zou zijn gesneuveld als strijder van Al Shabaab, de somalische Taliban. Ik hoorde het verhaal tijdens de research voor Nomaden en Piraten, een docu-serie over Somaliers in Nederland. Een van de afleveringen moest gaan over radicalisering, en dus probeerde ik bewijzen te vinden voor het gerucht.
   De man bleek Ahmed Abdisalaan te heten en hij woonde jaren lang in Amsterdam. Vrienden van vroeger beschreven hem als een vrolijke gangmaker, actief binnen de gemeenschap, erg gelovig maar ook open naar andersdenkenden. Hij zocht altijd de discussie over religieuze zaken.
    Zoals veel nederlandse Somaliers verhuisde Ahmed met zijn gezin naar Engeland, dat toleranter heet te zijn ten opzichte van moslims. Nog weer later keerde hij terug naar Somalie, en nog een paar jaar later was er opeens dus dat gerucht.

Een van zijn oude vrienden zocht op mijn verzoek contact met de nabestaanden in Engeland. En die bevestigden het verhaal. Ahmed was dodelijk geraakt bij een veldslag tussen Al Shabaab en de regeringstroepen. Zijn rol was onduidelijk, maar het lag voor de hand dat hij had mee gevochten aan de kant van Al Shabaab.
    Zijn familie vroeg ons toen ook om het verhaal niet naar buiten te brengen. Het gezin van Ahmed zat nog in door Al Shabaab gecontroleerd gebied. De familie probeerde zijn vrouw en kinderen weer naar Engeland te halen, en publiciteit zou gevaarlijk voor hen kunnen zijn.
    We besloten het verhaal inderdaad niet mee te nemen in de documentaire serie, vooral omdat er te weinig informatie beschikbaar was. Ahmed bleef een schimmig figuur. Niemand kon of wilde vertellen hoe en waarom hij uiteindelijk bij Al Shabaab was geeindigd.
    En nu, bijna drie jaar later, blaast een vrouw zich op in hotel Central in Mogadishu. Het nieuws ging 20 februari jl de wereld over, en binnen een dag was ook al duidelijk dat de vrouw, Lula Ahmed Dahir, een Nederlands paspoort had. Somalische media en bloggers melden dat ze zou zijn opgegroeid in Amersfoort en al zes jaar in hotel Central zou werken als receptioniste. Het hotel was populair als ontmoetingsplek voor politici en onder de tientallen doden zijn twee parlementsleden en een loco-burgemeester.
    Nu blijkt Lula de weduwe van Ahmed te zijn, de vrouw die haar familie drie jaar geleden nog hoopte te kunnen redden. Dankzij het kalifaat zijn dit soort verhalen inmiddels helaas een stuk gewoner geworden. Lula is niet de eerste Nederlandse zelfmoord terrorist. En ook dit verhaal is incompleet en onbevredigend. We zullen waarschijnlijk nooit te weten komen wat Ahmed en Lula  dreef tot oorlog en massamoord. Had het uitgemaakt als we de spaarzame details drie jaar geleden wel gepubliceerd hadden? Ik denk het niet, maar mijn bron, de vroegere vriend van Ahmed en Lula, ligt er wakker van.
1 Februari 2015 - Vandaag werd de laatste aflevering van Zwart wit uitgezonden. De serie uit december 2013 is nu herhaald en aangevuld met anderhalve nieuwe aflevering.
    Helaas werd de meest beladen aflevering niet herhaald: die over PVV-ideoloog en serie verkrachter Zoka van A.. Bij de eerste uitzending dreigde de islam-criticus/kinderporno producent met rechtszaken. Een scene moest onder druk onherkenbaar gemaakt worden. Bij de herhaling van de reeks wilde NPO "die arme man niet nog eens lastig vallen". Gelukkig staat de gewraakte aflevering nog wel online.
    Er kwam een nieuwe aflevering voor in de plaats, over de aanslag op Aad Kosto uit 1991. Het huis van de toenmalige staatssecretaris werd opgeblazen door Rara, maar de daders werden nooit gepakt. Ik begon met de research, na een interessante tip van Kosto zelf. Hij vertelde dat  er in de dagen voor de aanslag verdachte "verkenners" bij zijn huis in het dorp Grootschermer waren geidentificeerd. Dat had hij destijds van een politiechef vernomen. Het leek me interessant om uit te zoeken, omdat Rara tot nu toe een mysterie is gebleven.
      Justitie was bereid om na zoveel jaar inzage in het dossier te geven, en ik besloot daarom geen WOB verzoek te doen. Je hebt -in theorie althans- meer aan vrijwillige medewerking dan aan afgedwongen openheid. Maar helaas duurde het op deze manier allemaal wel veel langer en bleek pas na een half jaar dat het hele politie dossier was vernietigd.
      Nogal wat mensen, zeker ook uit het voormalig krakersmilieu, vermoeden een doofpot, maar dat lijkt me een overschatting. De informatiehuishouding
over lopende zaken is bij justitie al belabberd, dus de archieven zullen wel helemaal een puinhoop zijn. Overheids-archieven worden nogal eens verwerkt door mensen van de sociale werkplaats. Die zullen conform de regels ook dit grootste politieonderzoek ooit routineus door de papierversnipperaar hebben gehaald.
   Justitie heeft deze aanslag op haar eigen apparaat nooit weten op te lossen. Maar nog pijnlijker is dat je gedachtenloos een belangrijk stuk van je eigen geschiedenis hebt uitgewist. Institutionele alzheimer.
    Gelukkig waren er nog politiemensen en een oud BVD-medewerker bereid om over het onderzoek te vertellen. Er dook een BVD tape op met observatie beelden van allemaal toenmalige Rara-verdachten over wie we nooit meer gehoord hebben. Maar politieteamleider Hans Muller maakte gehakt van die BVD-informatie. Die was flinterdun. De politie kon er helemaal niets mee.
     Al met al heb ik het mysterie Rara niet op kunnen lossen, maar is het toch een aardig verhaal geworden, met een actuele strekking. Nog steeds loopt het vaak fout tussen politie en AIVD bij het bestrijden van de terroristen van vandaag.

De serie Zwart Wit is geboren uit mijn verbazing over de opkomst van Fortuyn en later Wilders. De Nederlandse politiek veranderde van de ene dag op de andere en is nooit meer de oude geworden. Inmiddels zijn we gewend geraakt aan PVV retoriek, maar in 2001 was dat nog ongehoord.
   Maar de serie maakt duidelijk dat Fortuyn niet uit het niets kwam. In de jaren negentig werd het integratiedebat al volop gevoerd, ook al werd dat vaak genegeerd door de oude partijen. Fortuyn en Wilders vertegenwoordigen ongeveer 15% van het electoraat. Dat zijn heel veel mensen, die nu een politieke stem hebben gekregen.
   Ik vond het bijzonder om de serie af te kunnen sluiten met de vertegenwoordigers van een andere vergeten groep kiezers. Kuzu 
en Ozturk werden in november uit de PvdA gezet, en presenteerden in de laatste uitzending van Zwart Wit hun nieuwe beweging Denk. Zij staan voor een grote groep (vooral allochtone) kiezers die zich al jaren ergert aan de verrechtsing van de meeste politieke partijen en van de media. Wilders zet de toon, en Denk wil daar tegenin gaan.  Ze scoren heel goed op sociale media, dus er lijkt behoefte te zijn aan zo'n partij. Als ze het spel goed spelen, hebben ze misschien een toekomst op het Binnenhof.
 
18 Januari 2015 - De daders in Parijs blijken in de gevangenis te zijn geronseld door een oude bekende: Djamel Beghal, een Franse Algerijn en al sinds 2001 een Al Qaida kopstuk.
    Op 13 september 2001, twee dagen na de aanslagen in Amerika, werd in Rotterdam en Brussel een terreurnetwerk opgerold. Hoofdverdachte was Nizar Trabelsi, een aan lager wal geraakte profvoetballer. Samen met twee tot de islam bekeerde Franse broers zou hij de Amerikaanse ambassade in Parijs hebben willen opblazen. Ook deze terreurcel was opgezet door Beghal.
    Ik maakte destijds samen met een collega een aantal reportages over deze in Nederland vrij onbekende zaak. We spraken met de voormalige trainer van Trabelsi, die de voetballer langzaam had zien afglijden in een wereld van drank, drugs en kleine criminaliteit. Ook de Franse bekeerlingen bleken zo'n triest verhaal te hebben. Slagerszone
n uit een klein dorp in de buurt van Geneve, verslaafd geraakt na de scheiding van hun ouders en door ronselaar Beghal van de drugs afgeholpen. De verhalen van toen lijken op die van de broers Kouachi, Coulibaly en zoveel andere terroristen: kansarm, labiel en soms zelfs zwakbegaafd, voor het karretje gespannen van gewetenloze types als Beghal. Ze hebben niets te verliezen en denken het paradijs te kunnen winnen.
     "Niet alle moslims zijn terrorist, maar wel bijna alle terroristen zijn moslim", zei Wilders afgelopen week. Maar is dit soort gestoorde randfiguren, dit kanonnenvoer voor de heilige oorlog wel moslim? Veel gewone moslims vinden van niet. Ook het kalifaat van IS wordt door moslims over de hele wereld totaal niet serieus genomen. Alleen niet-moslims zien het als een uiting van de Islam. De vraag is wie er het meeste belang bij heeft om dat misverstand op te helderen.  
     
Ondertussen is het een gerust stellende gedachte dat de terroristen in Parijs en Brussel toch niet op eigen houtje opereren. Zolang er organisaties als Al Qaida en IS achterzitten, hebben veiligheidsdiensten een kans om aanslagen te voorkomen. Het is wel triest dat dat in Parijs niet is gelukt, terwijl zowel de uitvoerders als de opdrachtgever Beghal meer dan tien jaar in de gaten werden gehouden.

10 januari 2015 - Het begin van dit nieuwe jaar werpt ons opeens tien jaar terug ln de tijd, met gruwelijke beelden, indrukwekkende herdenkingen en lange discussies over de vrijheid van meningsuiting. Iedereen is geschokt door de beestachtige manier waarop tien cartoonisten en twee politiemannen zijn vermoord. Ik kende het blad niet, maar ik hou van satire en spotprenten.
   Ik stond de dag na de aanslag in Parijs dus op het Plein in Den Haag, tussen spandoeken met de leus "Je suis Charlie". Ik stond daar zelf zonder spandoek. In Parijs zijn tien collega's vermoord, maar dat maakt van mij nog geen Charlie Hebdo. De vrijheid van meningsuiting moet verdedigd worden, maar ik heb zelf nooit de behoefte gevoeld om de profeet Mohammed te beledigen. Ik zou het niet durven, maar ik vind het ook niet zinvol. Je kunt heel goed de islam bekritiseren en over allerlei sociale problemen praten, met respect voor elkaars heilige huisjes. Het is aan moslims om hun eigen religie te moderniseren en te relativeren.
   Ik stond er zelf te demonstreren in een oud t-shirt dat ik ooit in Jeruzalem kocht van een palestijnse souvenir-verkoper. "Peace, shaloom, salaam" staat erop in bijna uitgewassen letters. Het shirt uit de tijd van Rabin is al jaren genant geworden en ik heb het lang niet gedragen. Maar gisteren dus wel.

Vrede is helaas ver weg, in het midden oosten en misschien ook wel een beetje hier. Er zijn de afgelopen maanden meer van dit soort aanslagen geweest en er zullen er ongetwijfeld nog meer komen. Beveiligen kan amper tegen zelfmoordterroristen met automatische wapens.
    Het is extra pijnlijk dat deze generatie terroristen van eigen bodem lijkt te komen. Kwamen de meeste Al Qaida kapers nog uit het midden oosten of waren ze getraind in Afghanistan, nu gaat het om goed geintegreerde moslims die op eigen houtje lijken te opereren en te radicaliseren. Iedereen kan een mes of pistool kopen en een doelwit aanvallen. Er zijn meer dan 150 Nederlandse jongeren afgereisd naar Syrie. Waarom zouden er niet net zoveel rondlopen met plannen voor een aanslag in Nederland?
   Moslims zouden er goed aan doen om veel duidelijker afstand te nemen van de radicale islam. Voor hen is het verschil vanzelfsprekend, maar er is zoveel aandacht in de media voor IS en de jihadisten, dat je de zwijgende, vreedzame moslim meerderheid bijna zou vergeten. Die meerderheid heeft er alle belang bij om zich te laten horen en zien. Het imago van hun religie wordt met elke aanslag -in Europa, Irak, Nigeria of waar dan ook- verder bedoezeld. Het beestachtige kalifaat is toch een veel grotere belediging voor hun geloof dan een paar spotprenten?
   Op een of andere manier komt de situatie me ernstiger voor dan tien jaar geleden, misschien omdat het geweld banaler en brutaler is geworden. Toch zijn dit soort aanslagen, hoe gruwelijk ook, niet meer dan speldeprikjes, die onze cultuur van vrijheid moeiteloos zal doorstaan.

December 2014 - Het sinterklaasjournaal bracht dit jaar echt grotemensennieuws: de doorbraak in de verhitte pietendiscussie. Een echt Hollands compromis waarbij Piet de komende jaren steeds meer van kleur zal verschieten. Over vijf jaar moet een nieuwe generatie gelovigen vertrouwd zijn met het schoorsteen-model: Een witte, gele of bruine piet met een paar roetvegen over zijn gezicht.
  Ik heb de pietendiscussie nooit goed begrepen, omdat zwarte piet in mijn beleving nooit een negatieve figuur is geweest. Geen slaaf of boeman, maar een grappige, vrolijke rechterhand van de sint. Wat is daar mis mee? Er zijn slechtere rolmodellen denkbaar.
  Ik groeide als kind samen met met broertje en zusjes op in een verder volledig witte omgeving. Het hele dorp en alle kinderen op school waren wit. Zwarte piet bracht daar  een paar weken per jaar verandering in. Hij draaide de zaken even om. Zwart was cool. Zwart was lachen! Laatst vond ik wat foto's terug van mijzelf, verkleed als zwarte piet. Dat deed ik ieder jaar, overigens zonder mijn gezicht te schminken. Ik was dus als bruine piet eigenlijk mijn tijd ver vooruit.
   Maar ik snap de mensen wel die willen vasthouden aan zwarte piet. Het is gevaarlijk om toe te geven aan de ingebeelde grieven van een kleine minderheid. Negerzoenen. Jodenkoeken. Wat is het volgende? Moeten we weer terug naar de angstvallige politieke correctheid van de jaren negentig? Dat lijkt me geen goed idee.
   De onvrede bij sommige Surinamers en Antillianen heeft volgens mij trouwens meer te maken met hun eigen vooroordelen dan met de slavernij. Veel nazaten van de slaven hebben nooit afstand genomen van de koloniale maatstaven van vroeger. . Een lichtere huid heeft voor hen meer status en "zwart" ervaren ze als een scheldwoord. Niet voor niets begon Quincy Gario met zijn actie nadat zijn moeder door een collega een keer "zwarte piet" was genoemd.
   "Black is beautiful?" Het is volledig aan hen voorbijgegaan. De slavernij zit helaas nog steeds in sommige hoofden en misschien zouden ze daar eens over moeten discussieren. 

Maar goed, na de verhitte discussie van de afgelopen jaren heeft zwarte piet voor mij alsnog zijn onschuld verloren. Zwarte piet is een symbool van extreem rechts geworden. De bedreigingen en het onversneden racisme uit die hoek hebben hem de das om gedaan. Ik vind het dus prima dat het feest wordt aangepast. Want inderdaad, de kleur
doet er niet toe.

November 2014 - Bijna iedereen kent wel iemand die gelooft in ufo's, graancirkels of bizarre complotten. Ik ben al een tijdje gefascineerd door dit soort mensen, dat elkaar tegenwoordig vindt op internet en een mondiale onderstroom is gaan vormen. Ik maakte deze maand een portret van een van de bekendste complot denkers van Nederland, Johan Oldenkamp. Een gepromoveerd wetenschapper die bij zijn volle verstand beweert dat de wereld achter de schermen wordt geregeerd door buitenaardse reptielen, dat kanker vanzelf overgaat als je het niet behandelt en dat de zwaartekracht niet bestaat.
   Mensen zoals Oldenkamp zijn zeer kritisch over alle gangbare opvattingen, maar omarmen blindelings allerlei alternatieve, occulte of zelfs subversieve theorieen. Die worden dan ook nog eens door elkaar gehusseld tot een holistisch allegaartje waar de honden geen brood van lusten. Veganisme, tarot kaarten, holocaust ontkenning, pedo netwerken, kristallen, kabouters, Atlantis, sympatie voor schurken als Poetin en Assad, alles loopt door elkaar heen. Iedereen stelt zijn persoonlijke mythologie samen uit een lange traditie van al dan niet gevaarlijke hersenschimmen.

Het is altijd interessant om te weten waarom mensen in dit soort waanzin gaan geloven. Vaak heeft het met teleurstelling te maken. Iets of iemand heeft hun vertrouwen in de wereld gebroken. Bedrogen door een geliefde, een mislukte loopbaan. Ze voelen zich buitengesloten door het systeem, en dan is het een schrale troost dat je nog sltijd het systeem daarvan de schuld kunt geven.
    Maar er is ook een diepere oorzaak. Het wantrouwen tegen instituties is normaal geworden. Schandalen volgen elkaar in hoog tempo op. Corrupte bestuurders, sjoemelende bankiers, dronken chirurgen en niet te vergeten NSA en het wereldwijde afluisteren. Dagelijks wordt onze achterdocht gevoed. Wie heeft nog het idee dat de overheid van ons allemaal is? Zelfs ambtenaren geven erop af. Die massale onvrede lijkt mij onhoudbaar. Het systeem is aan vernieuwing toe.
    Dat er meer schandalen zijn komt natuurlijk ook omdat er meer media zijn, die feller met elkaar concurreren. Zo is er een informatieovervloed ontstaan, die niemand meer kan bijhouden. Alle kennis is online beschikbaar en dat zou moeten leiden tot goed geinformeerde burgers. Maar van de weeromstuit vluchten sommige mensen juist weg in overzichtelijke, oude mythes.

Oktober 2014 - Ik woon en werk al weer een half jaar aan de De Clercqstraat, en een tijdje terug vroeg ik me af wie De Clercq eigenlijk was. De omliggende straten zijn vernoemd naar negentiende eeuwse schrijvers, zoals Bilderdijk, Da Costa en Tollens. Grote namen toen deze buurt gebouwd werd, maar inmiddels al lang vergeten. Bij mij als neerlandicus doen die dominees-dichters nog wel een belletje rinkelen, maar van Willem de Clercq had ik nog nooit gehoord. Gelukkig staat hij wel op wikipedia. Hij was in het dagelijks leven Amsterdams graanhandelaar en publiceerde de eerste literatuurgeschiedenis van Nederland. Daarnaast schreef hij dagboeken.
  Maar waarom een brede doorgaande weg vernoemd naar een ook in zijn eigen tijd wat secundaire schrijver? Lag hier een literaire sensatie op herontdekking te wachten? Via het onvolprezen boekwinkeltjes.nl bestelde ik een van zijn antieke titels, die waarschijnlijk de laatste honderdvijftig jaar door niemand zijn gelezen.

Met een lichte opwinding sloeg ik het oude boek open: Per Karos naar st. Petersburg is het reisverslag uit 1826 vande jonge De Clercq. Na de napoleontische tijd werd de aspirant graanhandelaar naar het oosten gestuurd, om de handelscontacten te herstellen.
    Het boek geeft een leuk beeld van hoe zo'n reis door het negentiende eeuwse europa verliep. In postkoetsen en droshka's over onverharde wegen en door donkere oerbossen. Hotels en herbergen zijn er wel, maar de kwaliteit is wisselend. Het grootste deel van de reis, door Duitsland en Pruisen, kan De Clercq zich nog verstaanbaar maken. Maar dan staat hij voor de slagboom aan de grens met Rusland en is alles anders.

De Clercq heeft een tweeslachtige houding ten opzichte van de Russische beer, die actueel aandoet. Aan de ene kant gold Rusland ook toen als een bevriende natie. Tsaar Peter de Grote had ruim een eeuw daarvoor zijn opleiding in Nederland genoten, en prins Willem II was getrouwd met een russische prinses. Maar tegelijkertijd was er ook toen veel wantrouwen.
    Zo bezoekt De Clercq de beroemde Kazanse kerk in Petersburg. Daar hangen tussen de vaandels van overwonnen vijanden ook de sleutels van verschillende steden: "Hier als veroverd aangemerkt, doch daaronder vele herkend van Hollandse steden waar de Russen als vrienden binnengelaten werden."
    De Clercq vindt de stad prachtig, maar volgens hem blijven de Russen in wezen primitieve barbaren. "Alles is hier uiterlijk, alles schijn. Men wenst geen Europese beschaving. Men wil dezelve alleen tonen te bezitten'', verzucht hij als hij in een bibliotheek de boeken niet eens uit de kast mag pakken.
   Rusland is bezig met een inhaalslag. In Petersburg ziet De Clercq al fabrieken met "damp machines" en stoomboten, waar Nederland nog niet aan toe is. Maar tegelijkertijd blijft het een feodaal land waar de arme lijfeigenen hun vrije tijd verdelen "tussen zuipen en slapen"
   Bang was De Clercq niet voor de opkomende grootmacht. "Europa heeft niets van Rusland te duchten. Burgelijke oorlogen zullen misschien ontstaan, of afgelegen satrapen hunne onafhankelijkheid zoeken te verkrijgen. Maar zeker verschijnt eens het ogenblik der ontbinding, waarin dit rijk in de chaos der verwarring zal verzinken, en het overige gedeelte der wereld voor altoos van de vrees voor deszelfs overheersing zal bevrijd worden."
   Bijna twee eeuwen later en 25 jaar na de val van de muur, moet je constateren dat de angst voor overheersing weer terug is. Poetin bouwt als moderne tsaar opnieuw aan de expansie van zijn rijk. De meeste russen lijken weinig interesse te hebben in democratie en laten zich maar wat voorliegen over "onze" MH17. Er is weinig vooruitgang geweest in twee eeuwen, en dat stemt treurig. Maar net als Willem de Clercq blijven we er -als het even kan- handel mee drijven.





Archief